Na een jaar wachten begint vandaag de Tour de France. De negenennegentigste. Zoals de laatste jaren gebruikelijk is beginnen de renners met een proloog. Een onzalige traditie. De proloog van dit jaar vind plaats in de Waalse industriestad Luik.
De renners raffelen slechts 6,4 kilometer af, flink wat minder dan tien minuten daar over doen is de opdracht. Het is de eerste kennismaking met de wielrenners die je de komende drie weken zult zien. Maar meer dan een kennismaking is het meestal niet. De verschillen zullen ook dit jaar, op zo’n kort parcours, klein zijn. Een paar tienden of honderdsten van een seconde wellicht. Door de lengte van het parcours zijn kleine foutjes niet meer goed te maken, waardoor niet altijd de beste wint, maar de renner waarvoor alles de goede kant op viel.
Door de kleine gaten die worden geslagen wisselt de gele leiderstrui waarschijnlijk binnen een paar dagen al van schouders. Dus wat heeft een winnaar er eigenlijk helemaal aan? Voor hemzelf en zijn sponsor is de publiciteit waarschijnlijk leuk, maar sportief gezien is de proloog een gedrocht.
Explosie
Renners klagen vaak hoe moeilijk een proloog is. Er zijn weinig liefhebbers. Ze trainen het hele jaar om ritten van meer dan tweehonderd kilometer aan te kunnen en moeten nu ineens alle krachten kwijt in een ritje dat korter is dan dat naar de supermarkt. Als marathonlopers die de honderd meter moeten lopen. Niet voor niets staan sprinters vaak hoog in het klassement, tussen oud-baanwielrenners, mannen die dit soort explosies gewend zijn.
Vaak word gezegd dat een proloog of een tijdrit leuk is voor de toeschouwers langs de weg. Het is niet zo dat na drie uur wachten het complete peloton in twintig seconden voorbij flitst. Je kan ze stuk voor stuk bekijken. Maar uit eigen ervaring weet ik dat een proloog of tijdrit ook niet alles is. Eigenlijk is het ronduit saai. Na een stuk of tien renners heb je wel gezien hoe het is, wielrenners in hun eentje met een auto voorbij zien zoeven.
#deMart en #deCarl
Voor de tv-kijker dan? Voor de liefhebber die drie weken vrij heeft genomen om de tour te volgen? Ook voor hun is het niet ideaal. Ja, je kan elke renner goed volgen, maar het is wel steeds hetzelfde rondje. 198 keer. Niet voor niets snijden zowel de NOS als de Belgen van Sporza een hoop interviews door hun verslag heen.
Voor fans die een jaar hebben gewacht op hun favoriete wielerwedstrijd is het een oefening in matiging. Het verschil tussen mens en dier is dat mensen het lekkerst voor het laatst kunnen bewaren, kunnen wachten op het toetje. De proloog is als een klein hapje van het voorgerecht, een aperitief. Een onbevredigend hapje waarna je hoopt dat de ober opschiet met de rest van het maal.