Reizen met het openbaar vervoer is voor iemand van mijn omvang iets moeilijker. Op dit moment probeer ik af te vallen en mezelf te motiveren om hier mee door te gaan. Deze week zal ik het hebben over mijn ervaringen in de trein, tram en bus.
Territorium beschermen
De problemen met de trein zijn eigenlijk hetzelfde als bij de metro, waar ik het vorige week over had. Het verschil zit in de indeling van de stoelen. In de trein zijn er de tweezitters en de vierzitters. Ik heb weer dezelfde gedachtestroom als bij de metro. Dan hoop ik weer dat er niet veel mensen in de trein zitten. Soms werkt het en soms werkt het niet. Als ik in een tweezitter plaats neem, dan zet ik altijd mijn tas naast mij in de andere stoel. Om mensen te tonen dat het bezet is, om mijn territorium te beschermen. Dieren hebben hun eigen manier hiervoor. Ik ben blij voor de mensen in de trein dat ik nooit heb geprobeerd wat een hond doet om zijn territorium te beschermen. Ik denk dat ik het zelf ook niet fijn zou vinden om met die geur te reizen
Knagend geweten
Wanneer de trein vol is en de plaats naast mij is de enige die nog beschikbaar is begint mijn geweten te knagen. Dan verwijder ik mijn tas om voor mensen in een indirect gebaar plaats te maken. Interessant is wat er gebeurt. Mensen gaan niet zitten. Aaaah! Dat doet heel veel pijn omdat ik plaats maak, maar de persoon in kwestie gaat toch liever in een ander treingedeelte kijken voor een zitplek dan naast mij zitten. Dan probeer ik positief te denken en zeg tegen mezelf: “misschien moet de persoon naar het toilet.” Maar dat is de andere kant op…Hmpf! Frustraties.
Wanneer het toch gebeurt dat iemand naast mij gaat zitten, probeer ik niet te bewegen. Ik ben muisstil. Ik denk aan mijn ademhaling. Het is niet fijn voor mij op dat moment maar ik wil niet de ander lastig vallen. Het is moeilijk. Ik denk dat je je kunt realiseren hoe blij ik ben wanneer ik uit de trein ben.
Oude trams in Rotterdam
Met de tram is het eigenlijk allemaal een beetje hetzelfde als bij de metro en trein. Ik heb niet echt andere ervaringen met dit openbaar vervoer. Het enige voordeel bij dit transportmiddel is dat er éénzitters zijn. In ieder geval in de oudere versie trams van Rotterdam. Daar hoef ik mijn geweldige lichaam niet in te zetten om andere mensen te knuffelen. Dat is een groot voordeel voor mijn medereizigers en voor mij.
Achterin de bus wachten
De bus. Haha, ik denk ineens aan iets wat er gebeurde in Zwolle. Soms is de bus gewoon zo vol dat het tot de uitgang helemaal vol zit. De uitgang is in het midden of voorin. Ik zat helemaal achterin de bus. Ik hoopte en dacht laat mij asjeblieft niet de enigste zijn die hier moet uitstappen. Dus ik wachtte tot dat iemand op het knopje zou drukken. Maar helaas niemand drukt. Argh! Op dat moment durfde ik gewoon niet uit de bus te gaan. Ben ik de enigste die in deze buurt woont? Waarom? Dan maar bij de volgende halte mijn kansen wagen. Ja, echt ik heb gewacht om anderen niet lastig te vallen.
Vluchten via de nooduitgang
Ik herinner mij nu ook mijn tijd in Stoke-On-Trent, Engeland. Het is daar zo typisch. De bussen hebben daar een ingang dat ook gelijk de uitgang is. Dat is helemaal voorin de bus. Ik denk dat jullie al weten wat ik ga schrijven. Het was echt lastig. Soms wilde ik gewoon de nooduitgang openen om eruit te vluchten. Ik wilde voorin zitten om er makkelijk uit te kunnen, maar die plekken zijn gereserveerd voor ouderen en gehandicapten. Soms dacht ik wel dat ik mezelf ook tot de gehandicapten mag rekenen. Ik ben toch dik, is dat geen handicap dan? Jullie zullen wel begrijpen hoe opgelucht ik was als ik uit de bus was en weer in de open lucht vrij kon bewegen.
Deze blog verscheen al eerder op Life & Dialogue
CC-Foto: ArtVandelay13