ThePostOnline

Iedereen is zielig – over bikinibabes en blanke mannen

30-08-2012 13:57

Eigenlijk zijn alle mannen sexisten en alle vrouwen zijn slachtoffers, of het nu Brusselse meisjes zijn die grof worden bejegend door types uit de Maghreb of bikinibabes in Humo, P-magazine of FHM, die daar tenslotte alleen maar in kunnen staan door het valse bewustzijn dat het tof is om schaars gekleed op de foto te gaan. Zo willen althans Kathleen Vereecken en Nella van den Brandt. Waar Vereecken zegt dat het sexisme van de Marokkanen (enz.) alleen maar gradueel verschilt van “het subtielere sexisme” van de autochtone Vlaming, schiet Van den Brandt helemaal in de overdrive: volgens deze Brusselse academica is de Belgische samenleving doordrenkt van racisme en sexisme. Vereecken vraagt zich af of het niet hypocriet is dat we mannen uit de Maghreb aanspreken op hun gedrag terwijl we het gebabespot van blanken relativeren. Van den Brandt spreekt zelfs van een kruisbestuiving van sexisme en racisme, Vlamingen mogen wel wat Marokkanen niet mogen. Eigenlijk, zo stelt Van den Brandt, leven we in een post-feministische samenleving, waar de zorgen van vrouwen en allochtonen om ongelijkheid worden weggelachen. Ze toont zich zeer verontwaardigd over beschuldigingen een verzuurde oude zeur te zijn.

Vrouwen zijn slachtoffers!
De repliek dat er toch echt een verschil is tussen beledigen en ongewenst aan iemand zitten enerzijds en geïnteresseerde blikken schijnt alleen maar een uiting van onbegrip te zijn. Vrouwen. Zijn. Slachtoffers!! Dat moeten we eens begrijpen!! Vereecken en Van den Brandt doen waarschijnlijk ongewild denken aan een stelling van de heilige Augustinus, niet meteen de meest feministische auteur die ik kan bedenken, die luidt dat je al onkuisheid hebt begaan als je wellustige gedachten over iemand hebt. Er zijn sowieso veel overeenkomsten tussen religieuze fundamentalisten en feministen van het type van Van den Brandt, zij het dat het bij Van den Brandt de burka van haar potentiële slachtofferschap is die de vrouw tegen wellustige mannenblikken moet beschermen en wee haar als ze die niet draagt, dan werkt ze immers mee met ongelovigen als Patrick de Witte, hoofdredacteur van het Vlaamse ladmag P-magazine die “het keuren van vrouwenlichamen in media en magazines, totaal bagatelliseert”. Waarlijk, wie graag naar meisjes kijkt is al bijna een nazi.

Zou het weleens opkomen bij Van den Brandt dat het spel van kijken en bekeken worden bij de relaties tussen mannen en vrouwen hoort en dat die relaties nu eenmaal ook hun mediale variant hebben?

Wat hebben we aan blanke mannen?
Toch is het niet de overtrokken reactie op wellustige mannenblikken die mij het meest opvalt aan de betogen van Vereecken en Van den Brandt, of for that matter, Myrthe Hilkens of Stine Jensen. Wat me het meest verbaast is de vanzelfsprekendheid van de slachtofferhouding. Wat de vrouw recht van spreken geeft is dat zij een slachtoffer is: van de man, van de media, van het neo-liberalisme. Het is überhaupt pas als slachtoffer dat je iets te zeggen kunt hebben. Geschiedenis mag geschreven worden door de overwinnaars, het heden wordt geschreven door de verliezers. En wie is er eigenlijk geen slachtoffer? Vrouwen, allochtonen, homosexuelen, gehandicapten, moslims, moslima’s vanzelfsprekend, maar ook plattelanders, dialectsprekers, lager opgeleiden, 50plussers, rokers, veganisten en liefhebbers van het Nederlandstalige lied zijn allemaal slachtoffers van het één of ander, maar vooral van de heterosexuele, blanke hoger opgeleide man, die zoals iedereen weet al het kwaad in de wereld heeft aangericht.

Wat hebben we tenslotte te danken aan blanke mannen, behalve rechtspraak, onderwijs, klassieke muziek, electriciteit, literatuur, openbaar vervoer, de Franse keuken en nog wat dingen? Precies: niets eigenlijk.

Soft geklets
Vandaar dat de blanke man de favoriete schietschijf is van alle beoefenaars der grievance studies waaronder op de eerste plaats gender studies. Een beetje een vent zeurt daar niet over. Het slachtofferschap blijkt echter ook erg aantrekkelijk voor blanke mannen. Zo constateert de Vlaamse schrijver Joost Vandecasteele dat de blanke man als enige nog geridiculiseerd mag worden en dat het dus tijd is voor onze emancipatie: “We zijn als man beland op een plek waar we onze eigen identiteit moeten herdefiniëren, iets wat we zelf moeten uitzoeken, met onze eigen Vijftig tinten grijs, onze eigen Vitaya, onze eigen Flair.” Ocharm. Misschien moet Vandecasteele eens in P-magazine kijken. Beter nog, eens een boek lezen over de manier waarop een gentleman vroeger met kritiek omging. In plaats daarvan loopt hij te miepen over “identiteit”, typisch een begrip uit het grievance discours. ‘Ook ik, blanke man, heb mijn zieligheid, want ik weet niet wat ik ben’ lijkt Vandecasteele te  zeggen. De relatie van mannen tot vrouwen is namelijk vervaagd, zegt hij.

Vandecasteele is bepaald niet de enige met die klacht. Zo zijn de klachten over het achterblijven van jongens in het onderwijs niet van de lucht. Het onderwijs vervrouwelijkt heet het en jongens kunnen daar niet mee omgaan. Ook op het gebied van de relaties is het kommer en kwel. De hogeropgeleide vrouw heeft de toekomst en de mannen blijven achter, hoogstens nog goed als toyboy, zaaddonor of dommekracht. Het geklets over de domheid van jongens lijkt me vooral een self-fulfilling prophecy en het gedweep met hogeropgeleide vrouwen, of beter het gekerm over achterblijvende mannen is vooral soft geklets. Ten eerste zijn hoger opgeleiden eigenlijk helemaal niet zo hoog opgeleid – ze kunnen vaak niet eens een foutloze Nederlandse zin schrijven – en ten tweede is het alleen maar heel goed dat meisjes hun talenten kunnen ontplooien. Het derde en belangrijkste argument is echter dat mannen mannen blijven en vrouwen vrouwen. Dat betekent dat de sexen een spel van verleiding spelen met elkaar. Dat gebeurt onder onze neus en de kunst is vooral om dat te zien en het te zien voor wat het is in plaats van onszelf het een of andere slachtofferschap aan te praten en zo een probleem op te roepen dat er niet is.