Eerst het EK. Naadloos over in de Tour en met slechts een paar rustdagen beginnen morgen de Olympische Spelen alweer. Ik ben een enorm sportliefhebber maar voor mij wordt het nu toch een beetje te veel allemaal. Ik zal blij zijn als het op 12 augustus allemaal voorbij is.
Heen en weer zappen
Ik begon op 8 juni nog vol goede moed aan de sportzomer. Het EK begon. Tijdens de groepsfase keek ik keek alles. Als er twee wedstrijden tegelijk waren, zapte ik zelfs heen en weer. Stel je voor dat ik een prachtige actie zou missen. Maar ja. We weten allemaal hoe het EK gelopen is.
Toen Oranje eenmaal uit de race lag, kon ik het slecht opbrengen om naar wedstrijden als Tsjechië – Portugal en Duitsland – Griekenland te kijken. Vast leuk hoor, maar voor wie moet ik dan juichen? Maar kijken deed ik meestal toch. Want stel je voor.
Schriftelijk afgedaan
Gelukkig kreeg ik op 30 juni een herkansing. De Tour. Dat vind ik sowieso leuk en wie weet kregen de Nederlandse sporters daar wel een herkansing. Nee. Natuurlijk niet. Valpartijen ja. Daar waren we bij betrokken. En los van wat leuke aanvallers als Voeckler en Luis Leon Sanchez was het een veel te saaie Tour. Een die al na een week verder schriftelijk afgedaan had kunnen worden.
Maar toch kijken hè. Want stel je voor dat je weer iets mist. Een eenzame aanval van Cadel Evans waarmee hij een kwartier pakt of zo. Ik wist wel dat het niet zo zou zijn, maar stel. En ook weer zappen. Het commentaar op de VRT is immers ook altijd vermakelijk.
Droom
En dan nu weer de Olympische Spelen. Hockey, zwemmen, weer wielrennen, zeilen, roeien, judo… Pff. Wat moet ik allemaal gaan kijken dan? Er is veel te veel bekijken. Natuurlijk kan de NOS maar een ding tegelijk uitzenden, maar wat nu als er op Sport 1, de VRT of de BBC ook een interessante sport komt?
Juist. Dan moet ik weer gaan zappen. Keuzes maken ook. Ik word al moe van de gedachte. Het wordt me allemaal wat te veel, die sport. Dagelijks naar sport kunnen kijken op televisie voelt twee jaar lang als een droom, maar als het dan zo ver is, blijken dromen toch bedrog. Het is een overdosis.
DeMart
Inmiddels snak ik naar de gewone seizoenen. Dat er misschien een interessante Champions League wedstrijd op woensdag is en ik weer drie dagen moet wachten voor voetbal. Dat ik wel naar de Vuelta kijk, maar alleen de interessante etappes. Dat je moet wachten op een wielerklassieker en je dan de helft van het peloton niet kent omdat de grote ploegen het eigenlijk niet zo interessant vinden.
Het lijkt me heerlijk. Gelukkig is het nog maar even doorbijten. Tot die tijd is DeMart er gelukkig nog. De enige man die de sportzomer nog een beetje draaglijk maakt.