Gisteren werd het internet opgeschrikt door een zoveelste geval van vrijepershaat door corporale verenigingsstudenten. Naast het verenigingsgebouw van het Leidsche studentencorps Minerva vond een meisjesdispuut het noodzakelijk hun sjaars danwel nullen te ontgroenen op de openbare weg. Een toevallige passant, die nog toevalliger, ook werkt voor het Leidsch Dagblad besloot dit tafereel te filmen. In Nederland mag dat, filmen op de openbare weg. Dat heet: “vrijheid van nieuwsgaring” ook wel bekend als “persvrijheid” en “vrijheid van meningsuiting”. Artikel zeven in onze grondwet waarborgt onze persvrijheid en garandeert dat wij nooit toestemming vooraf nodig hebben om onze mening te publiceren of te uiten. Nu is de grondwet er voor bedoeld om de burger tegen de overheid te beschermen maar zal de overheid er ook op moeten toezien dat burgers onderling elkaar de persvrijheid niet ontnemen. Er is kortom geen enkel recht waarop je je kunt beroepen om het iemand onmogelijk te maken te filmen op de openbare weg*.
Wel is het (zeer zelden!) mogelijk om middels een kort geding publicatie vooraf te verbieden als aannemelijk kan worden gemaakt dat bijvoorbeeld de privacy van de geportretteerden ernstig zal worden geschonden (onlangs gebeurde dit bij televisiebeelden die Peter R. de Vries wilde uitzenden) en uiteraard is het altijd mogelijk om achteraf verhaal te halen na publicatie van de beelden. Wie meent onterecht of op een schadelijke wijze te zijn afgebeeld, kan altijd proberen via de rechter daarvoor een schadevergoeding te eisen of verdere publicatie te verbieden. Let wel: achteraf. Er is dus géén mogelijkheid vooraf iemand te verbieden beelden te maken (wat dus wat anders is anders dan beelden publiceren) van datgene wat op de openbare weg plaatsvindt.
Onwetendheid
Helaas, het Minervaanse meisjesdispuut in kwestie was zich in het geheel niet bewust van het bestaan van onze grondwettelijke vrijheden. Met alle macht probeerden zij het de Leidsch Dagblad-medewerker onmogelijk te maken zijn vak te beoefenen. Nog veel ernstiger is de intense domheid en onwetendheid die de meisjes luidkeels met de kijker delen. Teksten als “Je mag hier niet filmen!”, “Je moet toestemming hebben van het bestuur!” en zelfs “Laat eerst je pasje eens zien!” (welk pasje? Een “ik heb toestemming van de koningin om te filmen pasje” ofzo?) klinken hilarisch maar tonen tegelijk aan dat deze vrouwen kennelijk een eigen universum hebben gecreëerd waarin geen sprake is van openbare wegen maar uitsluitend wegen waarop zij mogen bepalen wat er gebeurt en hoe men daar handelt.
Onbegrijpelijke beelden dus. Studentenverenigingen, juist studentenverenigingen, moeten nu zo langzamerhand toch wel weten wat de regels van de openbare weg zijn. Wie zo vaak te maken krijgt met negatieve beeldvorming als een studentencorps zal in deze tijd van mobiele telefoons met camera’s en internet met de social media toch wel hyperbewust zijn van de risico’s die ontgroeningen op de openbare weg met zich meebrengen? Dat leden van het Amsterdam Studenten Corps een aantal jaar geleden nog meenden filmmaker Tom Roes het maken van beelden van een openbare dispuutsontgroening (nota bene op het Amstelveld in Amsterdam! Overdag!) te kunnen verbieden (“It is not allowed to film here!“) wil niet zeggen dat heden ten dage álle verenigingen er nog steeds dergelijke achterlijke en middeleeuwse denkbeelden op na houden.
Praeses
Wat klopt. Want bij telefonische navraag bij Guido van Rooy, de praeses van LSV Minerva, blijkt dat het gedrag van enkele dispuutsmeisjes bepaald niet symptomatisch is voor de ziekte van een hele vereniging. Van Rooy laat weten dat hij “het filmpje niet eens kon afkijken” zo stuitend dom vond hij het getoonde gedrag van de dispuutsmeisjes. “Ik heb die meisjes naar huis gestuurd, nadat ik ze de rotzooi die ze hadden gemaakt heb laten opruimen. Deze zaak zal binnen onze vereniging worden behandeld door middel van een interne strafprocedure en het dispuut zal hier zeker van leren. Wat ze tot nu toe hebben geleerd op hun studie weet ik niet, maar veel kan het niet zijn, aan dit filmpje te zien.”
Van Rooy laat verder weten dat hij er juist alles aan doet om dit soort beeldvorming te voorkomen. “Een vereniging is zoveel meer dan meisjes die op straat worden ontgroend. Maar elk jaar zijn het dit soort excessen die het imago bepalen. Vandaar ook dat we onze kennismakingstijd zoveel mogelijk binnen de muren van ons verenigingsgebouw laten afspelen en dat we alle disputen een lijst met punten toesturen waaraan ze zich dienen te houden. Daarin staat bijvoorbeeld ook dat je beter niet op de openbare weg kunt gaan staan ontgroenen.”
Politie
Aan Minerva als vereniging zelf heeft het dus niet gelegen. Maar met zoveel leden kun je uiteraard nooit voorkomen dat enkele individuen het grondig voor de rest verpesten. Toch, eind goed al goed zou je zeggen. De vrijheid van nieuwsgaring op de openbare weg staat, op wat domme verenigingsmeisjes die in een geheel eigen universum leven na, stevig als een huis.
Toch niet. Want dat studenten menen te kunnen bepalen wat de regels zijn op de openbare weg is hooguit deerniswekkend. Maar dat ook de politie steeds vaker lijkt te vergeten dat er zoiets als persvrijheid is, is pas echt ernstig. Het afgelopen jaar zijn meerdere journalisten gearresteerd omdat ze filmden of fotografeerden op de openbare weg en de filmpjes op internet waarop is te zien hoe politie-agenten, die er nou juist voor zijn de burger haar grondwettelijke vrijheden te garanderen, journalisten het werk onmogelijk te maken zijn inmiddels talrijk. En dat is pas echt zorgwekkend.
Vrijheden
Het is dan misschien ook tijd dat op scholen naast cursussen veilig verkeer en mediawijsheid ook eens een cursus “democratie en grondwettelijke vrijheden” wordt gegeven. Dat voorkomt in de toekomst wellicht dat studenten er opnieuw van overtuigd raken dat filmen op de openbare weg niet is toegestaan en, beter nog, dat in ieder geval politieagenten naar behoren hun taak uitvoeren: het handhaven van de democratische rechtstaat en het beschermen van de vrijheden die een burger heeft.
* = uitzonderingen zijn altijd mogelijk, bijvoorbeeld bij specifieke plaatselijke politieverordeningen, door de politie afgezette gebiden of wanneer een noodtoestand is afgekondigd.