De nogal theatrale titel in combinatie met de buitenlandse naam van de schrijver doen een boekje vermoeden over de verhouding tussen geloof en ongeloof en de individuele overgang van een religieuze cultuur naar een seculiere maatschappij.
De Afghaans-Russische Massih Hutak, volgens de achterflap een multitalent, schrijft daar inderdaad over, maar wel erg bedekt en divers. De vertelsels, veelal over allochtonen, worden afgewisseld met afbeeldingen van een aantal schilderijen op doek in zwart-wit en brieven van zijn bijna-vriendin, die veel zinnen met puntjes eindigt, hetgeen op onzekerheid duidt.
In de brieven preludeert ze op de inhoud van de verhalen die erop volgen. In het eerste verhaal vliegt een jonge rapper naar Londen om inspiratie op te doen voor zijn eerste album. Hij mist nog een laatste lied. Een mevrouw naast hem is geïnteresseerd in het boek dat hij leest. Op grond van het motto voorin het boek moet dat Titaantjes van Nescio zijn. God komt in dit verhaal op de volgende manier voor:‘Ik kijk uit het raam omhoog en besef de grootste fout die God ooit gemaakt heeft. Hoe ver we ook komen als mensheid, we zullen nooit in staat zijn om Hem te vinden.’
Het is jammer dat we verder niets meer vernemen van de rapper, die zijn best doet niet in de vergetelheid weg te zakken. Het volgende verhaal gaat over een treinreis die de ik-figuur, half Rus, half Afghaan, vanuit Amsterdam met de Duivel maakt. De laatste heeft een afspraak met God, waarbij hij God wil duidelijk maken dat de verhoudingen in de wereld veranderd zijn en dat de mens zich aan God ontworsteld heeft. De ik figuur heeft zijn geloof afgezworen, maar voelt zich daar angstig bij.
In het absurde verhaal Halal varken gaat een multicultureel stel bestaande uit een Egyptische moslima en een Nederlander niet met elkaar maar met anderen naar bed. Het verhaal begint met de zin:‘Mijn vrouw is een vieze hoer.’ De man, David, gaat op haar advies naar de sportschool, maar die blijkt op de Wallen gevestigd te zijn. Hij sneert over de regels van de islam die gemakkelijk ontdoken kunnen worden.
Daarna volgen nog enkele zwakke verhalen over de aard van de Afghaan, die de verteller niet positief acht. Jongeren dienen de ouders strikt te gehoorzamen, volwassenen zijn vooral trots op niets en vrouwen stinken. Men heeft iets tegen een zwarte huidskleur en is het liefst blank, hoe blanker hoe beter. Alleen het eten is een uitzondering. De vader van Massih kookt een fantastische maaltijd voor zijn zoon en zijn bijna-vriendin. De laatste heeftDe vliegeraar van Khaled Hosseini gelezen en vindt dat hij zoiets moet schrijven. Ook wil ze meer van de relatie dan Massih. Volgt een zwak verhaal over een jongen, Kim, die de ziel van kinderen wil redden en hen daarom op een crèche doodsteekt. Tenslotte maakt hij zelf een einde aan zijn leven.
De afscheidsbrief van de bijna-vriendin, die ook nog eens zwart blijkt te zijn en dus weinig status geniet, eindigt met de volgende zinnen:‘En nee, ik geef je nergens de schuld van. Dit is gewoon hoe ik me voel en hoe ik dit meemaak.’ Einde van dit flutterige boekje met magere inhoud. Een ratjetoe die weinig noodzaak verraadt. Wellicht de makke van een multitalent dat met veel pijlen tegelijk schiet.
Uitgever: | Contact |
Pagina’s: | 126 |
Prijs: | 17.50 |
ISBN: | 9789025436735 |
Jaar: | 2011 |