Arthur van Amerongen en Joost Niemöller over neukweer en de pielemuis van Pelleboer

20-08-2012 13:03

Arthur: We moeten het eens over het weer hebben Joost. Ik vind trouwens de Enkhuizer Almanak echt een meesterwerk van de Nederlandse literatuur, daar kan die turfsteker uit Assen, die Meurink, een flinke punt aan zuigen! Kijk: ik woonde vier jaar in een van de heetste landen van Zuid-Amerika, daarvoor sleet ik tropenjaren in het Midden-Oosten en nu heb ik in de Algarve in bijna vier maanden tijd één dag een heel klein miezerig regentje gehad, en dat was genieten hoor! Het weer kan me mijn reet roesten eerlijk gezegd, al werd ik knap depressief van de treurige hoosbuien in Brussel.

Toen ik Brussel:Eurabia schreef en dagelijks kilometers vrat in kansghetto’s als Molenbeek en Schaerbeek, viel die troep met bakken uit de hemel. Even dacht ik dat de Heer Allah mij aan het dwarsbomen zat maar die bleek na mijn onderzoek van een jaar gewoonweg een verzinsel van mensenkinderen te zijn. En alles stonk vreselijk door en in die BroekaandeZennese regen, wat kunnen Belgen toch meuren in die goedkope confectiekleding die kennelijk nooit naar de stomerij gaat. Op zich rook een klamme bournous best wel fris tijdens zo’n zondvloed, dat dan weer wel. Maar goed: beschrijf me de gevolgen van de hittegolf bij jullie! Rolschaatst Erwin Olaf in een bilveter door de straten, met het schuim op de bek? Is er een invasie van ratten, zoals ik net bij het Parool lees, en waarschuwt de politie jullie dat je geen gouden kettingen en zilveren bilveters moet dragen? Zijn er al doden gevallen op die Lowlands, the Dutch killing Fields met Pol Roemer Pot als eregast in de VIP-room, samen met dat Limburgse PvdA-fossiel van Pinkpop?

Joost: Het weer, Arthur, breek me de bek niet open! Ik had net een hele discussie met mijn verloofde of we nu wel of niet aan de dijk moeten gaan liggen bij het water. Maar ja, die zon hè. Ik lees dat het record van 1944 doorbroken gaat worden. Of misschien net niet. Het spant erom. Over het weer in de geschiedenis lees je alleen de extreme omstandigheden. Het meeste weer is gewoon meestal eigenlijk niks bijzonders, maar daar hoor je dan weer niemand over. Heb je het wel eens heel koud gehad? Ik wel. In Berlijn, toen ik op een bus stond te wachten. Het was qua gevoelstemperatuur vast min 20 of wel meer, de wind kwam recht uit de Kudamm en ging dwars door mijn kleren. Gelukkig kwam de bus op tijd, dat moet je die Duitsers nageven.

Dik weervrouwtje
We zijn hier inmiddels allang weer uitgepraat over de affaire Olaf hoor. Verder is het heerlijk rustig in de stad, iedereen is naar het strand wat natuurlijk erg dom is. Was wijlen jouw vader niet een expert op het gebied van het weer? Wat ik nu nooit begrijp is dat weermannetjes en vrouwtjes op de tv altijd zo vrolijk zijn. Zo is er bij CNN een heel dik weervrouwtje, altijd lachen zelfs als de verschrikkelijkste tornado’s de kust van China bereiken, wat trouwens continu het geval lijkt.

A: Breek mij de bek niet open! Mijn vader had een enorme weerbibliotheek en allemaal Okkietrooi-achtige meetapparatuur in de tuin, en dan had het geregend en dan had hij een druppelaar of iets in die geest, en dan vertelde hij moeders de vrouw en de kinderen precies hoeveel millimeter er gevallen was, terwijl wij dat ongeveer wel wisten want de plassen stonden in de tuin. Eens leende Gerda van Manen mij om het boekje Wij en het weer, een eenvoudige pocketuitgave waar mijn vader mij om onbekende redenen bijzonder op gesteld was. Gerda moest een spreekbeurt houden over het weer, ik mocht haar in ruil tongzoenen maar het boekje kwam nooit meer terug, dat heb je met die rotjunkies! Mijn vader heeft me daarom destijds onterfd, enfin, dat komt wel in mijn nieuwe roman. Van Pelleboer moest pa niks weten, en Tjerk Vermaning vond hij ook een oplichter, en Lou de Palingboer, en Heer Olivier, en Nina Brink en ga zo maar door, mijn vader was een goudeerlijk mens. Wat wij niet wisten, was dat hij soms stiekem bij de buren naar het Naked News ging kijken, en in het bijzonder naar de Naked Weather Girls, dat vond hij allemachtig mooi, en dat begrijp ik ook wel.

