@jessespector MOVIE DOESN’T START FOR 20 MINUTES
— Jessica Redfield (@JessicaRedfield) July 20, 2012
Jessica Ghawi. Dat is haar naam. Een op het eerste oog leuke, niet onknappe jonge meid die houdt van hockey en van plan is om sportjournaliste te worden. Op twitter gaat ze onder de naam JessicaRedfield door het leven, op Instagram als Jessi_red. Zij is het gezicht geworden van de schietpartij in een bioscoop in Aurora, Colorado. Een simpele Google-search op haar naam levert genoeg hits op, bijna allemaal van vandaag. Zij is één van de (vooralsnog) twaalf slachtoffers van het bloedbad. Er zijn waarschijnlijk maar heel weinig mensen die weten hoe de andere slachtoffers heten, laat staan hoe ze er uitzien.
Een blik op de tijdlijn van Jessica leidt je door haar laatste avond. Je leest de tweets, ziet voor je hoe een leuke jonge vrouw in de bioscoop wacht op een film, waarna een pandemonium uitbreekt. Vrienden proberen haar te bereiken, maar komen na een tijdje tot de conclusie dat het tevergeefs is. Het is juist daarom extra pijnlijk om te lezen dat ze op twitter zet dat ze een vriend moest overhalen om de film met haar te gaan kijken. Maar het wordt pas echt cru wanneer uit een post op haar blog blijkt dat ze eerder dit jaar aanwezig was bij een grote schietpartij in Toronto.
What has been seen
Internet kan iedereen die dat wenst de meest gruwelijke dingen voorschotelen, op welk gebied dan ook. Maar juist het lezen van zo’n timeline lokt op internet veel reacties uit. Hoe kan het, dat het internet in staat is tot de meest vileine acties, maar een twitter-timeline zoveel mensen raakt?
Het is simpel: In eerste instantie komen bij zo’n gebeurtenis alleen de harde feiten binnen. Schietpartij, chaos, doden. Dan komen iets meer details binnen over het aantal slachtoffers en wat er precies gebeurde. Maar op een gegeven moment droogt die stroom aan informatie op.
Op het moment moeten die harde feiten een verhaal maken dat dichterbij komt. Er moet een soort persoonlijke relatie met het verhaal ontstaan, dan pas heeft het echt impact.
Het Utoya-blog
Hetzelfde gebeurde toen Anders Breivik zijn aanslag pleegde in Noorwegen. Anderhalve dag nadat de informatiestroom was gaan liggen schreef een overlevende een blog (geschreven in het Noors) over haar gebeurtenissen op het eiland. Ook dit zorgde ervoor dat het bloedbad tastbaar werd voor veel mensen.
Juist nu, in een wereld waar mensen op internet een betere relatie hebben met onbekenden dan met hun eigen buren, zorgen dit soort persoonlijke verhalen ervoor dat dergelijk nieuws meer is dan alleen een berichtje op een site of een item tijdens het journaal.
Franse grap
Het Midden-Oosten is hier een mooi voorbeeld van. Beschietingen hier, bomaanslag daar. Het blijft op afstand. Niet alleen omdat de relatie met het Midden-Oosten heel anders is dan die met de Verenigde Staten, maar omdat de berichten niets slechts het volgende bevatten: “Bij een aanslag in land [X] zijn [Y] mensen omgekomen en [Z] mensen gewond geraakt.”. Het zijn de droge feiten, niet meer dan dat.
De Duitse columnist Kurt Tucholsky schreef het al in zijn Franzˆsischer Witz: “Der Tod eines Menschen: das ist eine Katastrophe. Hunderttausend Tote: das ist eine Statistik.”