Weinig valt meer toe te voegen aan de discussie over of wielrennen nu wel of niet een teamsport is. Voor het denken daarover verwijs ik u gemakshalve naar het urenlange gekeuvel van Herbert en vooral Maarten elke middag op de staatsomroep.
Feit is dat wielrenners teams om zich heen formeren en dat we het dus als teamsport zullen benaderen. De trouwe wielrenvolger weet ondertussen hoe laat het is als iemand als Chris Anker Sorensen of Jens Voigt zich vooraan het peloton meldt. Negen van de tien keer is dat niet voor eigen succes, maar zetten de tempobeulen zich vooraan om te controleren, ontsnappers in te rekenen en het klassement van de kopman veilig te stellen.
En een beetje kopman heeft één meesterknecht. Nibali heeft Basso, Evans heeft Van Garderen en Wiggins heeft Froome. Chris Froome sleet de vroege jaren van zijn carriere in betrekkelijke anonimiteit. De Tour van Mauritius in 2006 was lange tijd zijn grootste succes en een 84e plaats in zijn eerste en enige Tourdeelname in 2008 spreekt ook niet echt tot de verbeelding.
Maar Chris Froome kon klimmen en tijdrijden en mocht dus in 2011 mee als voornaamste knecht van Wiggins in de Vuelta. Na het pareren van enkele aanvallen voor zijn kopman reed hij een spectaculaire tijdrit en versloeg hij zelfs chronomeister Wiggins zelf. De Vuelta werd volkomen verrassend gewonnen door de Spanjaard Cobo, maar wat voor ons relevant is, is dat Froome tweede werd. Toen bleek dat chef Wiggins het niet kon bolwerken kreeg Froome carte blanche om mee te springen in de bergen. Maar toen was het voornaamste leed al geleden. De achterstand van Froome was te serieus om de Spanjaard van zijn overwinning af te houden.
De trouwe vazal van Wiggins rook aan het succes en dat lijkt zich deze Tour te herhalen. Zowel in de tijdrit als in de bergen wordt duidelijk dat Froome weinig voor Wiggins onderdoet of misschien wel sterker is. Maar ja, hij is geen kopman. Dus bleef hij trouw bij Wiggins en pareerde hij de nodige aanvallen. Maar even, heel even liet de halve Keniaan zich in de ziel kijken. Een korte demarrage, hij loste zijn eigen kopman om vervolgens demonstratief om te gaan zitten kijken en hoofdschuddend zich te laten terugzakken. Achteraf beweerde Froome dat de radio niet functioneerde. Arme Chris, iedereen weet dat dit onzin is. Even dacht hij vrij te zijn en voor eigen succes te gaan, maar in no-time werd hij teruggedirigeerd. Een knecht zal knechten, of niet zijn.
De affaire kreeg een aardig staartje toen de partners zich ermee bemoeiden. Met dank aan twitter kunnen nu ook wielervrouwen anders dan Peta Todd hun moment of fame beleven. La Froome had het over de hondachtige trouw van haar man en over hoe sommigen daar misbruik van maken. Het laat zich raden dat ze hiermee niet op zichzelf doelde. Toen La Wiggins het vervolgens had over het beulswerk van twee andere Sky-knechten, maar Froome niet noemde, was het bal. ‘Typical’, zo sneerde La Froome naar La Wiggins.
Zo moet de sfeer in de teambus ook geweest zijn. Wiggo bedankt en omhelst zijn trouwe vazallen, maar kijkt even de andere kant op als hij Froome tegenkomt, de meesterknecht die zich tegen alle wetten in even, heel even kopman waande.
En Froome? Die zat mokkend over zijn kopman op de achterbank van de bus, de plek waar opstandige jongetjes al sinds jaar en dag gaan zitten. Koptelefoon op, zonnebril erbij en een Metallica-plaat op. En als je goed luistert, heel zachtjes, hoor je hem meezingen. The slave becomes the master. Contador onttrok zich aan Armstrong, Ullrich versloeg Riis en Greipel vertrok om onder de schaduw van Cavendish uit te kunnen komen. Ooit zal hij kopman zijn. Ooit. Maar één ding weet hij zeker. Een grote ronde te verspelen, omdat hij niet voor eigen kans mag rijden? Dat nooit meer.
Peter Kwint gelooft heilig dat Chris Froome na dit jaar vertrekt bij Team Sky of als dank voor bewezen diensten volgend jaar als kopman de Tour zal rijden.