Arjan Erkel zat twintig maanden onder erbarmelijke omstandigheden gevangen na zijn geruchtmakende ontvoering in Dagestan in 2002. Als medewerker van Artsen Zonder Grenzen was hij in handen gevallen van Tsjetsjeense rebellen. Na zijn vrijlating in 2004 besloot hij zich niet te laten belemmeren door zijn negatieve ervaringen. Hij bleef actief voor charitatieve instellingen, schreef drie boeken, geeft workshops en werd politiek actief. Vanaf september zit Erkel wellicht namens het CDA in de Tweede Kamer. Hij staat op nummer 23 van de lijst.
Is het niet zo dat het tegenwoordig in de Tweede Kamer meer draait om spelletjes en trucjes dan om het uitwerken van een bepaalde ideologie?
“Dat geloof ik niet, dat is wel heel negatief. Hoe dat spel zich precies afspeelt weet ik niet, want ik ben er nog nooit zo dichtbij geweest. Ik heb het van een afstand gevolgd en het lijkt me heel interessant om het zelf eens te ervaren. Het is als een pudding. Hij kan er lekker uitzien, maar je weet pas hoe hij smaakt als je het proeft. Als ik iets graag wil zorg ik er altijd voor dat ik bewegingen in gang zet om zoiets mogelijk te maken.”
Als ik je goed begrijp ga je meer voor de ervaring van Kamerlid zijn, dan om daadwerkelijk baanbrekende veranderingen door te brengen.
“Dan begrijp je me verkeerd. Natuurlijk heb ik mijn ideeën over hoe de maatschappij er uit zou moeten zien en hoe we met elkaar moeten leven. Dat wil ik graag naar buiten brengen. Maar het is iets nieuws en ik zal een hoop tijd kwijt zijn om te leren en om me aan te passen aan de normen en waarden die in Den Haag gelden.”
In een interview in De Volkskrant gaf je onlangs aan dat toen je zelf actief de politiek in wilde, je gesprekken hebt gevoerd met CDA, SP en D66, waarna jouw voorkeur op het CDA is gevallen. Dit onder meer omdat je uit een CDA nest komt en toenmalig minister Bot (CDA) jouw leven heeft gered door losgeld te betalen. Heb je het gevoel dat je de partij iets verschuldigd bent?
“Het CDA heeft, zeker ook van huis uit, altijd dichtbij mij gestaan. De gesprekken in 2004 met D66 waren inhoudelijk om te kijken of het iets voor mij was. Bij de SP deed de kans zich voor om eens een avond met Jan Marijnissen door te brengen. Ik heb nooit overwogen om iets voor de SP te gaan doen, maar door het artikel in De Volkskrant lijkt dat nu wel zo.”
In hoeverre speelt het geloof een rol in jouw keuze om voor het CDA te kiezen?
“Geloof is voor mij belangrijker vanuit de cultuur dan uit de religie. Religie kan belangrijk zijn om mensen te binden en daar moet ruimte voor zijn. Maar het is niet zo dat ik god zie als de leidraad voor mijn leven.”
Ben je niet bang dat je de nieuwe Jacques de Milliano wordt?
“Nee. Hij is direct vanuit Artsen zonder Grenzen overgestapt naar de Tweede Kamer en toen is hij gewoon gepiepeld. Er zaten al mensen op zijn post en die gaven hem niet de ruimte om zijn plannen te uiten. Ik ben al acht jaar weg bij Artsen zonder Grenzen en ben nu ondernemer. Ik weet me overal aan te passen tot nu toe, dus dat zal nu niet anders zijn.”
Sta jij volledig achter het partijprogramma van het CDA?
“Ja, voor een groot gedeelte wel. Er is geen enkele politicus die voor honderd procent achter het partijprogramma staat. Ik heb punten waar ik mijn bedenkingen over heb.”
Zoals?
“Bijvoorbeeld ontwikkelingssamenwerking. Waarom moet dat precies 0,7 procent zijn? Het gaat veel meer om de effectiviteit dan over hoeveel geld je erin pompt. Het gaat altijd over hulp, maar waarom niet op een bedrijfsvormige manier? Als we het bedrijfsleven een boost geven kan de middenklasse eindelijk groter worden.”
Het feit dat het CDA hierop wilde bezuinigen heeft juist bij veel kiezers kwaad bloed gezet.
“Dat klopt, maar dat hebben ze inmiddels teruggedraaid. Ik blijf erbij dat we ervoor moeten zorgen dat die hulp effectief is. Het heet nu samenwerking, het kan beter bedrijfsondersteuning of iets in die trant heten. Ik zou het nog meer op de infrastructuur en de economische ontwikkeling willen concentreren, naast de pure noodhulp. De laatste zestig jaar geven aan dat lang niet al het geld effectief gebruikt is. We moeten durven toegeven dat het niet allemaal goed gaat. Er zijn al een hoop minder landen die geld krijgen en minder verscheidenheid, waardoor er meer gefocust kan worden.”
Ben je niet bang dat jouw standpunt niet in goede aarde valt bij de CDA-kiezers?
