Wat is de overeenkomst tussen de volgende zaken? Wildplassen. Kinderen in de crèche dumpen. In de file staan. Een enorme bureaucratie optuigen. Frauderen met uitkeringen. Ontwikkelingshulp afschaffen. Naar het naaktstrand gaan. Te veel geld lenen. In de rij staan bij de Efteling. Een baan weigeren omdat je toch wel bijstand krijgt. De buren wegpesten. De liefde bedrijven. Van mening veranderen over de langstudeerboete. Een boerka dragen. Een partijcongres bezoeken. Het antwoord is even verrassend als voorspelbaar: dit zijn allemaal zaken die je samen kunt doen, en soms zelfs samen moet doen. Een tweede overeenkomst is dat al deze zaken niet vallen onder de definitie van ‘samen’ zoals die wordt gehanteerd door CDA-lijsttrekker Sybrand Buma in zijn boek ‘Samen kunnen we meer’, dat vorige week uitkwam bij Uitgeverij Conserve.
Samen met het CDA
De term ‘samen’ is niet origineel, maar Buma gebruikt deze toch te pas en te onpas. Samen betekent: de krachten van werkgevers, werknemers en kenniswerkers verbinden; een bundeling van krachten van de overheid, het bedrijfsleven en burgers; Nederland in de Europese Unie; voor anderen zorgen; de balans tussen werk en privé herstellen; kinderen opvoeden samen met instanties die kunnen helpen; de publieke moraal en ga zo maar door.
Nog niet zo lang geleden was het CDA de grootste partij en maakte ze deel uit van het vierde kabinet Balkenende. CDA, PvdA en ChristenUnie hadden toen als motto: ‘Samen werken, samen leven’. Ook al samen. Communicatie-onderzoekers noemen dit framing. De vraag is vanuit welke invalshoek politieke vraagstukken worden bekeken. Je kunt politieke kwesties behandelen vanuit een economisch gezichtspunt, maar ook vanuit het oogpunt van individuele vrijheid, vanuit duurzaamheid of vanuit internationaal perspectief. En ga zo maar door.
Het probleem van framen is dat een bepaalde invalshoek burgers niet alleen kan aantrekken, maar ook kan afstoten. En dus zoek je altijd naar een frame dat zo aantrekkelijk mogelijk is. Het CDA-frame ‘samen’ zal nooit in het voordeel van het CDA werken. Wie is er tegen ‘samen’? Is de PVV tegen het idee dat burgers samen aan de economie bouwen of samen de kinderen opvoeden? Is GroenLinks een partij die vindt dat overheid en bedrijfsleven vooral nooit samen moeten werken? En vindt D66 dat de publieke moraal er niet toe doet?
Inhoudelijke crisis
De Elsevier schreef pas een commentaar over het CDA-verkiezingsprogramma. Als het CDA vergeleken moet worden met een winkel, zou het Blokker zijn. Er is van alles te krijgen: voor ieder wat wils. Grabbelton. Vergaarbak. Buma laat in ‘Samen kunnen we meer’ zien dat hij veel ideeën heeft die heel veel burgers in Nederland met hem delen. Maar verkiezingen gaan over wat je onderscheidt van anderen, niet over zaken waar eigenlijk iedereen het wel over eens is.
Deze tweede les van framing wordt door Buma en zijn communicatieadviseurs vergeten: kiezen voor een frame waarvan je niet zeker weet of het aan zal slaan. Zoals het PVV-frame dat alle problemen door Europa komen. Dat frame is risicovol omdat burgers kunnen denken dat dat frame niet klopt. Maar bij het CDA niets van dat alles: allemaal vage kreten waarvan iedereen een positief gevoel krijgt, waarvan niemand weet wat ze in de praktijk inhouden en die de indruk wekken dat andere partijen ze ook onderschrijven.
We gaan 12 september samen stemmen, maar op deze manier niet op het CDA.
Chris Aalberts is publicist en onderzoeker politieke communicatie. Hij publiceerde onlangs een boek over de achterban van de PVV.