Te dik in het – openbaar- vervoer deel 4

13-08-2012 11:58

Reizen met het – openbaar – vervoer is voor iemand van mijn omvang iets moeilijker. Op dit moment probeer ik af te vallen en mezelf te motiveren om hier mee door te gaan. Deze week zal ik het hebben over mijn ervaringen met de auto en op de fiets.

Altijd voorin
De auto heeft veel voordelen voor mij als passagier. Ik mag namelijk altijd voorin zitten, een hele stoel voor mezelf. Als ik met een groep ben dan is het gewoon heel simpel: mijn plaats is voor. Anders passen we niet in de auto. Op een dag gebeurde het dat we met een grotere groep waren dan dat eigenlijk in de auto paste. Een auto voor vijf personen waar zes personen in moesten. Daar waren oudere mensen bij. Mijn geweten begon te knagen. Ik dacht als ik hier nu voorin ga zitten zullen sommige ouderen achterin geplet worden. Dus ik ben met de openbaar vervoer gegaan.

Sturen met mijn buik
Als bestuurder van de auto hebben sommige auto’s een mooi voordeel. Bij die auto’s kan ik het stuur en de zitting zo verstellen dat mijn prachtige buik het stuur niet raakt wanneer ik aan het rijden ben. Ik durfde een lange tijd niet met mijn rijbewijs te beginnen, want ik dacht dat ik daar qua lichaam niet geschikt voor was. Maar goed dat is dus niet zo gebleken. Sommige auto’s zijn echter minder geavanceerd. Op dat moment ben ik met mijn buik aan het sturen. Dit heeft ook weer zijn voordeel aangezien mijn handen vrij zijn en ik dan wat kan drinken of eten. De auto is dus meestal een probleem wanneer ik met een groep mensen ben, maar het is niet zo erg als reizen met het vliegtuig.

Wind door je haren
Nu komend op de fiets. Dit vervoersmiddel was mijn favoriet. Ik houd er echt van om te fietsen. Het geeft je zoveel vrijheid. Je kunt zo snel of langzaam gaan als je wilt. Je kunt stoppen waar je maar wilt. Parkeren is ook geen probleem. Dat kan overal. Wel even een goed slot hebben. Geen geld op de chipknip of munten voor parkeergeld nodig. Je hebt geen benzine, diesel of gas nodig. Je trapt op die pedalen en je gaat. De wind door je haren en de strelingen over je armen. Als je een korte broek aan hebt dan voel je het ook nog langs je benen heen. Fietsen is jij en de wereld.

Tot dat…

Knakkende wielspaken
…ik meer gewicht begon te krijgen was het niet meer zo leuk. Het werd steeds lastiger om te fietsen. Als er een flinke wind was dan moest ik van de fiets afstappen wat vroeger geen probleem was. Wanneer ik een helling op fietste moest ik afstappen. Maar naar beneden gaan ging met het volle gewicht, en nou dat was me toch snel, wieeew, heerlijk! Alleen voelde ik het asfalt wel. Met mijn gewicht dat toenam begon mijn fiets ook niet zo stabiel meer te zijn. Langzamerhand knakten de spaken één voor één. Uiteindelijk had ik een fiets die zo wiebelig was dat ik een totaal nieuw wiel nodig had.

Pas op je band ontploft
Een ander nadeel van mijn overgewicht was dat hoeveel ik ook de banden aan het oppompen was, ik de grond na korte duur licht kon voelen. Mijn gewicht zette zo een druk op de banden dat ze langzaam leeg aan het lopen waren.Wanneer er mensen achter mij aan het fietsen waren dan dacht ik altijd “alsjeblieft kijk niet naar mijn banden. Rij zo snel mogelijk langs mij heen. Ga snel alstublieft.” Ik dacht altijd dat mensen mij aan het uitlachen waren. Nou, eigenlijk is dat wel een paar keer gebeurd. Kinderen die mij zagen fietsen die riepen soms wel: “Pas op, je banden gaan ontploffen.” Ha Ha Ha, niet grappig. Het doet gewoon zeer van binnen. Maar ik blijf lachen, om maar niet te laten blijken dat het pijn deed.

Geen bagagedrager nodig
Nog een nadeel is, dat ik niet iemand anders achterop mijn fiets kan meenemen. Ik had wel een bagagedrager alleen ben ik zelf al twee personen. Ik en mijn ‘dikke’ identiteit. Hierdoor had ik zelf ook niet de mogelijkheid om bij anderen achterop te zitten. Op een dag moest ik het openbaar vervoer nemen omdat ik niet achterop kon bij mijn vrienden. Een hele depressieve situatie.

Schiet eens op bolle
Ik realiser mij nu ook dat wanneer ik bij de verkeerslichten aankwam ik altijd probeerde om aan de rechterkant van het stoplicht te staan en een beetje achteraan. Ik wilde niet dat mensen achter mij zouden staan. Omdat wanneer het groen werd ik altijd bang was dat ik te langzaam zou starten en dat de mensen dan zouden roepen van “schiet eens op bolle.” Ik voelde altijd alsof ik andere fietsers aan het afremmen was. Het voelde gewoon nooit goed.

Mijn liefde voor de fiets is niet opgehouden. Nederland heeft prachtige fietspaden en heeft hier altijd goed in geïnvesteerd. Ik vind dat veel andere landen hier een voorbeeld aan mogen nemen. Ik zal en moet blijven afvallen om weer herenigd te worden met mijn geliefde fiets.

Deze blog verscheen al eerder op Life & Dialogue

CC-Foto: Maurits90