Hij heeft toch maar voor elkaar gekregen. Dankzij een ongezouten uitspraak op televisie van SGP-leider Kees van der Staaij gaat de Nederlandse politieke discussie weer even over abortus. Dat is best wel bijzonder. Als één politieke discussie eigenlijk geen discussie meer is, is dat de abortusdiscussie. In 1981 heeft Nederland na een lang debat de abortus provocatus gelegaliseerd. Abortus mag, maar om het CDA tevreden te stellen kregen vrouwen die een abortus wensten 5 dagen bedenktijd. Hoewel de linkse partijen toentertijd tegen het abortuscompromis stemden, ze vreesden dat het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw mede door die 5 dagen bedenktijd in gevaar kwam, waren ze achteraf zeer in hun nopjes met de wet. De wet werkt. In Nederland is abortus legaal, en bijna nergens in de wereld worden zo weinig abortussen gepleegd als in Nederland.
Moord met voorbedachte rade
Abortus is ethisch gezien een lastig vraagstuk. Is het een kleine medische ingreep of is het moord met voorbedachte rade (misschien mede wel vanwege de vijf dagen bedenktijd)? Ik ben er zelf niet over uit. Mijn vrouw bijvoorbeeld peinst er niet over om een vrucht van mijn lendenen straks te laten wegdrijven, maar ik kan mij goed inleven in de vrouwen die om bepaalde redenen wel voor een abortus kiezen. Zeker na een verkrachting.
Orthodoxe christenen in Nederland, de achterbannen van de orthodox-protestantse partijen ChristenUnie en SGP en de lezers van het Katholiek Nieuwsblad, zijn faliekant tegen abortus. Abortus is moord, en moord is verboden. Ook als een vrouw wordt verkracht mag abortus niet, want hoe verschrikkelijk een verkrachting ook is, dit mag niet misbruikt worden om een moord op een onschuldige ongeborene te begaan. Last but not least mag abortus niet van God. Het goddelijke neen tegen abortus is dan ook het doorslaggevende argument.
Schreeuw Om Leven
Orthodoxe christenen vormen in Nederland een minderheid van zo’n 5-10 procent van de bevolking. De kans dat ze aan het langste eind zullen trekken en er straks in Nederland een absoluut verbod op abortus komt, is uiterst klein. Hun gevecht is een achterhoedegevecht.
Om toch gehoord te worden, grijpen radicale tegenstanders van abortus dan ook naar steeds zwaardere middelen. Voormalig EO-directeur Bert Dorenbos organiseert met zijn organisatie met de veelzeggende naam ‘Schreeuw om Leven’ jaarlijks een ‘mars voor het leven’ en bouwde eens het Binnenhof vol met allemaal plastic poppetjes, die de geaborteerde foetussen moesten voorstellen. Mariska Orbàn-de Haas van het Katholiek Nieuwsblad schreef naar aanleiding van deze poppetjes een open brief aan Jeanine Hennis-Plasschaert, waarin het VVD-Kamerlid werd herinnerd aan haar miskraam. Ten slotte wordt een vergelijking van abortus met de Holocaust niet geschuwd. Ook nu worden er een miljoenen onschuldigen vermoord, aldus de antiabortusactivisten.
Progressieve verworvenheid
De uitlatingen van SGP-leider Kees van der Staaij op televisie, dat ook na een verkrachting abortus niet geoorloofd is, én dat het een ‘feit’ is dat vrouwen die verkracht worden eigenlijk maar zelden zwanger worden, riepen bij de progressieve goegemeente (waar ik mijzelf ook toe reken, even voor de duidelijkheid) veel verontwaardiging op. Op twitter werd Van der Staaij voor van alles uitgemaakt, zelfs van #haatbaard (een term waarmee salafistische moslims in het Nederlandse politieke debat worden weggezet). Heel begrijpelijk allemaal – Van der Staaij blonk met zijn opmerking dat verkrachte vrouwen zelden zwanger worden niet bepaald uit in diplomatie – maar toch ook een beetje overtrokken. Hoe groot is de SGP eigenlijk? En hoe groot is de kans dat zij de abortus terugdraaien? Deze vragen zijn simpel te beantwoorden, namelijk met slechts twee van de 150 zetels in het parlement’ en ‘nihil’.
Hoe verwerpelijk de mening van Kees van der Staaij misschien ook is, het is een zeer marginale mening. Natuurlijk, de SGP leverde een tijdje gedoogsteun aan het kabinet-Rutte en zorgde er zo mede voor, dat de weigerambtenaar (voorlopig) bleef bestaan. Maar een progressieve verworvenheid terugdraaien? Daar is de partij veel te klein voor. Ook de ChristenUnie en zelfs het CDA hebben de macht en de kracht niet, om hiertegen nog wat te beginnen.
Marginale meningen
Waar we een beetje voor moeten uitkijken, is een te erge focus op marginale meningen. De PVV en enkele conservatieve columnisten en onderzoeksjournalisten hebben een hoge pet over van het sinistere salafisme, dat alomtegenwoordig schijnt te zijn. Sharia4Holland, dat zijn hele gevaarlijke jongens die de middeleeuwse Sharia willen invoeren. In progressieve kringen wordt soms te erg gefocust op onze eigen ‘Poldertaliban’, de SGP dus. Maar in plaats van deze gelijkhebberige getuigen telkens weer te vuur en te zwaard te bestrijden, is het wellicht wijzer om je schouders op te halen. Met sommige mensen wil je gewoon niet in discussie gaan, omdat ze te erg zijn overtuigd van hun eigen absolute waarheid, te erg lijden aan een tunnelvisie.
Bert Dorenbos, Mariska Orbàn-de Haas, Kees van der Staaij en de Shariaboys zijn onze woede niet waard. Gewoon laten oreren, die orakels. Een goed idee is misschien dat we ook hier kiezen voor vijf dagen bedenktijd. Moet ik nu wel reageren of niet? Hoe moet ik eigenlijk reageren als ik reageer?
Op de vijfde dag had zij haar reactie voltooid, op die dag rustte zij van het denkwerk dat zij gedaan had. Zij zegende de vijfde dag en verklaarde die heilig, want op die dag besloot ze nooit meer in gaan op paternalistische profeten. En zij zag dat het goed was.