ThePostOnline

Reactie op Thijs Kleinpaste: de elitaire werkelijkheid van D66’ers

28-06-2012 15:20

Verkiezingstijd lijkt voor sommigen die zich in de buurt van de politiek begeven een periode waarin vooral een karikatuur van de werkelijkheid wordt gemaakt om anderen in een kwaad daglicht te stellen en zo het ogenschijnlijk eigen gelijk te onderbouwen. D66’er Thijs Kleinpaste maakte het recent wel heel erg bont in zijn stukje VVD’ers zijn leugenaars. Met bombastisch taalgebruik probeert hij aldaar de VVD weg te zetten als een partij die intellectueel in erbarmelijke toestand verkeert en bovendien aan de kiezers allerlei dingen belooft die ze toch geen gestand kan doen.

In zijn ‘argumentatie’ – of wat daarvoor moet doorgaan – toont Kleinpaste zich geen kenner van de politieke werkelijkheid, noch van de historie of de liberale filosofie. Zaken als het functioneren van een democratie, de realiteit van coalitievorming, de historisch voor politieke partijen vanzelfsprekende wisselingen in electorale aantrekkingskracht en het belang van minderheidsopvattingen in de liberale filosofie lijken niet tot zijn parate kennis te horen.

Zo is het nooit de vraag of een partij zetels gaat verliezen, maar altijd wanneer dat zal gebeuren. De oorzaken van dergelijk verlies kennen een veel groter verscheidenheid dan het simplistische ‘niet durven nadenken over de toekomst’. Daarbij verwart Kleinpaste, zoals veel D66’ers, meningen die afwijken van de eigen mening als ‘losgezongen van de realiteit’, ‘lariekoek’ of ‘waardeloos voor Nederland’. Een partij die zich richt op bezuinigingen, en daarbij keuzes maakt die Kleinpaste niet deelt, durft kennelijk niet na te denken over  de toekomst. Sterker nog, die partij houdt zich niet bezig met serieuze vraagstukken. Misschien kan Kleinpaste uitleggen waarom tijdens een zware economische recessie nadenken over bezuinigingen niet serieus is.

Democraten 66?
Het is steeds weer opmerkelijk dat vertegenwoordigers van D66 zo weinig waarde hechten aan andere meningen, laat staan de mening van mensen uit het volk. Als partij van ‘democraten’ – althans zo wilden de oprichters het ooit graag – zou D66 juist naar de stem van het volk moeten luisteren. Sterker nog, de instrumenten die de werking van de democratie verbeteren en individuen meer zeggenschap geven zouden moeten worden gepropageerd.

Ooit stonden zaken als referenda hoog op het verlanglijstje van de partij, maar toen regeringsmacht lonkte werden de kroonjuwelen door Alexander Pechtold al snel overboord gegooid. Daarmee deed D66 wel erg enthousiast mee aan wat normaalgesproken van coalitiepartners in onderhandelingen wordt verwacht, discussiëren en compromissen sluiten. Hoe ‘eerlijk’ was dat naar de eigen achterban? Iedereen die politiek bedrijft weet dat bij coalitievorming punten worden binnengehaald en tegelijkertijd punten worden weggegeven. Juist daarom zetten politici en partijen in verkiezingstijd punten zwaarder aan om zo onderhandelingsruimte te creëren. Dat is iets heel anders dan liegen, zoals Kleinpaste het noemt. In de schijnwerkelijkheid van D66 dicteert Pechtold bij coalitiebesprekingen kennelijk waar andere partijen hun handtekening onder mogen zetten. Het verleden heeft aangetoond hoe onwerkelijk deze voorstelling van zaken is, ook voor D66.

Zodra de mening van het volk niet past bij de elitaire mening van D66 moet deze hardhandig de kop worden ingedrukt. Als iemand op inhoudelijke gronden stem geeft aan meningen die breed onder het volk leven, maar politiek gezien (nog) niet op een meerderheid kunnen rekenen, dan leeft hij meteen in een ivoren toren, losgezongen van de realiteit en niet serieus genomen. Deze kritiek valt de directeur van de Teldersstichting ten deel. Het behoeft – terzijde – geen uitleg dat niet alleen hij zijn sporen in de wetenschap ruimschoots heeft verdiend, maar dat ook de Teldersstichting als politiek-wetenschappelijk instituut daar waar het aankomt op onafhankelijkheid en ideologische ideeënvorming een veel langere en rijkere historie kent dan haar evenknie van D66. Al zijn de pogingen van de huidige directeur om de flirt van D66 met het sociaal-liberalisme van onderbouwing te voorzien veelbelovend en zeer toe te juichen.