Ik heb het eens heel koud gehad in Providence, Rhode Island. Ik was op Kreta een soort Allen Ginsburg tegengekomen (joods, gay en een klein druks- en dranksprobleem) en ik had in mijn oneindige wijsheid hem besloten op te zoeken in de winter, daar in Providence dus. Nou, de Voorzienigheid liet me mooi in de steek want het was 40 graden onder nul, zo rond Kerstmis. Stond die mijnheer heel hysterisch in zijn houten huisje te krijsen: trek gerust mijn warme ondergoed aan, lekker ding. Nou, dat waren de zogeheten Long Johns, lange wollen onderbroeken waarin je nog meer voor lul loopt dan in een tutu! Enfin, ik was van de aanstootgevende leeftijd en mocht gratis freebasen van die mijnheer, dus mij hoor je, zoals altijd, niet klagen.

Zondagmorgen zonder zorgen
Mag ik je trouwens even voorlezen uit Gerard Reve, wat die over het weer te melden heeft? Het is uit Zondagmorgen zonder zorgen:

” Maar vandaag is het zaterdagavond, en het grootste gedeelte van de dag heerste er het ‘weder van alle mensen’ (Vroeger schreef ik ‘weer’.) Eens, jaren geleden, toen ik na een lezing op het land diverse vragen van toehoorders moest beantwoorden, vroeg mij een dame, of ik het niet met haar eens was, dat het in mijn werk beschreven ‘weder van alle mensen’ zich vooral op Zaterdagen voordeed. Ik heb altijd reeds vermoed, dat het zo was, maar telkens tot mijzelve gezegd je verzint maar wat, het is alleen maar verbeelding. Maar de dame die had het evengoed in de gaten, en door die zeer verstandige vraag die ze mij stelde gaf zij mij ‘in belangrijke mate mijn zelfvertrouwen terug’. Het is waar: het weer heeft statisties een voorkeur voor de Zaterdag. En waarom? Hoor eens, ik heb de wereld niet gemaakt. Laat ons dankbaar zijn, dat er een mysterie is. De mensen zijn nooit tevreden.

[…]

“Wat is overigens dan dat ‘weder van alle mensen’? Het heeft iets onbestemds. Het is dan vrijwel windstil, en het is noch zeer koud noch zeer warm. Af en toe breekt de zon door, doch slechts voor heel kort en met een beknepen, okeren licht. Tegelijkertijd met die kortstondige verschijning van de zon verheft zich heel even een windvlaag, die proppen papier, zand en stof op de grond doet rondwervelen. Men moet dan denken aan vroeger en men gevoelt zich zeer sterfelijk. ”


Geouwehoer Waar Gods Zegen Op Rust

J: Wat kan ik nog zeggen. Dit is het Geouwehoer Waar Gods Zegen Op Rust. Windstil weer is denk ik het engste van allemaal. Vooral als je je bij water bevindt. Dan bekruipt mij het gevoel: hier klopt iets niet. Ik krijg dan de rillingen, hoe warm het ook is. Weer heeft veel te maken met het einde van de tijden. Het heeft er natuurlijk niet mee te maken, maar dat lijkt wel zo. Bekend is natuurlijk het voorbeeld van naderend onweer, wat zoveel veelzeggender is dan losbrekend onweer, wat bijna altijd een teleurstelling is.

Ik voel trouwens een diepe sympathie voor je vader, met dat meten. Hij nam gewoon niks voor waar aan, en van dat soort mensen zouden we er veel meer moeten hebben. En de nutteloosheid van het geheel maakt het er alleen maar extra ontroerend van. Wordt ons stuk nu niet al te lang? Je weet wat Bert Brussen laatst zei: nog één keer meer dan 1500 woorden en dan an trekt hij de stekker eruit hoor.

Edgar Allen Poe
A: Ik zit nu op 1272 woorden, dus ik kan nog even de dagsluiting doen, lieve vriend. Wat leren wij van bovenstaand vertoog? Bitter weinig eerlijk gezegd, want het leven is zinloos en wij zijn varkenslederen zakken waar vreten in gaat en stront uitkomt. Ik ben blij dat wij netjes zijn opgevoed (mijn vader zei altoos: onderzoek alles en behoudt het goede, en Gooi het kind niet met het badwater weg). Wij hadden ook zo kunnen eindigen als Erwin Olaf, Badr Hari, Matthijs van Nieuwkerk en Christina Curry, lieve Joost, op hol geslagen arbeiderskinderen die enkel leven voor de roem, die eeuwige rotdruks, de vluchtige pomper op een afgeragd bed in een willekeurige Valk, de bajes en uiteindelijk het schavot. Dat blijft ons dus bespaard, dan maar geen geld, en geen roem.

Ik ga met de honden wandelen, een beetje neuken op de oever van een vennetje (niet met de honden hoor, ik heb net ontdekt dat je ook met meisjes kunt neuken), en daarna ga ik verder met het verzamelde werk van Edgar Allen Poe, die had pas problemen! Ga je straks in je blote reet naar Studio Sport kijken, met een bord eten op je scrotum, of belt je vrouw de afhaalchinees, dat vind ik wel bij de zondag horen eigenlijk. BESOS!