Een topjaar moest het worden voor de Nederlanders in de Tour. Met drie Nederlandse ploegen en achttien renners was ons land nog nooit zo goed vertegenwoordigd. Bovendien waren er voldoende kansen om de eerste Nederlandse etappewinst sinds 2005 bij te schrijven en misschien zou er zelfs wel weer eens een Nederlander in de top van het klassement eindigen. Van zeker tien renners werd veel verwacht maar de helft daarvan zit niet meer op de fiets. Goede reden voor DeJaap om Frank Kwanten, commercieel manager van Neerlands tweede wielerploeg Vacansoleil-DCM, eens stevig aan de tand te voelen.
“Met Wout Poels gaat het stapje voor stapje beter” volgens Kwanten. De renner van Vacansoleil-DCM, die een goed klassement als doel had voor deze ronde, kwam al vroeg ten val waarbij hij drie gebroken ribben, gekneusde longen, een gescheurde nier en een gescheurde milt opliep. Inmiddels is hij vanuit Frankrijk overgebracht naar een ziekenhuis in Venlo waar hij nog altijd op de intensive care ligt.
Verwachtingen
Hoewel hij aangeeft dat de ploeg erg meeleeft met Poels en dat de emoties hoog opliepen toen bleek dat de kopman voor het klassement was weggevallen, wil Kwanten er niets van weten dat die tegenslag oorzaak was voor de opgave van maar liefst drie renners tijdens de zware rit op donderdag. “Het gaat er om dat renners zelf verwachtingen hebben van hoe ze moeten presteren. Als ze dat dan door omstandigheden niet kunnen waarmaken en klimmers in de bergen voorbij gereden worden door sprinters, slaan frustraties toe. Je vraagt je dan af waarom je nog rijdt en dat is mentaal heel zwaar. Als je dan leeg en geblesseerd bent is afstappen vaak een gevolg terwijl het ook voor de renners het hoogtepunt van het jaar is.”
Er lijkt echter meer te spelen in Nederland wielerland. Terwijl nog vijf man van Vacansoleil-DCM op de fiets zitten, heeft Rabobank nog vier man in koers. Samen zou dat precies één ploeg zijn, een treurige score. Het valt ook op dat Nederlanders altijd bij valpartijen betrokken zijn, terwijl klassementsrenners als Wiggins, Evans en Nibali vrijwel ongeschonden door een nerveuze eerste week heen komen. Hoe komt het dan toch dat Nederlanders steeds maar niet op hun fiets kunnen blijven zitten?
Strategie
“Als je met een kopman als Evans of Wiggins naar de tour gaat, kan je de ploeg op die ene kanshebber inrichten. Je weet dat je kopman een zekerheidje is en dus kan een hele ploeg ook gezamenlijk die ene man beschermen. Als je niet over een dergelijke topper beschikt moet je als ploeg je kansen spreiden. Dan kan niet iedereen in dienst van één man rijden en lopen al je renners een groter risico. Dat is precies wat de Nederlandse renners en ploegen opbreekt” aldus Kwanten.
Toch lijkt die logica maar ten dele op te gaan. Toen de Raboploeg in 2008 met tweevoudig Vuelta-winnaar Denis Mensjov één van de absolute favorieten voor de eindoverwinning in de gelederen had, besloot ploegleider Erik Breukink evenwel een deel van zijn renners in te zetten om de groene trui om de schouders van Óscar Freire naar Parijs te halen. Hoewel dat lukte lijkt het niet onwaarschijnlijk dat een ploeg die volledig om Mensjov heen was gebouwd in staat was geweest om de gele trui naar de Champs-Élysées te brengen. Het lijkt er dus op dat Nederlandse ploegen gewoon niet volledig op één paard durven te wedden, met (tegen)vallende kopmannen als logisch gevolg.
Verloren ronde
Inmiddels is de tour van 2012 voor Nederland een verloren ronde. Wellicht dat Johnny Hoogerland, Kenny van Hummel of Steven Kruijswijk nog voor wat Nederlands succes kunnen zorgen, allen zaten ze al eens goed mee of zaten ze er dicht bij in de sprint, maar deze Ronde van Frankrijk is nu al een teleurstelling. Gelukkig zijn veel van de Nederlandse deelnemers dit jaar nog vrij jong en is er bijna niemand bij voor wie dit jaar een laatste kans was. Volgend jaar beter dus, en aan de instelling van Kwanten zal het niet liggen. Die verwacht zelfs deze ronde nog wel vuurwerk van zijn renners, in de sprint of in de aanval.
Toch zal ook bij Vacansoleil-DCM nagedacht moeten worden over een manier om belangrijke renners te beschermen. Zolang het peloton er niet in slaagt zichzelf goed te organiseren, zullen de ploegleiders daarvoor de verantwoordelijkheid moeten dragen en de Nederlandse ploegen lijken in een doordachte strategie nog niet echt uit te blinken. Natuurlijke zijn de valpartijen zelf niet de schuld van de Nederlandse renners, maar zonder doordachte strategie zal de huidige Gouden Generatie van het Nederlandse wielrennen blijven (tegen)vallen.