Ik ben ziek. Hoofdpijn, duizelig, koorts en helse buikkramp. Uit mijn laagst gelegen lichaamsuitgangen komt alleen nog maar vloeistof. Ik dacht dat mijn maag inmiddels van ijzer was, na al het dubieuze voedsel dat ik hier de afgelopen tijd naar binnen heb geschoven, maar dat valt dus tegen. Ik ben nog niet eerder zo ziek geweest in Egypte. Wel in Indonesië. Ook lekker cliché.
Gelukkig is mijn logé er niet meer. Die had het vast niet leuk gevonden om iedere tien minuten wakker te worden van mijn gang naar de wc en het daaropvolgende gepruttel aan te moeten horen. Beetje gênant ook.
Zweetuitslag
Mijn lichaam heeft het de laatste tijd zwaar. Op mijn onderrug prijken sinds een week geïrriteerde plekken zweetuitslag en mijn haar valt uit. Dat laatste ligt volgens mij aan de bizarre hoeveelheden chloor die hier door het leidingwater gemengd worden.
Met plukken tegelijk valt mijn haar van mijn hoofd. Nog even en ik ben kaal. Ik was mijn haar voorlopig alleen nog met mineraal water. Decadent, zeker, maar ik vermoed dat ik als kale single vrouw geen volle zalen ga trekken, dus het doel heiligt in dit geval de middelen.
Love handles
Ook ben ik kilo’s afgevallen. Ik heb opeens twee spillebenen, weer zichtbare buikspieren en mijn love handles zijn verdwenen. Mijn spijkerbroek kan ik zonder de knoop open te doen uittrekken en mijn riem heb ik twee gaatjes bij moeten laten prikken. “Mijn God, je valt langzaam uit elkaar!” roept mijn huisgenote uit als ze de uitslag op mijn rug, mijn afzakkende broek en de plukken haar in de wasbak ziet.
“Ik vind slank best leuk, maar je moet niet overdrijven”, laat scharrel James weten, nadat hij op overdreven luidruchtige toon mijn ribben heeft geteld. Als ontbijt voert hij me roomijs, pizza en chocoladekoekjes. De vaste baliemedewerker bij de sportschool geeft me tegenwoordig bij vertrek een appel mee. Omdat ik ‘langzaam aan het verdwijnen ben’.
Bouwvakker
Toch vreet ik als een bouwvakker. Na het avondeten hang ik als eerste weer in de koelkast om te kijken wat er nog meer weg te stouwen valt. Na een avondje stappen sta ik vooraan in de rij bij de falafelboer en de jongen van de kiosk voor mijn huis pakt alvast een Snickers uit de koelkast zodra ik in zicht kom.
Een Egyptische vriend vindt dat ik aan de antibiotica moet, tegen het afvallen. Want ik heb vast ‘een of andere infectie’. Hij biedt aan met me mee te gaan naar de apotheek. In Nederland zijn huisartsen spaarzaam met het uitschrijven van antibiotica, hier heb je niet eens een recept nodig en haal je gewoon op de gok zelf wat bij de apotheek.
Antibiotica wordt bovendien onderling doorgegeven. “Mijn moeder was laatst ook ziek, en die heeft nog wat antibiotica liggen”, bedenkt mijn vriend zich. “Dat kan ik wel even langs komen brengen?” Nou nee, bedankt.
Slaappillen
Medicijnen kosten hier een fractie van wat ze in Nederland kosten en worden daarom in grote hoeveelheden ingeslagen en geslikt. Voor het minste of geringste. Een keer kuchen en Egyptenaren staan bij de apotheek. In iedere straat zitten ook minstens drie apotheken. Een paar dagen geleden kocht ik slaappillen. “Wilt u een pakje, of tien?” Ik heb geen idee wat slaappillen in Nederland kosten, maar 85 eurocent per pakje van twaalf lijkt me een weggevertje.
De apotheken liggen ook vol met middeltjes tegen buikkramp, maar ik hou het bij een fles cola. Na twee glazen pepsi lek ik uitsluitend nog zwarte vloeistof, maar mijn buikkramp is in ieder geval een stuk minder.
Freelance correspondent en fotografe Ester Meerman schrijft vanuit Egypte voor De Buitenlandredactie. Over haar werk en belevenissen in Caïro, maar ook de zaken waar zij als Nederlandse journalist tegenaan loopt. Volg haar op Twitter: @estermeerman.