“Regels zijn verstikkend voor het bedrijfsleven”. Hoe vaak horen we politici dat niet zeggen? Mark Rutte voerde er in 2010 campagne mee: om de bedrijven beter te laten presteren en meer winsten te laten maken, waren volgens hem minder regels nodig. Ook Sybrand Buma en zijn CDA zeggen het regelmatig: we moeten af van de overdaad aan regels, want dat is slecht voor het bedrijfsleven. Maar is dat eigenlijk zo?
Elke markt heeft een marktmeester nodig. Ook daarom is regulering van de financiële wereld van groot belang. Dat kan in allerlei vormen. Een progressieve vorm van regulering zou bijvoorbeeld zijn om (risicovolle) financiële producten, die bijvoorbeeld door banken worden uitgeven, eerst te testen op risico en kwaliteit. Dat is geen gek idee. Farmaceutische bedrijven moeten hun nieuwe medicijnen eerst uitgebreid laten testen voordat ze in de handel komen. Werkt het medicijn? En zijn er meer positieve gevolgen dan negatieve bijeffecten? Als dat niet het geval blijkt, worden ze verboden en komen ze niet op de markt. Dat zou ook prima kunnen met financiële producten.
Een andere vorm van regulering van de markt is door regels op te stellen voor het bedrijfsleven. Voor de visserij kan je dan denken aan regels die overbevissing tegengaan. Dat is voor een individueel bedrijf misschien niet altijd even goed, maar als collectief profiteert de sector ervan omdat de kwaliteit omhoog gaat. En ook voor banken zijn (strenge) regels goed. Bijvoorbeeld over uitgifte van risicovolle leningen. Als alle banken dat (aan elkaar) doen, profiteert geen enkele bank daarvan, omdat de hoeveelheid leningen uiteindelijk het systeem kan laten wankelen of zelfs laten vallen, zoals we in 2008 zagen. Worden ze gereguleerd of zelfs verboden, heeft de sector er op termijn profijt van.
Wat is ‘teveel’?
Teveel regels voor het bedrijfsleven zou slecht zijn. Voor de economie, de bedrijven en de werkgelegenheid. Maar wat is ‘teveel’? Is 299 vergunningen om een onderneming te starten, ‘teveel’? Econoom Ha-Joon Chang haalt in zijn boek 23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme een voorbeeld aan uit zijn geboorteland Zuid-Korea. Begin jaren negentig waren er 299 vergunningen van 199 aparte instanties nodig om in het land een fabriek neer te zetten. Mark Rutte zal die hoeveelheid ongetwijfeld ‘teveel’ noemen, en dus slecht voor de economie.
Dat blijkt niet het geval. In de drie decennia voorafgaand aan 1990 had Zuid-Korea jaarlijks een groei van gemiddeld zes procent. Ondanks alle regels. Of juist dankzij alle regels en reguleringen. Zuid-Korea staat niet alleen. Ook Taiwan en Japan, met al haar ‘verstikkende’ regels voor bedrijven, vaarden tussen grofweg 1950 en 1990 economische zéér goed. Veel beter ook dan landen in Latijns-Amerika en Afrika ten zuiden van de Sahara, die in die drie decennia juist gingen dereguleren in de hoop tot meer groei te komen. Ja, hun economieën groeiden wel, maar het groeiniveau van de Aziatische landen (met al haar regels) werd bij lange na niet behaald. Recent zien we dat een land als China, ook al zo’n Aziatisch land met een enorme hoeveelheid aan regels, economische groeicijfers haalt waar Westerse landen, die de afgelopen dertig jaar flink hebben gedereguleerd, alleen maar van kunnen dromen.
Ja, maar – zullen mensen als Rutte dan zeggen. Dat is Azië, met een volledig andere economie en een andere cultuur. Natuurlijk – maar de kern is hetzelfde en is ook in Europa toepasbaar. Want zo groeien landen als Noorwegen en Zweden, met een grote verzorgingsstaat, hoge publieke uitgaven in de economie en veel regulering al jaren meer dan de Verenigde Staten, met haar ongeremde vrije markt. Tussen 2000 en 2008 lag de groeivoet van Zweden met 2,4 procent veel hoger dan die van de VS (1,8 procent). Bovendien is Zweden één van de meest concurrerende economieën ter wereld.
Bedrijven worden er beter van
Regulering en regels voor het bedrijfsleven zijn uiteindelijk goed voor het bedrijfsleven als geheel. Een voorbeeld. Nu zijn bedrijven vaak bang te investeren in goede training en scholing voor werknemers, omdat ze bang zijn dat die dan vervolgens worden weggekocht door de concurrentie. Maar wanneer bedrijven als collectief bij wet verplicht worden hun personeel goed te scholen, profiteren daarvan uiteindelijk alle bedrijven, omdat ze beter en gemotiveerder personeel in dienst hebben. Ook kunnen bedrijven door regulering en regels voorkomen worden onverantwoorde of onverstandige risico’s te nemen. Op de korte termijn misschien slecht (want minder winst dan wellicht mogelijk), maar op de langere termijn beter, omdat de stabiliteit gewaarborgd blijft of zelfs groter wordt.
Regels en regulering slecht voor het bedrijfsleven en de economie? Integendeel. Bedrijven worden er (op termijn) juist beter van.
Mark Lievisse Adriaanse vindt dat de economie grondig hervormd moet worden
CC-Foto: Graham van der Wielen