ThePostOnline

Achter de PVV (41): De PVV is een feest voor de democratie

18-05-2012 09:00

Onlangs kwam het boek Vertrouwen is goed maar begrijpen is beter van Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet uit. Zij vindt het urgent om de vitaliteit van de parlementaire democratie aan de orde te stellen. Volgens haar dreigt een “knip tussen de volksvertegenwoordiging en een groot deel van de bevolking.” Nergens wordt echt duidelijk wat precies het probleem is. Zijn burgers in toenemende mate tegenstanders van de democratie geworden, zijn ze collectief afgehaakt, breekt binnenkort de dictatuur uit of staan we aan de vooravond van rellen zoals in Egypte?

Verbeet suggereert dat er “meer medestanders” moeten komen voor de parlementaire democratie. Is dit noodzakelijk? De geïnterviewden suggereren van niet. Zo meldt Paul Schnabel dat de belangstelling voor politiek alleen maar toe- in plaats van afneemt, en Liesbet van Zoonen stelt dat de democratie zo vanzelfsprekend is geworden dat je je niet meer kunt voorstellen dat deze er niet zou zijn.

Dagelijkser taalgebruik
Dus waar heeft Verbeet het over? De achterflap geeft de meeste duidelijkheid: “Gerdi Verbeet werd in 2006 Tweede Kamervoorzitter. Het was de periode waarin het parlement moest proberen een nieuw evenwicht te vinden na de opkomst, ondergang en nogmaals opkomst van nieuwe partijen. De omgangsvormen veranderden en het taalgebruik van de afgevaardigden werd dagelijkser (…).” Een logische interpretatie is dat Verbeet de LPF en de PVV bedoelt.

Dit is dezelfde periode waarbij Verbeet spreekt over afnemend vertrouwen in de politiek en de noodzaak van het zoeken van medestanders. Daar is echter geen enkele aanwijzing voor, zo zeggen haar eigen respondenten. Verbeet ziet toch een probleem. Kennelijk is voor haar de opkomst van de PVV een teken dat de bevolking democratische principes niet meer hoog acht, vertrouwen kwijtraakt en hun politieke interesse afneemt.

Vergezochte insinuatie?
U vraagt zich misschien af: is dit niet een rare, vergezochte insinuatie? Ik denk van niet. Dat wordt duidelijk als we kijken naar de kernzorg van Verbeet. Zij maakt zich vooral zorgen over de diplomademocratie waardoor vooral hogeropgeleiden de Tweede Kamer bevolken en lageropgeleiden steeds minder vaak de politiek ingaan. In een boek over “de periode waarin nieuwe partijen opkwamen” is het vreemd de diplomademocratie zo expliciet te bekritiseren omdat het juist de PVV is die diezelfde diplomademocratie weerwerk biedt.

Het is juist de PVV die veel burgers naar de stembus heeft gelokt: veel PVV-stemmers stemden vroeger niet. De partij brengt een ander geluid dat makkelijk te begrijpen is, bijvoorbeeld – maar niet uitsluitend – voor lageropgeleiden. Ook heeft de PVV Kamerleden die voor meer diversiteit hebben gezorgd, zoals Eric Lucassen en Dion Graus. Juist de PVV biedt de diplomademocratie weerwerk en betrekt groepen uit alle lagen van de bevolking bij de politiek. Dat is wat Verbeet wil.

Negeer de PVV
Maar in plaats van de partij te prijzen om haar grote democratische bijdrage, negeert Verbeet de PVV. Ze richt zich op het gebrek aan interesse en vertrouwen onder burgers, maar het is juist de PVV die groepen burgers bij de politiek heeft betrokken. Burgers wilden een ander geluid in Den Haag, stemden anders en kregen ook iets anders. En als ze er weer vanaf willen hebben ze op 12 september daartoe alle kans.

Verbeet wil kennelijk burgers wel bij de politiek betrekken, maar alleen bij de traditionele partijen. Als die aanhang verliezen ten gunste van de PVV – en dat was de afgelopen jaren het geval – dan duidt dat op een systeemcrisis. De crisis is dat Kamerleden als Verbeet zo ingekapseld zijn geraakt in het politieke systeem dat ze niet meer zien dat het omgekeerde het geval is. Geen enkele partij heeft de afgelopen jaren zoveel gedaan om burgers bij de politiek te betrekken. Af en toe mogen we best wat aardigs over de PVV zeggen. Ook de Kamervoorzitter.

Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie en bereidt een boek voor over de achterban van de PVV.