De VVD heeft in de aanloop naar de verkiezingen van 12 september 2012 het plan gelanceerd om de van overheidswege gefinancierde ontwikkelingssamenwerking grotendeels af te schaffen. De storm van verontwaardigde reacties die daarop volgde was net zo voorspelbaar als de snelheid waarmee de discussie weer ging liggen. Ontwikkelingswerk is in Nederland geen kwestie van ratio maar gaat over de moraal. Ontwikkelingswerkers hoeven zich dan ook geen zorgen te maken, hun broodwinning komt voorlopig niet in gevaar, ook niet in tijden van crisis.
” De drijvende factor achter ontwikkelingswerk in het moderne Nederland is primair schuld- en boetedoening, het afkopen van de erfzonde. ”
De drijvende factor achter ontwikkelingswerk in het moderne Nederland is primair schuld- en boetedoening, het afkopen van de erfzonde. Eeuwenlang was Nederland een religieus land waar wekelijkse kerkgang met bijbehorende rituele geloof- en schuldbelijdenis, inclusief de afdracht van een klein geldbedrag aan de collecte, tot de vaste gewoontes behoorden. Schuld- en boetedoening voorzagen onmiskenbaar in een behoefte in de samenleving. De ontkerkelijking vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw heeft die intrinsieke behoefte tot schuld- en boetedoening niet minder gemaakt, zij het dat nu veelal niet religie en Bijbelse plichten dwingende argumenten zijn maar goede bedoelingen en een verheven moraal.
Morele bevrediging
Ontwikkelingswerk past in die traditie van schuld en boetedoening. Met ontwikkelingswerk wordt niet alleen gêne over relatieve rijkdom afgekocht, maar ook ongemakkelijke gevoelens bij een geschiedenis die elementen van slavernij en kolonialisme kent. De maandelijkse incasso van de favoriete ontwikkelingsclub en de overdracht van belastinggeld naar ontwikkelingssamenwerking zijn vormen van individuele en collectieve boetedoening. Ontwikkelingswerk is in wezen een surrogaat voor religie geworden. Ging het vroeger om het veiligstellen van een plek in de hemel, nu gaat het om morele bevrediging op aarde.
Die morele bevrediging wordt ook nagestreefd door progressieve westerse idealen te laten meeliften op ontwikkelingsprojecten. Ontwikkelingsprojecten worden geacht doelstellingen na te streven op het gebied van bijvoorbeeld gender (verbetering van de positie van de vrouw), homorechten en ecologie. Niet zelden botst dat met traditionele, conservatieve normen en waarden in ontwikkelingslanden. Maar dat is van ondergeschikt belang, centraal staan immers de goede bedoelingen.
” In de ontwikkelingssamenwerking kun je je hele leven onbezorgd blijven werken, ook al haal je geen resultaten. En niets is gemakkelijker dan andermans geld uitgeven. “
In een dergelijke context doen overtuigende, meetbare resultaten van ontwikkelingssamenwerking er niet zo veel toe. Het is leuk als verbeteringen kunnen worden getoond, maar gebrek daaraan is nog geen reden om er dan maar mee te stoppen. Pogingen om het bedrijfsleven te betrekken bij ontwikkelingssamenwerking hebben nooit op veel sympathie kunnen rekenen binnen het ontwikkelingswereldje. En niets is bedreigender voor het zelfbeeld van voorstanders van ontwikkelingssamenwerking als het enthousiasme dat in Afrikaanse landen aan de dag wordt gelegd voor Chinese investeringen, wars van goede bedoelingen en moraal en uitsluitend gericht op geld verdienen.
Scepsis
Uit de Barometer Internationale Samenwerking 2011 van het NCDO (PDF) volgt dat slechts 41% van de Nederlanders van mening is dat ontwikkelingssamenwerking zin heeft. De scepsis bij het Nederlandse publiek is bepaald gerechtvaardigd als men in ogenschouw neemt wat bijvoorbeeld ervaringsdeskundige Arjan Erkel in 2010 zei in een interview in Vice Versa, vakblad voor ontwikkelingssamenwerking: “In de ontwikkelingssamenwerking kun je je hele leven onbezorgd blijven werken, ook al haal je geen resultaten. En niets is gemakkelijker dan andermans geld uitgeven.”
Het zal dus wel loslopen met het VVD plan om drastisch te bezuinigen op het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Als gebrek aan overtuigende, meetbare resultaten immers een reden had kunnen zijn om ermee te stoppen, dan had ontwikkelingssamenwerking het geen zes decennia volgehouden. Ontwikkelingssamenwerking is geen rationele activiteit, maar voorziet in een behoefte tot schuld- en boetedoening en geeft voorstanders bovendien de ruimte om getuigenis af te leggen van een verheven moraal. Zolang die behoefte blijft bestaan bij Nederlanders zal er geld beschikbaar blijven voor ontwikkelingswerk en zijn serieuze bezuinigingen niet aan de orde.
CC-Foto: Steve Evans