Sinds de oprichting van de PVV heeft Wilders veel aandacht besteed aan de strijd tegen niet-Westerse immigranten en de islam. Een van zijn meest opzienbarende acties was zijn vraag aan het kabinet Balkenende-IV om uit te rekenen wat de kosten zijn van de immigratie van niet-westerse vreemdelingen. Balkenende weigerde dat. Wilders liet vervolgens zelf de kosten uitrekenen door Nyfer. Ook weekblad Elsevier maakte een berekening.
Volgens Elsevier heeft de immigratie van niet-Westerse allochtonen Nederland 216,4 miljard euro gekost. Columnist Syp Wynia legde uit dat het vooral mogelijk is om de extra kosten van de verzorgingsstaat, de zorg, het onderwijs en de politie te berekenen. Volgens Elsevier ging het in 2009 om 12.7 miljard euro, zo’n vijf procent van de begroting. Nyfer kwam met gedetailleerdere cijfers, zo weten we nu dat een immigrant van 25 tot 35 jaar de Nederlandse staat 40.000 tot 50.000 euro kost.
Slechte berekeningen
Van deze berekeningen is nauwelijks gebruik gemaakt, om tamelijk simpele redenen. Het blijken onzinnige getallen te zijn om beleid op te baseren. Moet de financiële balans van de immigratie van een individuele allochtoon op nul uitkomen? Of mag een allochtoon ook 10.000 euro kosten? Niemand die er een zinnig woord over kan of wil zeggen. Tegenstanders van Wilders meldden destijds dan ook dat verblijf in Nederland niet in geld uitgedrukt kan of mag worden. De grootste weerstand was er bij aanhangers van partijen als D66.
Maar er is een tweede probleem. Nyfer meldde in haar inleiding dat het gaat om een ‘partieel’ perspectief op dit vraagstuk. Syp Wynia van Elsevier meldde dat niet alle kosten van allochtonen te berekenen waren. Zo kan er door een voller Nederland ook een effect zijn geweest op files en huizenprijzen, maar deze effecten zijn onduidelijk. En daarmee valt direct de grond onder alle schattingen weg. We weten helemaal niet wat allochtonen Nederland ‘echt’ kosten en we kunnen het kennelijk ook niet uitrekenen.
Laatste vijf levensjaren
Waar de PVV stelt dat autochtonen betalen voor allochtonen, zegt de nieuwe politieke beweging G500 dat jongeren betalen voor ouderen. Ook nu was er verontwaardiging. Volgens G500 moeten ouderen in de laatste vijf levensjaren, wanneer de meeste zorgkosten worden gemaakt, vermogensafhankelijk bijdragen aan die zorg. Volkskrant-columniste Amanda Kluveld was boos: G500 zou ‘niets weten van de laatste levensjaren, alleen wat die kosten’. Hoewel dat overtuigend klinkt, kon Kluveld er niet verder naast zitten.
Want G500 weet helemaal niet wat die jaren kosten. G500 grossiert in voorstellen die ertoe zouden moeten leiden dat de lasten eerlijker over de generaties worden verdeeld, maar maakt nergens aannemelijk dat dit ook werkelijk zo is. G500 noemt nergens bedragen, komt zelfs niet met schattingen over wat jongeren op dit moment en in de komende jaren daadwerkelijk aan de ouderen moeten betalen als alle regelingen blijven zoals ze zijn.
Kostenoverzicht
De stelling dat jongeren voor ouderen betalen is dubieus. De G500-punten over onderwijs, werken, sociale zekerheid, duurzaamheid, aardgasbaten en de grondwet betreffen – zoals ze in het tienpuntenplan zijn geformuleerd – geen kosten van ouderen. De punten over wonen, pensioenen en de staatsschuld gaan duidelijk wel over wie er betaalt, maar nergens wordt gespecificeerd wie welke kosten nu betaalt en wat moet veranderen. Het enige punt waar ouderen expliciet meer moeten betalen is de zorg, en dat punt is onuitvoerbaar.
D66-ers die zich nu massaal in G500 hebben verenigd, hebben het kennelijk niet zo op rekensommen. Zij vinden dat Geert Wilders ze niet mag maken, want mensenlevens zijn niet in geld uit te drukken. De D66-ers van G500 leveren daarom geen enkel bewijs voor hun stelling dat jongeren voor ouderen betalen. Maar wat men ook van Wilders’ berekeningen vindt, we kunnen er in ieder geval over discussiëren.
G500, kom eens op met die cijfers.
Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie.