Reggae in de sneeuw van Marit van der Meulen begint zowel clichématig als heftig. Clichématig omdat de hoofdpersoon, de 21-jarige Tara, in de eerste zin wakker schrikt om zich vervolgens naar haar saaie administratieve baantje te haasten, waarbij ze tot overmaat van ramp haar metro mist. Heftig omdat ze, nadat ze de bus heeft genomen, in de chaos van een bomaanslag belandt, die – zo blijkt al snel – niet op zichzelf blijkt te staan, want vlak ervoor zijn op drie andere stations in Amsterdam ook bommen ontploft.
In het tweede hoofdstuk doet Van der Meulen uit de doeken hoe Tara haar vriend Mimoun heeft leren kennen. Als lezer knutsel je dan automatisch een optelsommetje in elkaar: bomaanslagen plus Marokkaanse vriend. De uitkomst van het sommetje ligt voor de hand: dikke kans dat Mimoun – met zijn vrienden – achter de bomaanslagen zit.
De flash-back duurt maar liefst twaalf hoofdstukken, waarin het vooral over de ontluikende liefde gaat. Uitgebreid wordt er verteld over hoe Tara zich verliest in Mimoun en haar vriendinnen verwaarloost en over de eerste barsten in de relatie.
Langzaam maar zeker ontstaat de indruk dat Mimoun niet deugt. Zo wordt hij ontslagen in de koekjesfabriek waar hij werkt omdat hij chronisch te laat komt. Wanneer hij vervolgens nog voor dezelfde dag een baantje bij een boer probeert te regelen en hij nul op het rekest krijgt, ontsteekt hij in woede en bestempelt hij de boer als een racist. Maar iemand die niet deugt, hoeft natuurlijk bij lange na nog geen terrorist te zijn. Daarom geeft Van der Meulen verschillende signalen, waaronder een rondslingerende foto van Osama Bin Laden, dat Mimoun weleens meer zou kunnen zijn dan zomaar een lapzwans. Tara zelf heeft overigens niks door. Zelfs nadat ze na de bomaanslag een tikje verlaat en wiebelig alsnog op kantoor belandt, valt het kwartje niet.
Het is een spagaat: aan de ene kant houdt Van der Meulen haar protagonist naïef en onwetend en aan de andere kant probeert ze haar lezers een bepaalde kant op te duwen. Of nauwkeuriger geformuleerd: een fuik in te lokken. Maar ze duwt zo hard dat de twijfel toeslaat. Want, zo denk je halverwege, zou de schrijfster nou echt willen uitdragen dat Marokkanen al dan niet per definitie schorem zijn? Nee, natuurlijk niet. Waarna er nog maar een andere optie overblijft, namelijk dat de schrijfster haar lezers wil confronteren met hun vooroordelen, waarbij ze voor het gemak maar een aantal dei ex machina uit de kast trekt om het verhaal rond te krijgen. Het is bijna alsof de auteur haar lezers willens en wetens een lading vooroordelen door de strot probeert te duwen om hen vervolgens te ontmaskeren als een stelletje racisten. Waar is hier de logica?
Qua schrijfstijl balanceert Van der Meulen daarbij bij herhaling op het randje van het pathetische, en een paar keer valt ze daadwerkelijk over die rand heen. Ter afsluiting twee voorbeelden. Het eerste voorbeeld is afkomstig van bladzijde 67:
‘Toen Mimoun met zijn pik in haar kwam, zag ze een adembenemende zee met een lucht vol regenboogkleuren. De zon was een discobal en in de zee sprongen vissen rond die zelfs door National Geographic nog niet waren ontdekt.’
Het tweede voorbeeld is te vinden op bladzijde 117:
‘Het trappenhuis van haar nieuwe woning rook muffig. Ze gooide de brief in haar laatste verhuisdoos, die ze vervolgens moeizaam omhoog sleurde: acht trappen moest ze op. Zuchtend van de spierpijn beklom ze de laatste trede. Uit pure moeheid struikelde ze over haar eigen voeten. De doos glipte uit haar armen en de inhoud viel op de vloer in het plasje met water dat de schoonmaker had achtergelaten.’
Extra citaten:
‘Ze lag op bed en keek naar haar tenen. Tara wiebelde ze af en toe om te kijken of die rare dingen wel bij haar hoorden.’ (Blz. 72)
‘Thuis stond ze twee uur onder de douche. Ze probeerde om haar lichaam zo week te laten worden dat ze met het water mee kon stromen, het putje in, naar zee.’ (Blz. 134)
Uitgever: | Elikser |
Pagina’s: | 173 |
Prijs: | 16.00 |
ISBN: | 978 90 8954 308 0 |
Jaar: | 2011 |
Website auteur: | http://www.maritvandermeulen.nl |