Vorig weekend was het weer eens zover. Honkballer Andruw Jones knalde een bal het stadion uit. De zoveelste. De teller van Jones staat alweer boven de 400 homeruns. Qua statistieken wordt hij dan ook met recht gezien als een van de beste honkballers die Curaçao ooit heeft voortgebracht. Maar ondanks dat zijn reputatie best te respecteren valt, heb ik een grafhekel aan de voormalig Nederlands international. Het is namelijk ook een ontzettende eikel.
De haat ontstond in 2007 en kwam eigenlijk uit het niets. Als jeugdig sportredacteur van het mannenblad Aktueel reisde ik naar Atlanta om de meest verdiende Nederlandse sporter van dat jaar, te interviewen. De 12 uur durende reis liep voorspoedig en ik had goede hoop. Alles was geregeld. Ik had een afspraak en zou zo’n anderhalf uur met de beste man mogen praten. Ter plaatse bleek dat een afspraak met Andruw, helemaal geen afspraak is.
De slagman van de Braves kwam twee uur te laat. Hij was nors en nukkig. Had eigenlijk geen zin om te praten en wilde onder het gesprek uit. Mijn lange reis? Dat leek hem weinig te interesseren. Na aandringen van de persdame ging hij overstag. Hij wilde best even wat zeggen, maar in een interview van anderhalf uur had hij geen trek. Na een minuut of 4 stond hij op om zijn veters te strikken. Een minuut later meldde hij doodleuk dat hij moest trainen, om een paar minuten later met een drankje en een rondborstige dame op de tribune te gaan zitten. Kijkend hoe zijn teamgenoten zich in het zweet werkten.
Je begrijpt het al. In mijn interview ontbrak alle diepte. De Pulitzerprijs heb ik er niet mee gewonnen. Maar het zorgde er wel voor dat ik de Antilliaanse slagman altijd ben blijven volgen. Zijn prestaties blijven goed. Hij sloeg bal na bal het stadion uit. En enige tijd na mijn bezoek vertrok Andruw Jones bij de Atlanta Braves. Hij tekende een contract voor ongeveer 18 miljoen per seizoen bij de LA Dodgers. De wereld leek te klein te worden.
Helaas voor Jones bleek het tekenen van dat contract zijn laatste hoogtepunt. Hij sloeg af en toe nog een goede bal, en heerste sporadisch nog wel op het achterveld, maar de echte klasse leek te zijn verdwenen. Zo goed als voor 2007 was hij nooit meer. Merken doet hij dat vooral op zijn salarisstrook. Zijn huidige salaris bij de Yankees zou zo’n 2 miljoen per jaar bedragen. Natuurlijk, een gigantisch bedrag voor ons stervelingen, maar voor Jones in de vorm van zijn leven zou dat zakgeld zijn geweest.
Behalve het mindere salaris moet Jones het ook met een stuk minder wedstrijden doen. In New York hanteren ze een rotatiesysteem, waar de Antilliaan geen uitzondering in vormt. Hij zit weken op de bank, zonder drankje en rondborstige dame, te wachten op zijn kans. Stiekem doet dat mij deugt. Weet hij ook eens hoe dat voelt.
Dit blog verscheen eerder op Mascini.net