President van de Week: Grover Cleveland (1885-1889 en 1893-1897)

12-06-2012 13:53

“Let maar op. We komen terug” waren de woorden die de vrouw van Grover Cleveland tegen de butler sprak na het eerste termijn van haar man. Grover Cleveland is de enige Amerikaanse president van wie het dubbele termijn niet een aaneengesloten periode besloeg. Hij was zowel de 22e als de 24e president van de Verenigde Staten.

Cleveland was met zijn 120 kilo de zwaarste president in het Witte Huis. Zijn bijnamen waren ‘Uncle Jumbo’, ‘Veto Mayor’ en ‘Veto President’. Hij was een joviale man, maar tevens een strenge president, voor wie fair play hoog in het vaandel stond. Hij werd geprezen om zijn moed, eerlijkheid en onkreukbaarheid.

Jeugd
Grover Cleveland werd geboren op 18 maart 1837 in Caldwell, New Jersey. Zijn vader was een dominee die stierf toen Cleveland 16 jaar oud was. Hij was de vijfde uit een gezin met negen kinderen en na het overlijden van zijn vader was er geen geld meer om zijn opleiding voort te kunnen zetten. Zodoende aanvaardde hij het aanbod van zijn oom en nam hij voor 10 dollar per maand de redactie van het American Short Horn Handbook op zich. Zijn oom zorgde er tevens voor dat hij rechten kon gaan studeren en hierna kon gaan werken bij een advocatenpraktijk. In 1859 werd hij toegelaten tot de beroepsvereniging van advocaten. Toen de Amerikaanse Burgeroorlog uitbrak, kocht hij, in tegenstelling tot veel anderen, zijn dienstplicht af voor 150 dollar bij een Poolse immigrant. De Poolse immigrant diende dus in zijn plaats.

Begin politieke carrière
In 1882 werd Cleveland gekozen tot burgemeester van Buffalo. In de periode die daar aan vooraf ging had hij te maken gekregen met een schandaal. Hij was namelijk in contact gekomen met Maria Halpin. Deze dame, die werkzaam was in een warenhuis, onderhield tevens contacten met andere heren. Toen zij zwanger werd was dan ook niet helemaal duidelijk wie de vader van het kind was. Desalniettemin nam Cleveland het vaderschap op zich en bleef hij het kind, Oscar Folsom Cleveland, de rest van zijn leven financieel steunen. Deze affaire stak tijdens zijn gooi naar het presidentschap in 1884 weer de kop op. De republikeinen bedachten de term ‘Ma, Ma, where is my Pa. To the White house, Ha, ha, ha’. Maar zonder verdere gevolgen. Cleveland werd in 1885 beëdigd als 22e president van de Verenigde Staten: de eerste Democraat sinds de Burgeroorlog.

Eerste termijn (1885-1889)
Als president was Cleveland een fervent tegenstander van de overheidsbemoeienis. Zo weigerde hij boeren in Texas, die gebukt gingen onder grote droogte, een lening te verstrekken. Daarnaast was hij voorvechter van lage tarieven en noemde de hoge tariefmuren “afpersing”. Cleveland en zijn 27 jaar jongere vrouw Frances Clara Folsom vormden het enige presidentiële paar dat elkaar op 2 juni 1889 binnen de muren van het Witte Huis het jawoord gaf. Het echtpaar kreeg vijf kinderen. Cleveland werkte hard en sprak zijn veto meerdere malen uit over ‘onzin-wetten’. Hij was van mening dat het Congres de bron was voor nieuwe wetgeving. Als president probeerde hij zich dan ook te beperken tot het uitvoeren van die wetten. Zijn verzet tegen de importtarieven, die de bron van de macht van het Congres vormden, kostte hem echter zijn nominatie voor een tweede termijn en in maart 1889 moest hij het Witte Huis verlaten, waarna Benjamin Harrison zijn plaats innam. Het echtpaar was echter vastbesloten terug te keren in het Witte Huis. De voorspelling van Francis tegen de butler dat ze terug zouden keren bleek dan ook juist.

Tweede termijn (1893-1897)
In 1892 versloeg Cleveland Benjamin Harrison en kon hij beginnen aan zijn tweede termijn als president. In 1893 zorgde het faillissement van twee spoorwegmaatschappijen voor ‘de Grote Paniek’. De economie klapte in elkaar en het luidde een periode van depressie en arbeidsonrust in. Een jaar later brak in dit kader de Pullman-staking uit en Cleveland zette troepen in om de staking te breken. Cleveland was van mening dat de Sherman Silver Purchase Act, waardoor goud in plaats van zilver de basis van de geldhuishouding vormde en die president Harrison in 1890 had aangenomen, een gevaar vormde voor de economie omdat de goudvoorraad snel slonk. Hij zorgde ervoor dat de wet werd ingetrokken. Op buitenlands beleid zorgde hij er na zijn aantreden voor dat de door planters afgezette koningin van Hawaii weer op de troon werd geplaatst en bemoeide hij zich persoonlijk met het grensgeschil tussen Venezuela en de Britse kolonie Guyana.

Einde presidentschap
Hij maakte geen naam met baanbrekende wetten van blijvende aard, maar zijn eerlijkheid en moed maakten van hem ‘de meest bekwame president in de periode tussen Abraham Lincoln (1861-1865) en Theodore Roosevelt (1901-1909)’. Hij was een hervormende president geweest die bereid was te strijden tegen corruptie en gevestigde belangen. Toen de tweede termijn van Cleveland in 1897 op zijn einde was gelopen, keerde hij terug naar zijn geboortestaat New Jersey. Hij ging les geven aan Princeton University, schrijven voor The Saturday Evening Post en werd voorzitter van de Vereniging van Levensverzekeraars. Pas in 1917 werd bekend dat Cleveland tijdens zijn tweede termijn twee keer met succes aan een kwaadaardig gezwel in zijn mond was geopereerd. Hij stierf uiteindelijk op 24 juni 1908 aan een hartaanval. De laatste woorden van Cleveland waren: “Ik heb alles geprobeerd om het goed te doen”.

Marianne van Exel is hoofdredacteur van IsGeschiedenis.nl, het weblog dat dagelijks historische achtergronden bij het nieuws biedt. Dit artikel werd tevens daar gepubliceerd.