Afgelopen vrijdag stond er een opmerkelijk bericht op WelingelichteKringen.nl. Meisjes doen zo naar tegen elkaar omdat zij met elkaar wedijveren om zaad. Dat klinkt aannemelijk, als je van evolutionaire verklaringen voor cultuur houdt tenminste. Als je van theorie en observatie houdt, is de verklaring vooral twijfelachtig en makkelijk. Wat is er precies onderzocht en wat kunnen we daarover zeggen? Het bericht is geschreven naar aanleiding van een post op Bakadesuyo.com. Wetenschapsblogger Eric Barker citeert daar uit het boek Why Is the Penis Shaped Like That? And Other Reflections on Being Human van Jesse Bering, psycholoog en schrijver van populairwetenschappelijke stukken over seksualiteit. In het boek kaart Bering aan waarom sociale agressie onder vrouwen meer voorkomt bij jonge meisjes. Volgens hem piekt dit tussen 11 en 17 jaar. Hij bespreekt vervolgens onderzoek van biologisch antropologen Hess en Hagen uit 2006. Hij stelt dat het in het seksuele belang van jonge meisjes is om hun concurrenten zwart te maken:
“[A]nything that would sabotage another female’s image as a desirable reproductive partner, such as commenting on her promiscuity, physical appearance, or something other aberrant or quirky traits, tends to be the stuff of virile gossip” (p. 166).
Mate value
Hess en Hagen onderzochten [abstract] het verschil in indirecte agressie tussen mannen en vrouwen. De proefpersonen (studenten) moesten een script lezen en aangeven hoe zij zouden reageren op een nare roddel. De onderzoekers stelden vast dat vrouwen eerder roddel en reputatieschade gebruiken om wraak te nemen dan mannen. Mannen kozen vaker de geboden mogelijkheid de roddelaar een dreun te verkopen. De onderzoekers concluderen dat evolutionair gezien vrouwen voor hun kinderen moeten zorgen en daarom afzien van fysiek geweld.
Bij het zoeken naar het artikel van Hess en Hagen stuitte ik ook op recenter onderzoek [abstract] over sekse en roddel. Groningse psychologen maten neiging tot roddelen, leeftijd en ‘mate value’ (hoe goed respondenten denken dat ze in de markt liggen) onder bachelorstudentes. Uit de resultaten blijkt dat roddelen meer voorkomt onder jongere vrouwen en dat de neiging tot roddelen samenhangt met de mate value. Ook hier concluderen de auteurs op basis van evolutionaire overwegingen dat roddelen een ‘intrasexual competition tactic’ is.
Onbewijsbaar en zwak
Het probleem met deze studies is dat de conclusie niet gedaan wordt op basis van de resultaten. De conclusie zit al in de evolutionaire theorie. Evolutionaire psychologie leidt aan dezelfde makke als de door psychologen inmiddels zo bespotte Freudiaanse psychoanalyse. Het is allemaal niet te bewijzen.
Daarbij komt dat de aannames zwak zijn. In de theorie wordt steeds gesproken over vrouwen in baarleeftijd, de observaties gaan over bachelorstudenten, maar de conclusies gaan over de puberteit. De meest vruchtbare leeftijd van vrouwen komt overigens niet overeen met de puberteit, maar ligt in de vroege jaren twintig. Meisjes roddelen bovendien vooral tegen meisjes over meisjes. Het is dus onjuist dat zij hun concurrenten bij mogelijke verwekkers zwart maken.
Gepast gedrag
Nu hoeft theorie voor mij niet altijd empirisch te bewijzen te zijn. Zo kan je de dialectiek van Marx niet toetsen, maar heeft deze theorie wel grote verklarende waarde om onze economische wereld te begrijpen. Een sociologische verklaring voor het constante geroddel is dat meisjes zo leren wat gepast en ongepast gedrag is. Door te praten over het gedrag en uiterlijk van anderen, leren meisjes wat goed is en wat vermeden moet worden. Roddel is zo een laboratorium waar mogelijke gedragingen uitgetest kunnen worden. Hoe jonger het meisje, hoe meer behoefte aan een handleiding. Meisjes krijgen te maken met een aantal tegengestelde verwachtingen die niet voor jongens gelden. Zo mag je als meisje geen streber zijn maar ook geen gansje. Seksualiteit is daarbij misschien wel het meest lastig: niet preuts maar ook niet sletterig.
De evolutionaire verklaringen reduceren meisjes in een apolitieke pseudo-analyse tot hun voortplantingsvermogen. De evolutionaire psychologie is daarmee een tak van wetenschap die fundamenteel anti-feministisch is. Duizenden jaren beschaving worden terzijde geschoven en huidige machtsverhoudingen worden als niet relevant beschouwd. Dit soort onderzoek legt sekseverschil vast in de biologie en maakt daarmee verandering onmogelijk.