Verkiezingstijd, oftewel: het gevecht op rechts is uitgebroken. Sybrand van Haersma Buma claimt dat Rutte er met zijn VVD er een PVV-light op nahoudt en Wilders verwijt de VVD de hardwerkende en armere Nederlander te grazen te nemen. Eenzelfde coalitie als de laatste was al uitgesloten – het zou de VVD en het CDA compleet ongeloofwaardig maken na de mislukte pogingen tot nieuwe bezuinigingen in ’t Catshuis – maar de strijd om de rechtse zieltjes lijkt nu echt begonnen te zijn.
Buma trapte af met een aardig frame: de VVD als zachte variant van de PVV, in navolging van de PvdA als slap aftreksel van de SP. Johan Derksen heeft al aangegeven dat hij niet meer op de VVD zal stemmen, aangezien hij stelde dat zijn stem op de liberalen nooit bedoeld was als een stem op de PVV. Aangezien politici vaker aanschuiven bij Voetbal International en het programma meer kijkers trekt dan ik voor mogelijk hield, zullen Derksen en Buma niet de enigen zijn die op deze gedachte komen. Toch gaan die stemmen tot dusver niet naar het CDA.
PVV-light
De VVD lijkt weinig moeite te doen om het PVV-light beeld af te zwakken, zeker nu de VVD er een streng beleid omtrent de stagelopende illegalen uit heeft weten te onderhandelen met het CDA. Dat demissionair minister Kamp in hoger beroep gaat tegen de Haagse rechter laat zien dat de VVD de rechter vleugel bespeelt. Een halfslachtig geluid over Europa doet het lonken naar eurosceptische kiezers vermoeden, maar daar lijken weinig electorale redenen voor. De markt aan de rechterkant van de VVD zit potdicht: er zijn steeds minder kiezers van de VVD of de PVV die over denken te stappen.
Als we deze geluiden van de VVD uitleggen als ingegeven door tactisch electorale overwegingen – en er is geen reden waarom dat niet de moeite waard is, we trekken immers over drie maanden naar de stembus– dan valt te stellen dat de VVD zich graag positioneert als rechts alternatief voor de PVV. Daar valt veel voor te zeggen. De VVD doet het schrikbarend goed in de peilingen. Het Catshuisakkoord valt lastig aan de eigen achterban uit te leggen, Rutte was tot dit weekend vrijwel onzichtbaar in de verkiezingscampagne en het voorstel om het budget voor ontwikkelingssamenwerking met 3 miljard te korten kon zelfs rekenen op kritiek van partijgenoten van Rutte. Om nog maar te zwijgen over de gelekte verkiezingsposters die, ahum, niet de beste staaltjes marketing verraadden. Toch staat de partij nog fier aan kop met dertig zetels.
Linkse hobby
Dat is dan ook alles wat de VVD dient te doen: deze koppositie behouden. Hiervoor heeft de VVD mijns inziens een aardige strategie gekozen. Ten eerste profileert de partij zich als uitgesproken rechts en schuwt het geen gelijkenis met de PVV; het korten op de linkse hobby ontwikkelingssamenwerking en de juridische strijd om illegale kinderen geen stage te kunnen laten lopen zijn daar uitstekende voorbeelden van. Zodoende is het contrast met de SP zo groot mogelijk. Daarbij dient de premier zo weinig mogelijk in te gaan op zijn rechtse concurrenten, maar telkens de ontmoeting en strijd met Roemer op te zoeken. Niet voor niets noemt Rutte Roemer in het Torentje een nachtmerrie. Door deze tegenstelling te benadrukken komt de VVD als enig rechts alternatief uit de bus en is er minder aandacht voor een salonfähige concurrent, namelijk de PvdA.
De vraag is echter hoe lang Rutte koploper van het politieke peloton blijft. Hij hoeft nog weinig te vrezen van zijn rechtse concurrenten en de SP heeft te maken met een kiezersplafond. De vraag is of deze SP-stemmers vallen voor het genuanceerdere verhaal van de PvdA, al hoeven ze deze verkiezingen niet ‘tactisch’ te stemmen op Samsom cs. Zodra de sociaaldemocraten echter klimmen in de peilingen, valt een bandwagon-effect niet uit te sluiten en kan er een soortgelijke eindstrijd als vorig jaar tussen Cohen en Rutte ontstaan. Die vervolgens breed uitgemeten wordt in de media, al is dat het laatste waar Rutte op zit te wachten. Het omgekeerde spiegelbeeld van de verkapte Leninist en de liberaal is voor columnisten, een ieder die je iets over politiek en ideologieën wil uitleggen en programmamakers bruikbaar, maar ook de absolute campagnestrategie van wie er dan ook op Rutte’s loonlijst staat.