(Kardinaal Richelieu tijdens beleg van La Rochelle. Foto: –doek van Henri Motte 1881 -wiki commons upload van ‘own work’ geschoten in Orbigny-Bernon Museum)
De uitdrukking ‘ken uw pappenheimers’ slaat op de aankomst van graaf Pappenheims eenheden die Wallensteins troepen versterkten op een cruciaal moment in de slag bij Lützen (1632). Wallensteins vertrouwen op zijn komst werd niet teleurgesteld. Desondanks verloor hij de slag tegen de troepen van de Zweedse koning Gustav Adolf. Wel een Pyrrusoverwinning voor de protestanten. Onder hun zware verliezen bevond zich Gustav Adolf zelf. Met het verlies van deze briljante legeraanvoerder, de meest invloedrijke militaire denker van de periode, verloren de protestanten hun bindende kracht. Wat de katholieken onder keizer Ferdinand II de kans gaven zich te herstellen. Overigens sneuvelde Pappenheim eveneens in de slag. Toen Frankrijk vanaf 1635 meer actief deelnam aan de strijd werd het ‘je pappenheimers kennen’ complexer. Hetzelfde geloof hebben maakte je niet automatisch kameraden in de zich tot in Noord-Italië en Frankrijk uitbreidende oorlog waarin belangen prevaleerden boven vriend- en broederschappen.
Het katholieke Spanje onder koning Filips IV, reeds in oorlog met de Nederlanden, steunde in toenemende mate het Heilige Roomse Rijk van keizer Ferdinand II. Het katholieke Frankrijk van Lodewijk XIII -meer precies, diens invloedrijke ‘Eerste Minister’ kardinaal Richelieu- financierde ondanks geloofsverschillen de protestantse Zweeds-Duitse zaak. Dit, om de Habsburgers aan Frankrijks oostgrens in toom te houden.
Het ontluikende Nederland financierde eveneens de protestanten, en leverde huurlingen. Ook spande het samen met Frankrijk tegen Spanje. De Franse steun was zo belangrijk dat de Nederlanden ondanks hun eigen calvinisten een andere kant op keken toen Richelieu in La Rochelle met de Hugenoten afrekende (1628). Deze calvinisten bedreigden de Franse eenheid waar de kardinaal naar streefde. Na dit protestantse verzet gebroken te hebben, wat een korte (bij)oorlog met Engeland betekende, ging Frankrijk openlijk op het oorlogspad tegen wat ervaren werd als een toenemende Habsburgse omsingeling.
Historische Dertigjarige Oorlog musketierspelers (foto: wiki upload van Michal Maňas)
In 1635 probeerden de Fransen de omsingeling te breken met Nederlandse steun tegen Spanje op het zuidelijke strijdtoneel van ‘onze’ Tachtigjare Oorlog. Keizer Ferdinands troepen schoten de Spanjaarden daar echter te hulp, wat een zich (weer) verder uitbreidende strijd opleverde in het statenrijke Europa. Na talloze slagen -ook op zee- wist de Frans-Zweedse as in 1648 de weerstand van de Oostenrijks-Spaanse as te breken. De Spaans-Nederlandse strijd werd dit jaar als eerste beëindigd met de Vrede van Münster. In de slag bij Zusmarshausen (mei 1648) bij Augsburg brak het Frans-Zweedse leger de weerstand van de Heilige Roomsen, die inmiddels onder leiding van een nieuwe Ferdinand (III) stonden. Later braken de Fransen de Spaanse weerstand in de slag bij Lens in het huidige Noord-Frankrijk. Aan Franse kant waren vooral Condé en Turenne (met Oranjebloed) bekwame aanvoerders, waar we in ons rampjaar 1672 nog een hoop mee te stellen kregen.
Het geheel leverde de 1648 Vrede van Westfalen op. Een serie verdragen die een einde maakten aan een stroom oorlogen samengevat als Dertigjarige Oorlog, waar onze Tachtige onderdeel van werd. Naast Nederlands-Spaanse waren er echter ook Zweeds-Deense (1642-1645), Spaans-Portugese (1640-1668), Frans-Spaanse (1635-1659) en Pools-Ottomaanse oorlogen die invloed hadden op- of verband hielden met de Dertigjarige Oorlog. Sommige bleven nadien zelfs doorgaan. Een van deze aanpalende side-shows was de Nederlands-Portugese koloniale handelsoorlog (1588-1654). Een oorlog die eerder begon en later eindigde dan de Dertigjarige. Het verschoten kruit hierin kon echter niet elders worden gebruikt.
