Leven

Column Merel Vink: de matras van Albertus

25-05-2012 13:00

Eigenlijk ben ik best wel ontstemd vanwege een comment onder mijn vorige column. Iemand schreef: “We weten nou wel dat je de matras van Albertus was, het is een column, geen dagboek”. Ik voel mij daar heel erg door gekwetst. Niet vanwege het stuk over mijn column dat geen dagboek is, want ik vind namelijk dat ik zelf mag kiezen wat ik in een column schrijf. Als ik over mijn gevoel voor Sterre, Anneke of Maarten wil schrijven dan doe ik dat. Wel ben ik gekwetst door de tendentieuze opmerking dat ik ‘de matras van Albertus was’. Ik kan me daar zo kwaad over maken. Alsof je als jonge vrouw niet mag genieten van seks! Als mannen van het ene naar het andere bed springen is er niets aan de hand.

En dat terwijl het bij mannen per definitie veel erger is dan bij vrouwen. Ik ken geen enkele Albertiaan uit mijn tijd die het niet met zoveel mogelijk meisjes deed. Ook geen enkele Vindi trouwens en ik vermoed dat het voor andere leden exact hetzelfde is. Maar daar wordt nooit over gezeken. Die zijn ineens stoer en weten dan hoe ze lekker moeten leven. En dat mag een vrouw niet? Dan is ze ineens ‘de matras’?

Matras
Dan was ik maar ‘de matras van Albertus’. Op een enkele keer na heb ik er nooit spijt van gehad. Ik heb mijn lust bewust zo veel mogelijk bevredigd tijdens mijn studententijd. En als ik door mijn seksuele uitspattingen ‘de matras’ was, dan was ik waarschijnlijk ook ‘het fust’ want ik heb veel gezopen. Gefeest heb ik ook, maakt me dat wellicht ‘de slinger’? En horen daar ook vooroordelen bij die voor mannen anders zijn dan voor vrouwen?

Sowieso, de man die zuipt, boert, vloekt, spuugt en wildpist is stoer. Een ‘echte man’. Maar van vrouwen wordt kennelijk nog altijd verwacht dat ze beschaafd hun zoete witte wijntjes met ijs nippen en braaf hun mond houden. Dat we fysiek niet in staat zijn tegen een kerk te pissen maakt ons nog niet minder vrouwelijk als we hebben gezopen en strontlazarus kotsend naar huis rollen. Of naar een ander bed in een dispuutshuis.

Jaarboek
God ja, ik heb veel geneukt. En een geslachtsziekte opgelopen. Sorry daarvoor. Ik ben ook wel eens zat van een trap gevallen, het ging maar net goed. En ik weet niet eens meer hoe die mannen waar ik het mee deed allemaal heten. Maar ik heb er wel van genoten. Is dat erg? Is genieten van je studententijd niet exact waarvoor je bij een vereniging gaat?

Nu is Sterre er, en heb ik Maarten. En nee, ik weet nog steeds niet altijd wat liefde is en er gaat nog altijd wel eens wat fout met mijn zelfbeheersing. Maar ik heb alles wat ik deed tijdens mijn studententijd achter me gelaten. Die periode is afgesloten. Ik was een matras? Prima. Zet dat maar in het jaarboek, ik ben er trots op. Want ik ben het nu niet meer. Ik ben niet zoals Anneke, die haar frustraties nog steeds uitleeft in haar lusten en iedereen daarvoor bedriegt en moet liegen. Anneke, die haar leven uiteindelijk zo leegzuigt dat er niets meer dan een oppervlakkige bevrediging overblijft die alweer is verdwenen als het zaad tussen haar dijen nog niet is opgedroogd. Nee dank je, ik ben als ‘matras van Albertus’ al ruim voorzien. Er waren geen verantwoordelijkheden, er was vrijheid, iedereen zoop en naaide. Ik was niet de matras. Heel studerend Nederland is één groot matras.

Ik durf te wedden dat degene die mij daarover aanspreekt, als anonieme moralist onder mijn columns (let op: column, géén dagboek) zelf het matras van haar vereniging is. Of dat graag wil zijn.

Deze column werd eerder gepubliceerd op Studenten.net.