De verschillen tussen verkiezingsbijeenkomsten van Barack Obama en Joe Biden kunnen niet groter zijn. Obama doet de grote steden aan, Biden het platteland. Obama spreekt in sportstadions, Biden in gymzalen. Obama trekt tienduizenden mensen, Biden honderden. Kortweg gezegd, de bijeenkomsten van Obama voelen aan als een popconcert, terwijl die van Biden de ambiance hadden van een jaarlijkse braderie. Toch vond ik ze allerminst saai. Biden weet namelijk iets toe te voegen dat Obama niet kan toevoegen: een personal touch.
De bijeenkomst van Biden die ik vier jaar geleden bijwoonde vond plaats in Martinsville, Virginia. Martinsville is een klein stadje in het zuiden van de staat. In tegenstelling tot andere delen van Virginia heeft het een sterk agrarisch karakter. Dan weet je dat de meeste mensen in de regio stemmen op de Republikeinen. Dat was duidelijk zichtbaar. In de auto op weg naar dit evenement reed ik langs veel huizen met in de tuin een “McCain – Palin 2008”-bord. Voor Biden was er dus veel werk te verzetten toen hij het podium beklom dat voor hem was neergezet in de gymzaal van een lokale vakschool.
Biden heeft een spreekstijl die pas echt indruk maakt als je hem van dichtbij meemaakt. Tijdens sommige momenten spreekt hij rustig en ingetogen terwijl hij op andere momenten staat te brullen alsof zijn leven ervan afhangt. Hij loopt rood aan in zijn gezicht, praat enorm luid en begint groots te gebaren. Die passie is best opmerkelijk als je bedenkt dat Biden drie keer per dag, zeven dagen per week, exact dezelfde speech (van de teleprompter) voordraagt. Na afloop sprak ik een lid van de Secret Service die opmerkte dat hij de speech inmiddels zo vaak heeft gehoord, dat hij hem zelf zou kunnen geven.
De speech van Biden duurde zo’n twintig minuten, dat is een derde korter dan de speeches die Obama geeft op zijn bijeenkomsten. Maar Bidens handelsmerk is niet de speech. Nee, waar hij echt goed in is, is om persoonlijk contact te maken met de mensen die voor hem gekomen zijn. Dat doet hij voorafgaand aan zijn speech door alle lokale prominenten uitgebreid te bedanken. Hij leest het op van een blaadje maar de mensen zijn maar wat vereerd om genoemd te worden. Aangekomen bij de burgemeester maakt Biden zijn standaardgrapje: “President en vice-president, dat zijn lastige banen. Maar burgemeester, dat is helemaal lastig: iedereen weet waar je woont!”
Na afloop nam hij maar liefst een half uur de tijd om iedereen die wilde de hand te schudden. Obama deed dat ook maar lang niet zo uitgebreid als Biden. Ik had zelfs de kans om de toenmalige senator een vraag stellen. Ik vroeg hem of hij het leuk vindt om drie keer per dag, zeven dagen per week hetzelfde verhaal op te dienen. “Ik vind het enorm leuk om direct met de kiezers te praten,” luidde zijn diplomatieke antwoord (terwijl ik hem overigens de hand schudde). En mijn reisgenoot Lars Duursma wist Biden zelfs te strikken voor een foto.
Hoezeer hij ook probeert om één van de gewone mensen daar te zijn, is hij dat niet. Dat wordt duidelijk door de enorme beveiliging die alle kandidaten voor het (vice)presidentschap krijgen. Terwijl hij iedereen langs gaat die hem een hand wil geven, blijven meerdere leden van de Secret Service heel dicht bij hem in de buurt. Ze houden alles nauwlettend in de gaten. Biden deelt graag handtekeningen uit maar alleen met zijn eigen pen (die van jou zou zomaar een wapen kunnen zijn). En toen een wat oudere, gezettere vrouw Biden een knuffel gaf, gebeurde dat niet zonder dat de Secret Service Bidens schouders vastpakte en een ander de handen van de vrouw. Hij mag dan geliefd zijn, het is de taak van de Secret Service om te voorkomen dat hij letterlijk wordt doodgeknuffeld.
Victor Vlam is redacteur van de WarRoom en geeft in een zesdelige serie elke donderdag een kijkje achter de schermen van de Amerikaanse campagnes. Deze verhalen maken onderdeel uit van zijn lezingen over Amerika die hij geeft voor bedrijven, overheid, politieke partijen en andere organisaties.