Vorige week dacht ik nog dat mijn telefonische gesprek met Maarten mij goed had gedaan. Kennelijk leefde ik in een roes. Een wolk van wensdenken en verzachtende omstandigheden die ik zelf bij elkaar had gedacht. Afgelopen dagen ben ik ergens een wenteltrap afgedaald die niet meer ophoudt. Het is een lange spiraal naar beneden, de bodem van de put. Ik zie geen licht. Geen licht maar ook geen lucht. Het is net alsof alle vensters en kieren in mijn hoofd zijn afgeplakt en ik langzaam stik. Al vijf dagen zit ik ziek thuis. Ik weiger om op te staan, me aan te kleden of überhaupt naar buiten te gaan. Sterre zit bij mijn ouders, die denken dat ik op vakantie ben met Maarten. Er is drank, ik heb weer geblowd zoals ik vroeger alleen met Maarten deed op het Zoldertje. Ik denk aan lust. Ik wil mezelf weer prostitueren. Het heden en verleden lopen steeds meer door elkaar.
Eergisteren dacht ik dat ik nog lid was en ben ik naar de Spieghel gegaan om mijn jaarclubgenoten te zien. Er waren veel andere jaarclubs, niet de mijne. Pas toen besefte ik dat mijn Albertianenleven al lang voorbij is. Het verleden was er wel degelijk en confronteerde me met mijn eigen heden. Alsof een emmer ijswater over mijn hart werd uitgestort. Ik heb me laten vollopen en strontlazarus laten versieren door een jongen van in de twintig. Toen we buiten stonden te zoenen fluisterde hij in mijn oor dat hij mij zo’n geile MILF vond. Ik weet nog maar sinds kort wat een MILF is. Zonder hem ben ik naar huis gegaan.
Op het Kattendiep heb ik staan huilen. Op hetzelfde Kattendiep, vlak bij het casino, heeft Maarten me ooit voor het eerst gevingerd. Hoe dronken ik toen ook was, dat ik me tegelijkertijd schaamde en me geweldig voelde staat me nog helder voor de geest, ook al heb ik de seks op die dag verder afgehouden. Ik was geen snol die je buiten kon nemen, vond ik. Toen vond ik dat nog wel. Naïef geloof in principes die ik nooit heb kunnen uitleggen.
Gisteren smsde die jongen weer. Hij vroeg of ik whatsapp had maar ik wist niet wat whatsapp was. Daarna hebben we erotisch gesmst. Uiteindelijk bleek hij bereid me te betalen voor seks. Twintig euro vroeg ik hem. Ik deed het niet voor het geld. Ik ben om drie uur ‘s nachts naar zijn studentenhuis in de Korrewegwijk (vlakbij eetcafe De Gans) gefietst en terwijl zijn huisgenoten ginnegappend en brallend in de keuken beslist niet meeluisterden met ons gekreun, deden we het in zijn ranzige bed (waarvan ik zeker weet dat het in geen drie maanden is verschoond).
De jongen in kwestie, niet eens lelijk, studeert bedrijfskunde en is lid van…Albertus. Ik kan me niet herinneren dat in mijn tijd de jongens op de Kroeg én lekker waren én bereid om voor geld seks te hebben met oudere vrouwen. Van mij weet hij gelukkig niets, zelfs mijn echte naam heb ik niet genoemd. “Anneke”, denkt hij nu dat ik heet. “Anneke en ik doe iets met kunst.”
Ik vroeg of ik hem Maarten mocht noemen. Toen ik weer uit dat huis wegging en de deur achter me dicht trok hoorde ik de huisgenoten joelen: “Maaaaaarrrrten! Oooooh Maarrrrten!”.
Ik voel niks. Ik denk aan mijn dode vriendin. Ik denk aan hoe kanker zich zo snel een weg vrat door haar lichaam en hoe we, toen we elkaar voor het eerst ontmoetten nog zo blijmoedig waren over onze seksuele escapades in de buitenlucht. Ik heb zin in chocolade. Ik ga de hele dag series kijken en ongegeneerd huilen.
Gruwelijk wentelend in de roes van mijn geheime bevrediging, de zelfbevestigende transactie van een hoer, mis ik niemand meer. Zelfs Sterre niet. Niemand niet.
Het is dat ik niet naar buiten wil, anders was ik lingerie gaan kopen. Lekker hoerig. Hoeveel studentes in Groningen zouden zich voor geld prostitueren?
Deze column werd eerder gepubliceerd op Studenten.net.