Allemaal wreven ze in de handjes, en pakten snel een pen op. Louis van Gaal was eindelijk terug in de schijnwerpers – en hoe! – dus de Neerlandse columnistenbrigade kan aan de slag. Want dat de Oranjeselectie straks moet bijhouden hoe lang ze ’s nachts slapen en dit op een site moet doorgeven, is slechts het begin. Menno Pot: “Feest voor columnisten. De man wil inzicht in de nachtrust van zijn spelers. Via de kompjoeter.” Nico Dijkshoorn: “Als part-time voetbalcolumnist ga ik gouden tijden tegemoet. Spelers moeten voortaan ook hun aardappels prakken.”
De grappen vlogen over het internet: “Van Gaal wil weten hoe lang en wanneer internationals slapen. In elk geval deden ze dat 9, 13 en 17 juni tussen 20.45 -22.30 uur #ek2012”. Wel leuk, maar het werd al snel flauwer: “Wil ‘ie ook weten wanneer ze seks hebben gehad?”
Lachend van het bord
Het is de voetballerij ten voeten uit. Na het desastreus verlopen EK – sterker nog: al tijdens het EK – werd geroepen om grote veranderingen. In praatprogramma’s werden al voor de laatste wedstrijd tegen Portugal opstellingen op borden getekend die we voordat het EK überhaupt begonnen was lachend zouden uitvegen. Maar wordt er een keer een voorstel gedaan voor verandering, dan wordt dit niet eens serieus genomen.
We hebben net drie weken voor de beeldhuis gehangen en gekeken hoe een wielerteam door af en toe op een vermogenmeter te kijken zes etappes won en de eindzege pakte van de Tour de France; we worden nu dagelijks getrakteerd op tal van sporten die we raar vinden, maar die doellijntechnologie hebben, en met draden, meters en chips trainen om tot hogere presentaties te kunnen komen – maar wordt er in een radioprogramma in Londen een ballonnetje opgelaten om het voetbal eens te veranderen, is deze al voor ‘ie Nederland bereikt heeft doorgeprikt.
Lunchen
Er wordt wel eens gezegd dat je als bondscoach niet meer moet doen dan af en toe lunchen in Milaan, Londen of München. Een arm om de schouders, de beste elf opstellen en lekker de wei in. Foeballe. Ook ik ben daar doorgaans voorstander van. Maar op het allerhoogste niveau kun je wel eens wat verder kijken dan het trainingsboek jaargang 1980-1981.
De aanpak van Van Gaal staat daar lijnrecht tegenover. Van Gaal kijkt naar de ‘totaalmens’, zoals hij zelf zegt. En dat legt hij nu en dan weliswaar wat vreemd of potsierlijk uit – is het niet met een gedicht, dan wel met een houtje-touwtje beschrijving (“ik heb ook zo’n computergoeroe, die kan zo’n website maken”). Het blijft Louis. Een onderwijzer. “Zit je goed in je vel?” “Wat zijn je ambities?” En straks dus ook: “Slaap je wel goed?”
Het idee werd overigens nauwelijks uitgewerkt. Bij BNR gaf Louis wat colleges journalistiek en sprak alleen maar over zijn presentatie. Op 10 augustus. “Wacht maar op mijn presentatie.” Een gedicht? Vuurwerk? Louis uit een taart?
Aartsconservatief
De grootste uitdaging voor Van Gaal wordt: hoe overtuig ik mijn spelers tijd te investeren in andere methodes, in technologische ondersteuning. Lukt dat bij Van Persie, Sneijder of Huntelaar? Hoe vertelt hij ze dat ze shirtjes met GPS ons verder kunnen helpen looppatronen in beeld te brengen, afgelegde kilometers in kaart te brengen?
Ga er maar aanstaan. In de aartsconservatieve wereld die voetballerij heet, kwamen we tot dusverre niet verder dan wat magneetbandjes.
CC-foto: Postproduktie