In de laatste maanden van de campagne reizen de presidentskandidaten stad en land af om per dag wel zo’n drie speeches te geven. Van Barack Obama woonde ik vier jaar geleden speeches bij in twee staten, Virginia en Pennsylvania. Het enige verschil tussen die twee speeches? Waar hij de ene keer begon met “Hello Virginia!” begon hij de keer daarop met “Hello Pennsylvania!”. Verder waren ze woord-voor-woord hetzelfde.
Dat is niet opmerkelijk want zelden is iemand zo gek als ik en reist hij een presidentskandidaat in een huurauto achterna om twee keer in een lange rij aan te sluiten om Obama te zien spreken. Wat ik niet had verwacht was dat de speeches van Obama mij zouden teleurstellen. Het afgelopen jaar had ik met bewondering gekeken naar de man die een zeldzame retorische gave had. Nu zag ik hem eindelijk in het echt en viel hij tegen. Hoe kon dat nou?
Ondanks dat ik op de allereerste rij stond, had ik op geen enkel moment het gevoel dat Obama mij aankeek of zich überhaupt tot de mensen in mijn omgeving richtte. Dat was ook niet het geval. Obama maakt namelijk gebruik van de teleprompter. Links en rechts vanaf zijn katheder staat een display met daarop de tekst van speech geprojecteerd. Zo lijkt het alsof hij een speech geeft vanuit zijn hoofd, terwijl hij hem gewoon opleest. Of hij in de laatste dagen van de campagne nog een teleprompter nodig heeft is de vraag. Op campagnetour geven kandidaten namelijk steeds dezelfde stump speech, zoals de Amerikanen dat noemen. De term komt uit de negentiende eeuw, toen Amerikaanse politici het land doorkruisten en in elk gehucht vanaf een afgezaagde boomstronk (stump) het electoraat toespraken. Maar het voorkomt in ieder geval dat Obama aan het begin van zijn toespraak de verkeerde staat gedag zegt (dat wordt popartiesten op tour al nauwelijks vergeven, laat staan een presidentskandidaat).
De campagne-evenementen van Obama werden gehouden in grote stadiums. Vanuit de hele regio komen daar mensen op af. Wachtend in de rij tot we naar binnen mochten, valt je meteen wat op: al deze mensen zijn die-hard Obama aanhangers. Verkopers met veel te dure Obama petjes, buttons en sjaaltjes vinden veel gewillige kopers. De vraag rees bij mij: waarom organiseren ze dan toch deze evenementen? Ten eerste omdat het een middel is om vrijwilligers te werven voor de campagne. Constant wordt je benaderd door Obama’s medewerkers met de vraag of je je telefoonnummer wilt geven en wanneer je wilt bellen of langs deuren wil gaan voor de campagne.
De tweede reden dat deze evenementen toch lonen voor de campagne is de aandacht van de lokale media. Die vinden het maar wat leuk dat de man die mogelijk president is over een paar maanden, nu in hun stad is. Achter de schermen mogen ze zelfs even kort met Obama praten. De lokale journalisten zijn zo trots op hun interview met Obama dat een kritische vraag er zelden in zit. Dat is wel anders bij de landelijke media! Toen ik ‘s avonds de lokale nieuwsuitzendingen terugkeek viel me op dat de toon enorm positief was. En zo worden wél twijfelende kiezers wel bereikt.
Maar goed, de speech van Obama viel dus tegen vanwege de teleprompter. Toch weten veel mensen niet dat Obama hem gebruikt omdat hij opmerkelijk genoeg nooit in beeld is. Dat zou wel gebeuren als er beelden worden geschoten vanaf de zijkant of elke andere plaats behalve recht voor het katheder. Waarom gebeurt dat niet? De campagne maakt een verhoogd eiland waarop alle journalisten hun camera’s kunnen plaatsen. Daar gaan ze ook graag staan want vanaf die plaats hebben ze de beste beelden. Tijdens een bijeenkomst in mijn oude woonplaats Virginia Beach zag ik zelfs NOS-verslaggever Eelco Bosch van Rosenthal zitten op het perseiland. Achter alle camera’s staan een aantal tafels met stoelen. Er is daar wifi beschikbaar zodat alle journalisten direct een verslag van het evenement kunnen uittypen en opsturen naar de redactie.
Na twee keer hetzelfde verhaal gehoord te hebben van Obama, besloot ik een keer een speech bij te wonen van een prominente aanhanger van Obama: Bill Clinton. Hij is nog steeds immens populair en voerde campagne voor Obama. Hij gaf zijn speech zonder teleprompter. En dat was fijn want ik had het gevoel dat hij me wel aankeek en tot mij richtte (ook al zaten er duizenden mensen in de zaal). Clinton gaf daar zijn “persoonlijke redenen” om op Obama te stemmen, een mooi verhaal na de bittere voorverkiezingen tussen Obama en Hillary. Ik was diep onder de indruk.
Maar de zondag na de speech van Clinton was er de deceptie. John Kerry, oud-presidentskandidaat en aanhanger van Obama, zat bij Meet the Press, zeg maar de Amerikaanse Buitenhof. Tot mijn schrik sprak hij daarover zijn “persoonlijke redenen” om op Obama te stemmen. En dat waren exact dezelfde redenen als die van Clinton!! De-zelf-de re-de-nen. Echt waar. Waarschijnlijk dreunde beiden gedachteloos dezelfde memo op die Obama’s campagnestaf had uitgewerkt voor ze met de boodschap van de week. Toch is het knap dat Clinton dat bracht alsof het de speech van zijn leven was.
Victor Vlam is redacteur van de WarRoom en geeft in een zesdelige serie elke donderdag een kijkje achter de schermen van de Amerikaanse campagnes. Deze verhalen maken onderdeel uit van zijn lezingen over Amerika die hij geeft voor bedrijven, overheid, politieke partijen en andere organisaties.