Het gaat niet goed met de economie, zowel in Nederland als wereldwijd. Die constatering maakt het nodig om in een verkiezingsjaar kritisch te kijken naar de invloed die verschillende politieke partijen willen hebben op onze economie. De levensmiddelenindustrie vertegenwoordigt in Nederland een jaarlijkse omzet van meer dan €60 miljard en is daarmee de grootse industriesector van ons land. Tijd dus om te kijken wat de politici voor de motor van onze economie in petto hebben.
Levensmiddelen, het klinkt abstract maar je bent er dagelijks mee bezig. Eten en drinken, schoonmaakproducten en tandpasta, als je het bij de supermarkt kan kopen behoort het waarschijnlijk tot de levensmiddelen. Ruim 100.000 mensen, meer dan in de haven van Rotterdam, zijn dagelijks aan het werk om ons van levensmiddelen te voorzien.
Motor van de economie
Het is echter ook een sector die onder de maatschappelijke loep ligt. Gezondheid, verduurzaming, maatschappelijk verantwoord ondernemerschap en innovatie zijn kernwoorden van onze moderne economie. Kernwoorden die veel vragen van bedrijven die soms al honderden jaren, en verspreid over vele generaties, produceren voor de Nederlandse samenleving.
Daarom is het noodzakelijk dat Nederlandse politici de kracht van de levensmiddelenindustrie als motor van onze economie op waarde gaan schatten. Een roep om verduurzaming is terecht, maar bedrijven moeten ook de ruimte krijgen voor innovatie. Waken over de volksgezondheid is logisch, maar bedrijven moeten dan de middelen hebben om zichzelf te vernieuwen. Overmatige regulering slaat modernisering lam, beperkt economische groei en ontslaat de levensmiddelenindustrie van haar plicht om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor verduurzaming en gezondheid, voor maatschappelijk verantwoord ondernemerschap en innovatie.
Europa
De levensmiddelenindustrie is een drijver van de Nederlandse export. Zo’n 85 procent van de export van levensmiddelen wordt gerealiseerd in Europa – het overgrote deel in de directe buurlanden. Om die reden is een verder geharmoniseerde, sterke interne Europese markt met een stabiele euro nodig. Europa heeft de levensmiddelenbedrijven en haar werknemers geen windeieren gelegd. Het zou onwenselijk zijn een muur te bouwen om een land als Nederland, waar een trots volk de afnemende welvaart gelijk verdeelt. Een muur waar bedrijven overheen gluren om met spijt te constateren dat ze de markt wel zien liggen, maar er niet meer op kunnen concurreren.
Op donderdag 16 augustus staan Kamerleden van zes grote politieke partijen tegenover elkaar om te spreken over de toekomst van de Nederlandse levensmiddelenindustrie. Een unieke mogelijkheid om de standpunten en visies van verschillende politici met elkaar te vergelijken. Verkiezingen gaan over veel onderwerpen: zorg en onderwijs, sociale zekerheid en Europa, het is allemaal van belang. Alles valt of staat echter met een bloeiende economie die het mogelijk maakt om rekeningen te blijven betalen. Kijk dus voor 12 september eens welke plannen de verschillende partijen voor de Nederlandse economie in het algemeen en de levensmiddelenindustrie in het bijzonder, in petto hebben.
Philip den Ouden is directeur van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie
