Het blijft merkwaardig: Tweede Kamerverkiezingen die voornamelijk gaan over Europa. Het is een beetje alsof de gemeenteraadsverkiezing in Lutjebroek gaat over de vraag of Amsterdam wel of geen stadsprovincie wordt. Er is alleen een verschil: de Tweede Kamer heeft echt wat te zeggen over Europa, net als bijvoorbeeld alle andere nationale parlementen en het Europees Parlement. In Europa is iedereen nu eenmaal een beetje de baas.
De pro-Europese partijen willen dat graag veranderen. Dat is begrijpelijk, want de huidige mengelmoes van federale en intergouvernementele elementen leidt tot onduidelijke besluitvorming en een democratisch tekort. Dus wil D66 ‘noodzakelijke stappen zetten naar een democratischer, beter bestuurbaar en slagvaardiger federaal Europa’ en GroenLinks wil ‘minder bestuurlijke drukte en meer democratie in de Europese Unie’. De vraag is echter: wat doe je in de tussentijd?
Beetje voor Europa
In de tussentijd is er namelijk een Euro-crisis, waar dezelfde partijen bereid zijn om miljarden over te maken aan steunbetalingen en Europese noodfondsen. Betalingen die geen enkele zin hebben, omdat er geen politieke unie is. Het is niet mogelijk om slagvaardig in te grijpen als het mis gaat als elk land zijn soevereiniteit behoudt. Laat staan dat het mogelijk is om preventief in te grijpen. Het is in Europa dus alles of niets geworden. Een ‘beetje voor Europa’ lost niets op. Of snel richting een Verenigde Staten van Europa of de Eurozone valt uiteen.
Steunbetalingen moeten dus gekoppeld worden aan de vorming van een politieke unie. Dat wordt nog lastig, want hiervoor is draagvlak nodig van de burgers. Het is nu volstrekt onduidelijk hoe de kiezers over Europa denken [http://www.nrcnext.nl/blog/2012/05/29/next-checkt-het-draagvlak-voor-de-eu/].
Negeren van kiezer
Dan lijkt het mooi dat de Tweede Kamerverkiezingen over Europa gaan, maar er is een probleem. Want iemand kan om een andere reden op een partij stemmen dan het Europa-standpunt. Het is dan ook onzin om met een beroep op eerdere Kamerverkiezingen te stellen dat de kiezers altijd voor Europa hebben gekozen. Er is tot nu toe maar een echte test geweest en dat was het referendum over de Europese Grondwet in 2005. Ruim zestig procent stemde toen tegen.
D66 heeft daar een handige oplossing voor: negeren. Kamerlid Gerard Schouw liet een paar weken terug aan nu.nl weten dat het helemaal niet uitmaakt wat de kiezer vindt, want ‘de Europese karavaan trekt gewoon verder’ [http://www.nu.nl/politiek/2853901/de-europese-karavaan-trekt-gewoon-verder.html]. De partij die zich ooit zorgen maakte over de tanende invloed van de kiezer en aandrong op referenda, vindt dat nu onzin. “Daar beginnen we niet meer aan”, zegt Schouw: “Draagvlak is een ding, daarnaast is er het verwerven van draagvlak”.
Staat zonder vertrouwen
Hoe lang wil D66 nog werken aan dat draagvlak? Tot de Europese integratie voltooid is? Zo creëer je een staat zonder het vertrouwen van zijn onderdanen. En als je niet weet of een politieke unie haalbaar is, dan hebben al die steunbetalingen ondertussen geen enkele zin. Sterker nog: die doen het vertrouwen van burgers verder afnemen.
Het is hoog tijd dat er een keuzereferendum over Europa komt in Nederland. De kiezer moet zich duidelijk kunnen uitspreken over de verschillende mogelijkheden. Op die manier zijn we meteen af van de mallotige situatie dat Tweede Kamerverkiezingen over Europa gaan. En tot het moment dat in alle lidstaten van de EU een meerderheid van de burgers zich expliciet uitspreekt voor een bepaalde vorm van samenwerking, storten we geen geld meer in Europese noodfondsen. Het kan zijn dat er hierdoor een einde komt aan de Europese integratie of de euro. Maar er is een ding erger en dat is een staat zonder het vertrouwen van zijn burgers.