Romney is een leugenaar. Tenminste, als je de Boston Globe, de belangrijkste krant in de staat Massachusetts waar Romney ooit gouverneur was, mag geloven. Die krant openbaarde donderdag namelijk dat Romney niet zoals hij zelf zegt in 1999 afscheid nam als directeur en groot-aandeelhouder van Bain Capital, maar pas in 2002. Volgens een onderzoekje van de vermaarde Washington Post fact checker valt het allemaal wel mee, dus who cares zou je zeggen. Toch past het bericht in een groter verhaal rond Romney dat hem steeds meer zal opbreken.
Transparantie
In januari, toen de Republikeinse nominatiestrijd in volle gang was, werd van de verschillende kandidaten door diverse media gevraagd om hun belastingsaangiften van de laatste jaren te openbaren. Dat is een goed gebruik tijdens Amerikaanse verkiezingen, omdat kandidaten op die manier kunnen laten zien met wat voor praktijken ze hun geld hebben verdiend en of ze de overheid geen oor hebben aangenaaid.
Romney, wiens vader als politicus ooit die traditie lanceerde, was erg huiverachtig en besloot uiteindelijk om niet verder terug te gaan dan 2010 met zijn transparantie. Toen hij dat uiteindelijk deed werd hij het gezicht van president Obama’s bewering in zijn State of the Union Address dat de rijken te weinig belasting betalen; ondanks een vermogen van enkele honderden miljoenen dollars bleek Mitt Romney dankzij slimme trucjes en allerlei buitenlandse bankrekeningen een lager belastingpercentage te betalen dan Amerikanen die op een modaal inkomen zitten.
Waar rook is, is vuur
De discussie over de precieze datum dat Romney afscheid nam van Bain Capital draait om dezelfde hang naar transparantie. Bain Capital heeft als eigenaar heel wat opgekochte bedrijven failliet laten gaan. Het gevolg daarvan is dat werknemers in heel Amerika hun baan verloren en aan lager wal raakten, terwijl Bain Capital en haar eigenaren stinkend rijk werden. Als Romney nog drie jaar langer directeur was, zou hij dus ook nog drie jaar langer verantwoordelijkheid hebben gedragen voor verloren banen en armoede. Dat is op zich al een probleem, juist tussen 1999 en 2002 nam Bain Capital enkele dubieuze beslissingen, onder meer als eigenaar van speelgoedwinkel KB Toys, maar de vraag is vooral waarom Romney er niet eerlijk over zou zijn.
Romneys twijfel om zijn belasting te openbaren en zijn weigering om daarin meer dan twee jaar terug te gaan, impliceren dat hij iets te verbergen heeft en het bericht van de Boston Globe voedt dat beeld. Romney zal wel iets te verbergen hebben want waar rook is, is vuur. De verkiezingen dit najaar zullen in grote mate draaien om de vraag wie de betere kandidaat is – of de minder slechte – om de economische problemen het hoofd te bieden: de zittende president die zich persoonlijk kan inleven in de moeilijke positie van mensen die worstelen om het hoofd boven water te houden maar die er in vier jaar niet in geslaagd is hun positie te verbeteren, of de rijke zakeman die heeft bewezen de economie te begrijpen maar die geen enkele compassie lijkt te hebben voor mensen die zelf niet stinkend rijk zijn.
Persoonlijkheid
Zijn gebrek aan transparantie en de aanhoudende twijfels maken het verhaal van Romney niet sterker. Likeability, de mate waarin het electoraat een kandidaat op persoonlijk vlak mag, is een belangrijke factor in verkiezingen. Als mensen het idee hebben dat ze iemand mogen, met een kandidaat een biertje zouden kunnen drinken, vergroot dat de mate waarin ze hem als politicus vertrouwen. Precies dat is wat Romney mist en alleen als hij volledig open is over zijn verleden kan hij de controle over zijn persoonlijke verhaal herpakken. Het beeld dat hij liegt, al dan niet terecht, zal hem nog lelijk opbreken in aanloop naar november.
Adriaan Andringa is hoofdredacteur van de WarRoom.