6,5 miljoen Nederlanders in de ivoren toren
Ter illustratie van de huidige vermeende intellectuele armoede komt Kleinpaste met het pleidooi (uit 2005!) voor herinvoering van de doodstraf. Iets waar verschillende filosofen die ook Kleinpaste als hij ze zou kennen waarschijnlijk tot de liberale school zou rekenen al voor hebben gepleit. Uit het feit dat minimaal 40% van de Nederlanders – met uitschieters naar meer dan 70% bij ingrijpende strafprocessen – in enquêtes aangeeft voorstander van zo’n herinvoering te zijn blijkt wel de hautaine houding van Kleinpaste waar het gaat om meningen die hij niet deelt. Je moet wel van goeden huize komen om tegen 6,5 miljoen individuen te zeggen dat hun mening er niet toe doet. Dat terwijl liberale filosofen een rijke traditie kennen in het benadrukken van het belang van minderheidsmeningen. Misschien kan Kleinpaste beginnen met het lezen van John Stuart Mill.

Het paste natuurlijk niet in het rijtje ‘argumenten’ van Kleinpaste dat uitgerekend Van Schie al in november 2011 meende dat politici en economen er verstandig aan deden over alternatieven voor de Euro in haar huidige vorm te brainstormen. De heftige reactie van veel VVD-prominenten maakt korte metten met het door Kleinpaste aangehaalde publieke geheim dat Van Schie niet serieus zou worden genomen. Bovendien wordt de noodzaak na te denken over alternatieven inmiddels breed erkend en uitgedragen door diverse economen. Hoezo ivoren toren? Eenzelfde lot is de vlaktaks al langer beschoren, overigens niet alleen bepleit door Van Schie, maar eerder en vaker door zijn evenknie van het CDA, Raymond Gradus.

Zwaktebod van de verdachtmakerij
Met zijn wijze van argumenteren doet Kleinpaste de typering die Pechtold ooit gaf van de politiek alle eer aan. De voorman van D66 vertrouwde een interviewer van het vrouwenblad Opzij ooit toe dat de politiek nog vuiler en vunziger is dan mensen denken. We moeten aannemen dat hij daarbij niet in eerste instantie zijn eigen partijgenoten voor ogen had, maar inzicht komt met de jaren.

Nederland staat aan de vooravond van belangrijke verkiezingen en verkeert tegelijkertijd in zwaar economisch weer. Alle politieke partijen werken op dit moment aan hun definitieve verkiezingsprogramma’s, waarin zij hun antwoorden voor de toekomst formuleren. Daarna zal het debat toch vooral op inhoudelijke gronden gevoerd moeten worden en is tot slot het woord aan de kiezers. Zij bepalen zelf wel welke oplossingen ze goed voor Nederland vinden en welke partijen of politici ze al dan niet vertrouwen. Sommigen zullen zich daarbij aangetrokken voelen tot D66, anderen tot de VVD en weer anderen kiezen voor de vele alternatieven die ons politieke spectrum rijk is.

Hoe moeilijk het voor Kleinpaste ook te accepteren zal zijn, hij heeft in deze net zo veel of weinig stem als ieder ander en zijn mening is net zoveel of weinig waard als die van anderen. Zijn werkelijkheid is niet zonder meer de juiste werkelijkheid, daarvoor zal hij anderen toch echt eerst moeten overtuigen. Daarbij is het wellicht goed als hij zich realiseert dat hij daarvoor met name baat heeft van inhoudelijke en zakelijke argumenten al dan niet gestoeld op een ideologie. Het zwartmaken van mensen met meningen die de zijne niet zijn is een in de politiek weliswaar veel toegepast trucje, door Kleinpaste ongetwijfeld afgekeken van Pechtold, maar een dergelijk zwaktebod zal uiteindelijk worden afgestraft.

Fleur de Beaufort is wetenschappelijk medewerker bij de prof.mr. B.M. Teldersstichting. Zij zag zich, gezien de afwezigheid van de directeur, genoodzaakt op de niet onderbouwde kritiek aan het adres van de Teldersstichting te reageren.

 

CC foto: Sebastiaan ter Burg