Slachtoffers
Het is lastig te bepalen hoeveel mensen er precies het loodje legden in deze dertigjarige ellende. Het platteland van Duitsland verloor naar schatting 20-40 procent van haar bevolking (Encyclopædia Britannica). Steden soms tot driekwart, of meer als je naar wat in Maagdenburg gebeurde kijkt. Plunderden en vermoorden de huurlingenlegers je woongebied niet, kon je anderszins behoorlijk de pest in krijgen. Bij gutenberg.org is Friedrich Schillers werk The Thirty Years’ War te vinden. Aan het eind hiervan de notitie,
Separate sources indicate that at the beginning of this war there were about 15 million people in Germany, and at the end of the war there were about 4 million. If this is not surprising enough, war broke out again only 10 years after the conclusion of this war.
Politieke gevolgen
God werd na deze lange oorlogenreeks geen reden meer om massaal voor ten strijde te trekken in Europa. Een Europa waarin Frankrijk definitief een grootmacht werd, ten koste van Oostenrijkse- en Spaanse Habsburger macht. Ook Zweden verkreeg statuur. Net als Nederland, dat een onafhankelijke Republiek werd. Het Heilige Roomse Rijk werd als machtsfactor gebroken, en moest meer soevereiniteit verlenen aan haar talloze (stad)staatjes in centraal-Europa, wat vooral van Duitsland een mozaïek maakte.
Militaire gevolgen en ontwikkelingen
Gezien hun wangedrag verdwenen de huurlingenlegers bestaande uit regimenten onder commando van (adelijke) entrepreneurs na 1648 grotendeels van het strijdtoneel. Legers werden professioneler en gedisciplineerder. Hoewel Dupuy&Dupuy in hun lijvige The Encyclopedia of Military History (p 524-533) bijna alle credits aan hervormer Gustav Adolf geven, drukten ook prins Maurits en graaf Willem Lodewijk (van Nassau-Dillenburg) hun stempel op militaire tactieken en uitrusting. Het ‘Spaanse Vierkant’ zoals van de circa drieduizend man tellende Tercio, een mix van piekeniers, hellebaardiers en arquebusiers, maakte geleidelijk plaats voor meer lineaire strijdformaties bestaande uit piekeniers en musketiers. De korte hellebaard verdween gaandeweg van het strijdtoneel. De 3-5 meter lange lansen van de piekeniers bleven wel een hoofdwapen voor de infanterie, maar van een aanvals-shock&awe-wapen werden het meer verdedigingsinstrumenten. Vooral bij cavalerieaanvallen, waar de square de beste rondomverdediging tegen bleef.
De artillerie werd volwassen. Gustav Adolfs (en Maurits’) standaardisatie maakte 24-, 12- en 3-ponders gangbare normen voor geschut. De mobiele lichte 3-ponder werd een ondersteuningswapen in infanterieregimenten.
De zware arquebus -of haakbus- (7-12 kilo) met vorksteun werd in toenemende mate vervangen door een lichter, bruikbaarder musket. Wel bleef het lontslot de standaard voor afvuurmechanismen ondanks dat het betrouwbaardere (rad)vuursteenslot al tijden bestond zoals in pistolen, die vooral door cavaleristen werden gebruikt. Handzamere, meer gestandaardiseerde wapens -ook wat kruit en kaliber betreft- in combinatie met betere training en discipline verhoogde de vuursnelheid van het musket tot circa één schot per minuut. In salvo vuren werd een effectieve tactiek, waarbij men achter elkaar liggend, knielend en staand, dichte of opeenvolgende salvo’s kon geven. Het in linie afwisselend aanleggen, vuren en herladen werden Willem Lodewijks troepen bedreven in. Dergelijke lineaire -in salvo- tactieken bleven tot in de Eerste Wereldoorlog gebruikt. De Dertigjarige Oorlog liet echter zien dat je geen machinegeweer nodig hebt om generaties uit te dunnen.