In een week waar er politiek in Nederland amper wat is gebeurd zijn er ook vrijwel geen verschuivingen (PDF). Nog steeds ziet het ernaar uit dat de verkiezingen op 12 september de tweestrijd SP – VVD zal opleveren en dat de PvdA, CDA, PVV en Groen Links heel blij mogen zijn als ze in de buurt van de uitslag van 2010 komen.
Ook zien we dat de vraag wie men als premier wil hebben, Rutte of Roemer, vrijwel dezelfde uitslag geeft als begin juli. Beide scoren nu 44 procent. Hun aanhang komt echter van heel verschillende partijen. VVD en CDA kiezers zijn sterk voor Rutte. Kiezers van SP, PvdA, en Groen Links sterk voor Roemer. Kiezers van D66 hebben ook een duidelijke voorkeur voor Rutte. Kiezers van de PVV uit 2010 zijn over de vraag Rutte of Roemer als premier zeer verdeeld.
Daaraan is nu toegevoegd de vraag hoe men zou reageren als niet de persoon van voorkeur premier wordt, maar de ander. De afkeer voor Roemer onder degenen die Rutte als premier willen is wat groter dan de afkeer voor Rutte onder degenen die Roemer als premier willen.
Stemzekerheid
Deze week is ook gekeken welke verschillen er zijn onder de kiezers met betrekking tot de zekerheid van het stemmen op een partij.
Eerst die mate van zekerheid naar een aantal kenmerken:
– Jongeren weten veel minder zeker welke partij te stemmen dan ouderen.
– Mensen met een hogere opleiding twijfelen beduidend meer over hun keuze dan mensen met een lagere opleiding .
Ten slotte staat in de bijlage (PDF) een tabel met daarin de stemzekerheid naar de partij van voorkeur. Daaruit zijn o.a. de volgende conclusies te trekken:
– De VVD en de SP hebben min of meer vergelijkbare cijfers. Beide partijen lijken hun huidige kiezers goed vast te houden. Tegelijkertijd lijken de groeimogelijkheden ook niet meer zo groot te zijn.
– Maar ook de PVV heeft cijfers die behoorlijk lijken op die van de VVD en de SP. Groeipotentie van de PVV lijkt op dit moment dus ook beperkt te zijn
– Ook CDA en de PvdA hebben cijfers die goed met elkaar vergelijkbaar zijn. Staan er nu slecht voor. Beide partijen hebben nog wel een kans om meer van de potentiële kiezers aan te trekken, maar dan moeten ze die wel respectievelijk van de VVD en SP weg- of terughalen.
– Bij D66 kan het alle kanten uit. Veel kiezers die nu D66 zeggen twijfelen er nog over. Aan de andere kant zit er ook nog wel een groeipotentie in. Het zou wel eens kunnen zijn dat de potentiële kiezers van D66 indirect gaan bepalen wie op 12 september de grootste gaat worden, de VVD of de SP. Als D66 ruim boven de 15 zou eindigen dan is dat goed nieuws voor de SP en als D66 ruim onder de 15 zou gaan eindigen dan is dat goed nieuws voor Rutte.
– De positie van Groen Links lijkt qua structuur wel wat op die van D66, maar met een groot verschil. D66 staat op een winst van 5 zetels en Groen Links staat op een verlies van 5 zetels. Groen Links kan zowel nog verder dalen als toch nog enkele zetels stijgen. Maar dat laatste kan alleen als die kiezers niet naar SP, PvdA of D66 gaan, zoals nu het geval is.
– De ChristenUnie heeft veel potentiële kiezers, die nog niet definitief zeggen ChristenUnie te stemmen. Uit eerder onderzoek blijkt dat deze partij vooral in de slag is met het CDA onder de kerkelijke kiezers. De scores lijken aan te geven dat ChristenUnie op 12 september best wel eens tot de winnaars zou kunnen gaan behoren.
De wekelijkse opiniepeiling van Maurice de Hond is een uitgave van Peil.nl.
