Ik hoorde iemand zeggen dat ‘een Nederlandse etappezege iedere dag weer één stap dichterbij komt’. Het klopt. Net als die wereldtitel in het voetbal. Of de Elfstedentocht. Of, waarom niet, de eindzege in Parijs.
Het lijkt niet voor dit jaar te zijn. Ik zou althans niet weten wie het nu nog zou moeten klaarspelen. Ja, vóór de Tour, toen wist ik het wel. Toen hadden we nog twintig etappes en achttien Nederlandse renners dus er was welbeschouwd meer dan genoeg voor iedereen.
Nu is er nog een handvol etappes over. En een halve hand met renners. Het is pech gehad, letterlijk. Verlies nemen en volgend jaar opnieuw proberen. Dan zijn er opnieuw twintig etappes. En nog wel meer dan achttien Nederlandse renners.
Wat me opvalt is de steeds sterkere solidariteit tussen de nog overgebleven Nederlanders in de Tour. Die lijkt niet bevorderlijk voor de resultaten. Loopt u wel eens de hele daguitslag van een slopende bergetappe na? Let dan op de Nederlandse vlaggetjes achter de namen van de renners, keurig bij elkaar. Op plaats 138, 139 en 140 kwamen er drie binnen. Van drie verschillende ploegen nog wel. Het zijn renners die elkaar hebben opgezocht in de Bus. Het is mooi, ik hou van solidariteit. Maar het legt pijnlijk bloot hoe de roodwitblauwe vlag er bij hangt.
Pieter Weening die Robert Gesink een duwtje geeft. Het is niet uit weelde. Het is, helaas, de solidariteit der kanslozen.
Zet dat eens af tegen de rivaliteit van de meedogenloze winnaars. Peter Post en Jan Raas. Het was soms gênant hoe die zichzelf, elkaar en hun renners te kijk zetten in de koers. Maar ze namen achter hun ploegleiderswagen wel een sleepnet vol zeges mee naar huis.
‘Het is tijd dat we weer gaan winnen. Als ik in een kopgroep zit met andere Nederlandse renners, dan kunnen we misschien samen iets proberen. We kennen elkaar goed, we rijden zeker niet tegen elkaar.’ Het zijn de woorden van Koen de Kort, de renner die ik de dagzege misschien nog wel het meeste gun. Peter Sagan zul je ’t niet horen zeggen. Die heeft nauwelijks landgenoten in de Tour. Kijk de vlaggetjes in de uitslag er maar op na.
Solidariteit van de kanslozen. De ploegleiders deden op de eerste rustdag een Tourquiz, gepresenteerd door Filemon Wesselink. Links zat Vacansoleil, rechts zat Rabobank en achterin Argos-Shimano. En Frits Barend, die was er ook. En die won met zijn journalistenteam. Daar kon de combine van liefst drie ploegen niet tegen op. Weer een kans op een zege verprutst. Dat was met Jan Raas en Peter Post nooit gebeurd. Die zouden namelijk nooit met elkaar in één ruimte een spelletje doen tijdens de rustdag.
Als de Tourquiz van Filemon een jaarlijks terugkerend evenement wordt, dan komt de winst voor de ploegleiders vanaf nu ook iedere dag weer één stap dichterbij.