Terecht ging de aandacht gisteravond vooral uit naar de finale van de 200 meter, naar de gouden medaille van Bolt en de Nederlandse hoop in de vorm van Churandy Martina. Ook hij kan dat begrijpen. Dat er verder ook veel aandacht uitging naar een sport waar je kennelijk een halve finale met een eclatante 9-2 kan winnen, valt te billijken gezien de grootte en populariteit van de sport in Nederland. Maar dat het BMX-rijden en dressuur – wat feitelijk niets meer is dan een uit de hand gelopen hobby die verdwaald is geraakt op de Olympische Spelen – ook meer aandacht kregen dan hem, Ashton Eaton, valt moeilijk te verteren.
De tienkamp
Er viel gister natuurlijk genoeg te genieten in het Olympisch stadion. De beste 800 meter finale ooit werd gelopen, waarbij alle deelnemers een seasonal best, een PR of een nationaal record liepen. De oppermachtige winnaar Rudisha scherpte zelfs het wereldrecord flink aan. En de kroon op avond was de koning van de Spelen, Usain Bolt, die als eerste atleet ooit de dubbel (winst op zowel de 100 als de 200 meter) wist te prolongeren.
Gister was echter ook de tweede en afsluitende dag van de tienkamp. Het heroïsche onderdeel waarbij de deelnemers onderling uitmaken wie de beste allround atleet is op de Olympische Spelen. Een zwakke prestatie op één onderdeel en je perspectief op een goede eindklassering is verdwenen, zoals de Nederlander Eelco Sintnicolaas gisteren ondervond bij het discuswerpen.
Natuurlijk heeft elke atleet onderdelen die hem beter liggen dan andere, maar de manier waarmee Ashton Eaton, de Amerikaanse favoriet, de tienkamp op zijn naam schreef was zonder meer indrukwekkend te noemen. Op de eerste dag wist hij al drie van de vijf onderdelen te winnen en werd hij tweede bij het hoogspringen.
‘s Werelds beste
Zijn favorietenrol kwam niet uit de lucht vallen. Eaton kent weinig zwakke plekken. Hij is geen fantastische kogelstoter en speerwerpen, maar is hier ook zeker niet slecht in. Daar komt bij dat hij absoluut uitblinkt in de sprint- en sprongonderdelen. Zo kan hij de 100 meter in 10,21 seconden lopen – eergisteren vestigde hij een Olympisch tienkamprecord met 10,35 – en springt hij ruim over de acht meter bij het verspringen. Toen de 24-jarige Amerikaan in aanloop naar de Olympische Spelen het elf jaar oude wereldrecord op de tienkamp van Tsjechische legende Roman Šebrle aanscherpte, werd de favorietenrol definitief bevestigd.
En al na de eerste dag was de Olympische buit eigenlijk al binnen. Op de 110 meter horden werd hij nog tweede, maar bij het discuswerpen was hij de scherpte wat kwijt. Bij het polsstokspringen besloot hij om niet verder te springen nadat hij zijn PR had aangescherpt en omdat hij de punten niet meer zo hard nodig had. Bij het speerwerpen en de 1500 meter werd hij respectievelijk 9e (met een nieuw persoonlijk record) en 7e, maar de race was toen al gelopen.
Doordat hij wat rustiger aandeed gister heeft hij het nagelaten om ook het Olympisch record van Šebrle over te nemen, maar zijn ster is snel rijzende. Vier jaar geleden was hij nog een relatief onbekende atleet die van achter de televisie de Spelen aan het volgen was, maar dit jaar heeft hij met Olympisch goud en een wereldrecord bewezen dat hij de beste atleet is van allemaal. En dat mag niet ongemerkt blijven.