“Het mag van mij ook best 0,7 procent blijven, als we de effectiviteit maar aanpakken. Ik ben nog steeds voor ontwikkelingssamenwerking, maar richt me graag op de verbeterpunten in plaats van de discussie of het wel of niet genoeg is.”
Het CDA heeft momenteel in de peilingen van Maurice de Hond 13 zetels, terwijl jij op nummer 23 op de lijst staat. Sta je niet gewoon op de lijst voor de beeldvorming, in plaats van om jouw politieke kwaliteiten?
“Ik neem aan van niet. Ik heb gewoon de sollicitatieprocedure gevolgd. Er zijn acht Kamerleden gebleven, er komen nieuwe mensen bij en het moet ongeveer fiftyfifty zijn tussen mannen en vrouwen. Ik sta bij de eerste zeven nieuwe mannen op de lijst, dat is niet slecht.”
Zoals het er nu naar uitziet ga je niet in de Kamer komen.
“Blijkbaar ben ik ook niet de superstar die direct op nummer drie binnenkomt. Daar kan ik best mee leven. Ik heb geen politieke ervaring en zit niet al jaren diep in de partij.”
Als het zo blijft is veel voorkeursstemmen verzamelen de enige kans om in de Kamer te komen. Hoe ga je dat voor elkaar krijgen?
“Ik ga binnenkort een campagne beginnen. Ik ben geen marketingdier, maar ben wel aan het kijken hoe mensen mij kunnen steunen. We denken aan een soort reality-soap op mijn eigen website, waar mensen mij kunnen volgen op weg naar de Tweede Kamer. Ik heb toch een soort campagneteam nodig. Iemand voor de (social) media, sponsoren werven of andere manieren om de aandacht te vestigen. Dit past ook bij het nemen van eigen verantwoordelijkheid om je doelen te bereiken. Niet afwachten, maar zelf de beweging naar het doel in gang zetten.”
Jouw campagne draait om ‘Stem Erkel’ in plaats van ‘Stem CDA’?
“Stem CDA, en als je dan toch CDA stemt, stem dan Arjan.”
Even wat anders. Denk je dat je zonder jouw ontvoering ook in de politiek was beland?
“Ik denk het wel. Ik volg het al jaren en bij Artsen zonder Grenzen en in het bedrijfsleven bedrijf je eigenlijk ook een soort politiek. Misschien dat het dit proces wel wat versneld heeft. Na mijn ontvoering ben ik gestopt met werk in de noodhulp, zonder dat was ik wellicht nog een aantal jaren langer blijven werken.”
Welke directe invloed heeft het op jou gehad om nu naar Den Haag te willen?
“De verbinding. Mensen zeggen vaak over het CDA dat het een middenpartij is die met alle winden mee waait zonder zelf een uitgesproken mening te hebben, maar dat hebben ze natuurlijk wel. Als je iets wilt bereiken in de politiek moet je het toch samen doen. Partijen met extreme punten, zoals SP en PVV, hebben uiteindelijk wel 76 zetels nodig om hun plannen te kunnen uitvoeren. Juist in tijden van crisis en polarisatie speelt religie daarin ook een rol. Mensen zijn ontevreden over bijvoorbeeld Europa en nieuwkomers in Nederland. Juist een partij als het CDA zorgt ervoor dat er een bepaalde verbinding terugkomt. Ik moest tijdens mijn ontvoering ook verbinding maken met mensen die ik niet kende en die ik als vijand zag. Ik heb gezien wat er met verbinding maken allemaal valt te bereiken. Elkaar behandelen met de menselijke maat is overal effectief. Dat heb ik de afgelopen acht jaar ook aan het bedrijfsleven meegegeven met mijn groeibureau Walking Tree. Vandaar dat het CDA ook zo’n logische keuze was voor mij.”
In 2006 was je kandidaat voor de gemeenteraad van Rotterdam, maar ben je niet gekozen. De kans is aanwezig dat de geschiedenis zich gaat herhalen. Trek je dan de conclusie dat Nederland niet op de politicus Erkel zit te wachten?
“Nou ja, zeg nooit nooit, maar het zou wel een grote hint zijn.”
Je hebt niet het geduld om nog vier jaar te wachten en je op de achtergrond te profileren?
“Ik heb mijn hele leven nog nooit echt concreet uitgewerkte plannen voor mijn toekomst gemaakt. Het zou kunnen dat ik er over vier jaar nog een keer voor ga, maar dan moet de partij nog wel op mij zitten te wachten en er moet ruimte zijn. Het heeft ook met leeftijd te maken. Ik ben nu 42, maar misschien dat ik er met 46 jaar alsnog wel weer in zou willen stappen. Goede vraag, ik heb er niet direct het juiste antwoord op. Nee is zo definitief. Maar de kans wordt in elk geval een stuk kleiner.”
Mocht het nu inderdaad niet gaan lukken, wat zijn dan concreet jouw toekomstplannen?
“Ik heb een erg leuk bedrijf met zes partners, ben bezig met een documentaire en zal nog wel eens een boek schrijven. Ik heb genoeg andere dingen te doen, maar die wil ik op dit moment graag opzij schuiven om deze droom te verwezenlijken. Zo zit ik in elkaar.”