Over een Zomergast met twee gezichten. En waarom de uitzending gisteren nog beter was geweest zonder presentator Jan Leyers. Plus: hoe zit het nou met die erectie van de zesjarige Van Dis?
Adriaan van Dis is een tweeslachtig mens. Hij bewoont een appartement in één van de betere wijken van Parijs (waarover later meer) maar struinde toch door de banlieues en hij heeft een bovenmatige interesse in de zelfkant van de maatschappij. Het is een nette meneer maar wanneer hij met zijn regisseur aan het werk is in een ver buitenland en er maar één bed beschikbaar is, dan is Van Dis degene die op de grond slaapt. De schrijver vond dat er gisterenavond niet teveel gepsychologiseerd moest worden om vervolgens te vertellen dat hij tien jaar in psychoanalyse had gezeten. Eén man, twee gezichten.
“Ik dácht dat ik een nare jeugd had gehad”
Nadat hij als knaap de animatieversie van Gulliver’s Travels – “Het was mijn eerste oorlogsfilm, Bambi mijn tweede” – had gezien, wilde hij gelijk de reuskaplaarzen dragen. Die hij vervolgens ook van zijn ouders kreeg. Van Dis wilde namelijk de reus zijn die hij thuis niet was. Hij vond dat hij in huize Van Dis niet ‘erkend’ werd. Daarom had hij tot zijn zestiende een ‘schaduwhuis’ en dito familie. Een tweede huis, vader, moeder, broers en zusters incluis, die alleen in zijn hoofd bestonden. Moeder Van Dis kampte na de oorlog met hongeroedeem en had daarom in eerste instantie niet door dat ze zwanger was van de kleine Adriaan. Het niet bewust zijn van de vrucht die je bij je draagt, hoe zou de vrucht zelve daar na de geboorte over denken? Duidelijk was dat mevrouw Van Dis zich schuldig voelde: ze stopte baby Adriaan vol middels een trechter, gelijk de ganzen die rijp worden gemaakt voor de foie gras. “Ik was een hele dikke baby,” zei Van Dis. Tien jaar psychoanalyse – “Ik dácht dat ik een nare jeugd had gehad” -had zijn werk gedaan. Hier zat een man die met (het merendeel) van zijn frustraties in het reine was gekomen. Het ‘gepsychologiseer’ van Jan Leyers was volgens Van Dis dus niet nodig.
En toch weer die tweeslachtigheid. Toen Leyers meer wilde weten over het oorlogstrauma van de vader van Van Dis wilde de schrijver niet verder vertellen. “Ik wil er niet meer over praten (-) het is een oud lied. Dat is een beetje het punt.”
Datzelfde gold voor de gesprekken die Van Dis met zijn moeder – toen zij op oudere leeftijd was – aan de keukentafel had. “Hele bijzondere maar hier niet te delen momenten. Gesprekken die ook over erotiek gingen. Mijn vader was een hele goede minnaar.”
U begrijpt, Ischa Meijer werd node gemist. Aan de andere kant, het is Zomergasten. De gast komt de regie toe.
De duistere kant van Van Dis
Uiteindelijk wist Van Dis de tweeslachtigheid die in hem zit te benoemen. Aanleiding waren de beelden van de drinkende – “alles wat hij verdiende dronk hij op of vergokte het in Monaco” – Francis Bacon (de schilder, niet de filosoof). “Ik ben er te burgerlijk voor om zo te leven. Maar die zelfkant is heerlijk,” zei Van Dis. Nu beet Leyers wel door. Verschuilt zich een Bacon in Van Dis? “Mijn publieke persoon is mijn redding. Als ik dat niet zou zijn, zou ik misschien verder gaan in het verkennen van die duistere kant.”
Van Dis is een onverbeterlijke romanticus en af en toe een poseur. Heel af en toe deed hij een klein (een héél klein) beetje denken aan de, zo zou later blijken, voortdurend fabulerende Boudewijn Büch. “Ik had mijn eerste erectie pas toen ik zes was,” zei Van Dis aan het begin van de uitzending om die opmerking vervolgens terug te nemen. Een romantisch leugentje om te benadrukken dat hij toch anders is dan wij, de gewone mensen die als peuter al een erectie hebben? Hoe eerlijk was Van Dis eigenlijk?
Is Zomergasten wel echt?
Hij gaf aan het einde van het programma deels zelf antwoord: “Hoe eerlijk ben je? Je bent je er ook van bewust dat er honderdduizenden mensen kijken. De televisie is een monster, we zitten in een rariteitenkabinet. Dus ik houd afstand, ook hier. Ik ben open maar niet helemaal open.”
Om vervolgens – óh tweeslachtigheid – te melden dat hij op zijn zeventiende van mening was dat vrouwen geen broeken mochten dragen. Tevens vertelde hij als twintiger gekant te zijn geweest tegen de maanlandingen omdat hij vond dat de Amerikanen eerst maar eens iets aan de rassensegregatie moesten doen alvorens hemellichamen te gaan ontdekken. Vervolgens bekende Van Dis bezig te zijn om zijn interesses te verbreden, Van Dis kijkt tegenwoordig zelfs naar sport: “Ik ben aan het ontkooien op alle fronten.”
Ook onthulde hij Parijs vaarwel te zeggen en dat hij zich gaat terugtrekken in de Achterhoek. Om daar aan toe te voegen dat hij een graf heeft gekocht in zijn geboorteplaats Bergen aan Zee. Niet dat u denkt dat het einde nadert voor Van Dis want hij is een ‘optimist’. Aha, bedoelde Van Dis dit met ‘open maar niet helemaal open’?
Toen viel het kwartje. Svyato, het zoontje van de Russische regisseur Viktor Kossakovsky dat voortdurend zijn eigen spiegelbeeld aanvalt. Uiteindelijk leert het ventje zichzelf kennen, kust de reflectie in de spiegel en vervolgens de lens van de camera die hem al die tijd gevolgd heeft. Het was een ontroerend fragment. Deze Zomergasten was nog beter geweest wanneer het lijdend voorwerp zichzelf had geïnterviewd, desnoods in een spiegel.
Want de kleine Svyato was eigenlijk Adriaan van Dis.
Dit zou de laatste recensie van dit seizoen Zomergasten op DeJaap zijn. Maar welk een plezier: de eerder door een migraineaanval gevelde Jolande Withuis keert terug! Aanstaande zaterdag 1 september om 23.40 uur zal Jan Leyers het gesprek met Withuis hervatten op Nederland 2. De Zomergastenrecensie leest u dan zondag aan het einde van de ochtend.