President van de week: James Garfield (1881)

29-05-2012 13:47

James Garfield, een knappe en gespierde man, die al op jonge leeftijd zijn baard liet staan, werd onverwachts de 20e president van de Verenigde Staten. Zijn ambtsperiode werd echter de kortste uit de Amerikaanse geschiedenis. Baantjesjager Charles Guiteau, probeerde na de inauguratie van de president tevergeefs consul te worden, waarna hij Garfield, op het station van Washington, twee keer in de rug schoot.

James Garfield werd op 9 november 1831 geboren in een, door zijn vader gebouwde, blokhut in Cleveland, Ohio. De jongste telg van de familie Garfield groeide op in relatieve armoede. Twee jaar na zijn geboorte overleed zijn vader, waarna hij werd opgevoed door zijn moeder. Toen hij zestien jaar oud was, liep hij weg van huis en meldde zich aan bij het binnenschip de Evening Star. In de eerste anderhalve maand dat hij hier werkzaam was, viel Garfield, die niet kon zwemmen, maar liefst veertien keer overboord, waarna hij het voor gezien hield. Zijn moeder overtuigde hem om te gaan studeren aan de Geauga Academy in Chester, Ohio. Hij besloot zijn hoofd te gaan gebruiken in plaats van zijn handen.

Studeren
Om zijn studie te kunnen financieren ging Garfield, naast zijn studie, werken als parttime docent en timmerman. Nadat hij op drieëntwintigjarige leeftijd genoeg geld had verdiend, belandde hij op het Williams College in Williamsburg, Massachusetts. Hij was een fanatieke en serieuze student die sympathiseerde met de nieuwe Republikeinse partij. Hij hield van biljarten, vissen en jagen. Tijdens zijn studietijd ontmoette hij zijn klasgenote Lucretia Rudolph (Crete), met wie hij in 1858 trouwde. Het echtpaar kreeg vijf kinderen. Nadat Garfield met lof was afgestudeerd, ging hij opnieuw werken als docent. Nu aan het Western Reserve Eclectic Institute. Aanvankelijk gaf hij les in klassieke talen, maar al snel werd hij ook ingezet voor vakken als Engels, wiskunde en geschiedenis.

Politieke carrière
Garfield klom in deze periode op tot president van het instituut, terwijl hij naast zijn werkzaamheden op school rechten studeerde. Hij besloot echter het academische leven de rug toe te keren en in 1859 werd hij senator van Ohio. Toen de Amerikaanse Burgeroorlog was uitgebroken schreef hij zich in bij de 42nd Ohio Volunteer Infantry in het leger van de Union. Hij werd uiteindelijk gepromoveerd tot majoor-generaal. In 1863 nam hij ontslag uit het leger en werd verkozen in het Huis van Afgevaardigden voor zijn thuisstaat Ohio. Tot 1878 werd Garfield iedere twee jaar opnieuw verkozen.


Republikeinse verkiezingen
In 1880 moest er een nieuwe Republikeinse kandidaat voor de presidentsverkiezingen worden aangesteld. Garfield kwam echter pas in beeld voor de nominatie toen de Republikeinse conventie hopeloos was vastgelopen. President Rutherford Hayes mocht van de partij niet terugkeren, een flinke groep, de Stalwarts genaamd, wilde generaal Grant nog een keer president maken. Maar ook hij kon niet op alle stemmen rekenen. Een groep die zich de Half Breeds noemde, moest niets hebben van Grant en schaarde zich achter Senator James Blain. Maar ook hij werd beschuldigd van corruptie en omkoperij. De partij was verdeeld. Zodoende werd tijdens de 36e stemronde Garfield, geheel onverwachts, aangeduid als presidentskandidaat voor zijn partij.

President Garfield
In november van dat jaar won hij met klein verschil de presidentsverkiezingen van de Democraat Winfield Scott Hancock, en werd in maart 1881 geïnstalleerd als president. In zijn inaugurele reden sprak Garfield over hervormingen van de ambtenarij. Maar de president moest zijn politieke schulden aflossen. Om stemmen te winnen voor de presidentsstrijd had hij namelijk toezeggingen gedaan over benoemingen voor federale posten. Zo benoemde hij James Blaine, om de Half Breeds niet tegen zich in het harnas te jagen, tot minister van Buitenlandse Zaken. Garfield schreef na zijn beëdiging dat hij overspoeld werd door baantjesjagers “die hun papieren op me richten zoals struikrovers hun pistolen trekken”. Eén van deze baantjesjagers werd hem uiteindelijk fataal. Een jurist uit Chicago, Charles Guiteau, deed erg zijn best om via de nieuwe president een baan als consul in de wacht te slepen. Toen dit niet lukte, besloot hij dat de president hiervoor moest boeten.

Aanslag
Op 2 juli 1881 was Garfield aanwezig op het treinstation in Washington. Plotseling werden er twee schoten afgevuurd, door Charles Guiteau, die gericht waren op de president. Garfield werd in zijn rug geraakt en stortte ter aarde. Eén van de twee afgevuurde kogels kon echter niet gevonden of verwijderd worden. Door een infectie die volgde, werd Garfield steeds zieker. Hij werd naar de kustplaats Long Branch gebracht in de hoop dat de zeelucht hem enigszins zou kunnen genezen. Wekenlang zweefde Garfield in een situatie tussen leven en dood. Toen hij uiteindelijk ook nog een longinfectie opliep was het einde nabij. Garfield overleed op 19 september 1881.

Pendleton Act
Guiteau werd schuldig bevonden aan de moord en ter dood veroordeeld. Op 30 juni 1882 werd hij opgehangen. De moord op Garfield leidde in 1883 tot de Pendleton Act, een poging om de ambtenarendienst te hervormen door het invoeren van vergelijkende examens voor posten in de bureaucratie. Het ambtstermijn van Garfield, van zes maanden en 15 dagen, werd uiteindelijk de kortste in de Amerikaanse geschiedenis.

Marianne van Exel is hoofdredacteur van IsGeschiedenis.nl, het weblog dat dagelijks historische achtergronden bij het nieuws biedt. Dit artikel werd tevens daar gepubliceerd.