Het is hilarisch om te zien hoe het trotse Nederlandse volk collectief in de war raakt van een paar zonnestralen. Mailverkeer en social media streams drogen op, met uitzondering van enkele sputterende klaagberichten over hoe heet het wel niet is en welke onsmakelijke fysieke consequenties zulks teweeg brengt. Ineens begrijpen we waarom in warme landen nooit iemand een fuck lijkt uit te voeren, want we weten niet hoe snel we onze kantoortuinen moeten verruilen voor het echte werk zodra het kwik de vijfentwintig Celsius aantikt. “De Vries jongen, laat dat rapport maar even zitten en pak een supersoaker, want Debbie van finance heeft een wit bloesje aan en is veel te snel voor de senior partners.”
Miemelende pompoenen
Tussen twaalf en zeven is niemand voor rede vatbaar, laat staan voor noeste arbeid. Pas als de avond een klein beetje koeler wordt en de zon begint te zakken, gaan de brandkranen dicht en de zanikkranen open. Veranderen we weer in de zure, norse en miemelende pompoenen die we eigenlijk zijn. Waar we een paar uur daarvoor nog gelukzalig op een kratje gevouwen zaten en uitspraken deden als “Loop niet zo te zeiken man, de zon schijnt.” of het Brabantse “Wah hèwe ut toch goe.“, lopen we nu weer vol met kritiek en is het Songfestival slechts een van de vele aanleidingen om schande te spreken.
Accuzuur pisserij
Toch is het misschien best wel eens goed om de morele verontwaardiging en chronische accuzuur pisserij een paar uur te laten en te beseffen dat we het zo slecht nog niet hebben. Natuurlijk is het verschrikkelijk hoe de wereld omgaat met vluchtelingen, met homo’s, met negenjarige verkrachte meisjes, met chronisch zieken, met hongersnood slachtoffers en vele andere pechvogels die nooit het genot van een ijskoud, kunstmatig duur, terraspilsje zullen smaken, gebracht door een verbitterd mislukt fotomodel die woest is op al haar gasten die onredelijkerwijs van haar verwachten dat ze meer doet dan mooi wezen, maar jij bent niet één van die pechvogels. Jij zit met je bek in de zon, naar alle waarschijnlijkheid in de baas zijn tijd, met een drankje in je hand misschien wel heel gelukkig te zijn. Zo maar, omdat het kan.
Joyce Brekelmans mag zelf ook graag een potje zaniken, maar steunt desalniettemin #lijstnietzojanken