Lake Maninjau op Sumatra is iets minder bekend dan Lake Toba, maar is volgens veel mensen mooier. Als je niet bij Lake Toba bent geweest is dat lastig in te schatten, maar het zou maar zo kunnen. Het water is er in ieder geval warmer, want er komen warmtebronnen op uit. Dat is wel prettig op 460 meter hoogte, waar het vrij koel is en de drempel om het water in te gaan wat hoger ligt. Er is weinig te doen, wat het de perfecte locatie maakt om eens een boek te lezen of Angry Birds te spelen. Bovendien is het er dus koel, wat ook wel eens lekker is. Daarbij is het goedkoop. Voor een kleine vijf euro huur je bij Mauro Beach Bungalows er een houten hutje met stromend water en een tweepersoonsbed.
De lokale bevolking is waarschijnlijk spaarzaam met zijn stromend water, want je ziet geregeld mensen in het meer hun haar of kleren wassen. Dat gaat gepaard met het nodige schuim en de hoeveelheid fosfaten in het water zal hoog zijn. Bovendien zullen de riolen er wel op uitkomen, dus eigenlijk maakt het allemaal niet uit. De plaatselijke bevolking verdient zijn geld met het toerisme dat er nog is, en vissen. In netten bewaren ze vissen die ze hebben gevangen, maar die nog niet groot genoeg zijn om op te eten. Het is een beetje een ondoorzichtig proces dat verder natuurlijk totaal niet boeit. Het water dat in Maninjau uit de kraan komt smaakt precies zo als dat in het meer. Het meer is behoorlijk multifunctioneel dus. Je kunt er ook zeilen, maar er is maar één zeilboot en die is van een Hollander die er de helft van het jaar woont.
Geen islamitische stoeipoesjes
Net als overal op Sumatra is de islam populair in Maninjau, in de zin dat iedereen moslim is. Maar dan met een schattig overblijfsel erin uit de tijd dat alles nog animistisch was. De samenleving is namelijk geheel matriarchaal van opzet. Kinderen krijgen de naam van de moeder, de echtgenoot gaat tot de familie van zijn vrouw behoren en zijn al met al helemaal niet zulke baasjes als hun moslimbroeders elders in de wereld. Op zich is dat mooi, want de vrouwen hebben er behoorlijk praats. Het is beslist niet het dorpje waar Saoedische prinsen hun stoeipoesjes vandaan trekken.
Het verschil tussen Indisch en Indonesisch eten
Het enige wat echt zeer de moeite waard is aan dit deel van Indonesië is het eten. Als je in een klein lokaal restaurant gaat zitten, dan krijg je een tafel vol eten voor je neergezet. Vier soorten kip, een paar soorten rund waaronder rendang en wat groentegerechtjes, sambal en een bordje rijst. Eten hier doet het meest denken aan Indisch eten bij een goed Indisch restaurant in Den Haag. Voor wie van lekker Indisch eten houdt kan een reis door Indonesië overigens niet anders dan een teleurstelling zijn. Alleen in delen van Sumatra komt het in de buurt, met dit verschil dat alleen de rijst warm is. Alle verdere gerechten zijn koud. Bij elkaar is het dus lauw, wat op zich wel begrijpelijk is, want de lokale bevolking eet met zijn of haar handen. En eet je de gele kip, dan blijven je nagelriemen nog ruim een week geel. Gelukkig krijgt de toerist vork en lepel om een en ander mee naar binnen te werken.
Er is bij Lake Maninjau zo weinig te doen, dat er niets anders op zit dan een brommer te huren om de dag door te komen. En zo zit je even later zonder helm op een Hondascooter waarvan het meeste plastic is afgebroken en de achterrem het nauwelijks doet. Je gaat er beslist voorzichtig van rijden. Misschien is dat wel de manier om het verkeer veiliger te krijgen. Simpelweg grote kreukelzones, autogordels, airbags en helmen verbieden.
Indonesiërs toeteren voor alles. Het verhaal gaat dat je meer aansprakelijk bent voor schade als je niet hebt getoeterd, maar het verhaal is lastig bevestigd te krijgen. De wet is hier wat de agent je vertelt, voordat je hem betaalt om weer verder te gaan met je leven. Als blanke heb je het nog een tandje lastiger omdat iedereen ook nog eens naar je toetert om je te groeten. Het getoeter dient verder nergens toe, want Indonesiërs zijn er zodanig aan gewend dat ze het nog maar nauwelijks horen. Ben je er echter niet aan gewend, dan heb je eerst het idee iedere seconde een fout te maken in het verkeer dat al links rijdt.
Een oud vrouwtje of de big?
In Indonesië rijdt iedereen onverzekerd. En is dus iedereen volledig aansprakelijk voor de schade die hij aanricht. Doet je rem het niet en je moet kiezen tussen een oud vrouwtje en een big, dan is het economisch aantrekkelijker om het oude vrouwtje omver te rijden. Voor menselijke slachtoffers hoeft namelijk niet betaald te worden, want dat hoort bij het risico van het deelnemen aan het verkeer. Een beetje big kan al snel een klein vermogen kosten.
De weg naar Maninjau telt 44 haarspeldbochten. Ze zijn handig genummerd door een sigarettenmerk dat op iedere bocht een bord heeft neergezet zodat de passant niet zelf hoeft te tellen en daardoor niet afgeleid wordt. Op zich is dat een goede zaak, want er zijn genoeg stukken vangrail verdwenen in de bochten. Het is een vervelende weg om er achter te komen dat je echt je remkabel had moeten vervangen. En in een land als Indonesië is het aanschaffen van een nieuwe remkabel niet iets dat lichtzinnig gebeurt.
Fotograaf Maarten Brante trekt met enige tegenzin door Indonesië en doet daarvan verslag op DeJaap. Meer beeld op zijn website: maartenbrante.com.