Mijn pitch had ik al voorbereid (“This election you can choose between empty rhetoric and real change”). Ik was klaar om kiezers in Virginia Beach ervan te overtuigen om op John McCain te stemmen voor het presidentschap enkele dagen nadat ik hetzelfde had gedaan voor Barack Obama. Omdat ik de verschillen tussen de campagnes graag wilde zien, heb ik me als vrijwilliger aangemeld bij zowel de Democraten als Republikeinen. Met die verschillen kwam ik snel genoeg in aanraking toen ik het regionale kantoor van McCain binnenliep. Waar het bij Obama er nog relaxt aan toeging, werd bij McCain efficiëntie benadrukt. Op een kleine, broeierige zolder zat ik samen met iets meer dan tien andere mensen zo veel mogelijk kiezers in zo’n kort mogelijke tijd op te bellen. Er lagen wat brownies en donuts klaar om de vrijwilligers tevreden te houden maar verder was er geen tijd voor ontspanning, praatjes of plezier. Als het bellen niet snel genoeg ging? “Alright guys, we need to work harder,” schreeuwde een campagnemedewerker ons half-vriendelijk toe, “we’re losing our top three position among Virginia field offices.”
De pitch die ik had voorbereid bleek overbodig te zijn. Het was minder dan een week voor de verkiezingen en alles was op GOTV gericht: Get Out The Vote. De tijd om twijfelende kiezers te overtuigen was voorbij. Mijn inspanningen van de dag zouden geheel gericht zijn op het zorgen dat McCains aanhangers naar de stembus gingen. Daarom moest de campagne precies weten waar hun kiezers wonen.
Het belscript was dan ook erg to-the-point. “Hi, my name is _____ and I’m a volunteer calling on behalf of McCain-Palin 2008. Can John McCain and Sarah Palin count on your support on Election Day?” Vervolgens moest ik ze ook vragen of ze Thelma Drake steunden voor het Huis van Afgevaardigden en Jim Gilmore voor de Senaat. (Bij de verkiezingen verloren ze alle drie.)
In tegenstelling tot het bellen voor Obama zaten er geen beleefdheden (“how are you today?”) in het script. Als mensen aangaven op Republikeinen te stemmen, dan moest ik afsluiten met een herinnering om te gaan stemmen: “Please remember that Election Day is on Tuesday November 4th, and polling places are open from 6am to 7pm. Thanks so much for your support.” Als ze aangaven Obama te steunen, moest ik zo snel mogelijk het gesprek afronden: “Thank you for you time.”
Het script had eigenlijk nog een formelere slotzin: “This call has been paid for by the Republican National Committee and is authorized by McCain for President, Gilmore for Senate and Drake for Congress.” Maar dat stond er slechts in, zo werd mij verzekerd, om de juristen tevreden te houden. Niemand daar dacht er ook maar aan om elk gesprek met die zin te beëindigen. Dat was een mondvol en bovendien was daar gewoon geen tijd voor.
Aan de muur hing een groot white board met actuele standen van het aantal telefoontjes dat de verschillende field offices in Virginia hadden gepleegd. Elk uur werd dat minstens een paar keer geüpdate. (Mede dankzij mijn inspanningen stonden we op een tweede plaats.)
De actuele standen waren gemakkelijk bij te houden door de campagnes vanwege enkele technische hoogstandjes. Waar ik bij het kantoor van Obama een gewone huis-tuin-en-keuken-telefoon belde, had McCain zeer geavanceerde telefoons. Ze waren direct verbonden met de landelijke database van de Republikeinse partij. Als vrijwilliger kreeg ik een lijstje met kiezers die elk een unieke code hadden. Om die kiezer te bellen moest ik die code invoeren in de telefoon. Vervolgens verscheen het script in beeld met de vragen die ik moest stellen. Tijdens het gesprek moest ik de antwoorden invoeren via de telefoon. Als ik een voicemail kreeg, dan konden we met één druk op de knop ervoor zorgen dat daar een vooraf ingesproken bericht op terechtkwam.
De techniek was misschien iets anders, maar het grootste verschil met mijn werk voor Obama was de energie onder de vrijwilligers. Op het kantoor van Obama zaten jonge mensen met passie en idealen terwijl bij McCain het belhok gevuld was met vooral vijftigplussers die daar zaten uit plichtsbesef. Per uur werden misschien meer kiezers bereikt. Maar na afloop had ik geen band met de mensen daar of zin om me nog verder in te zetten voor de senator had die de ervaring had om “real change” te bewerkstelligen. Bij Obama was er enthousiasme. Om kiezers echt te overtuigen is dat volgens mij noodzakelijk.
Victor Vlam is redacteur van de WarRoom en geeft in een zesdelige serie elke donderdag een kijkje achter de schermen van de Amerikaanse campagnes. Deze verhalen maken onderdeel uit van zijn lezingen over Amerika die hij geeft voor bedrijven, overheid, politieke partijen en andere organisaties.