Red Lights: fascinerende film vliegt aan het einde uit de bocht

30-08-2012 15:36


Het concept van Red Lights is verschrikkelijk interessant. Hoeveel Jomanda’s, Derek Oglivies en Uri Gellers zijn er wel niet op deze wereld. Het eerste deel van de film draait dan ook vooral om een aanklacht tegen deze gewetenloze oplichters. Na het sterke begin wordt echter het Hollywood handboek erbij gepakt en verliest de film zichzelf in onnodige actie en spanningsmomenten.

Dr. Margaret Matheson (Sigourney Weaver) en haar assistent Tom Buckley (Cillian Murphy) specialiseren zich in onderzoek naar paranormale verschijnselen. In de praktijk komt dit neer op het onderzoeken van de betrouwbaarheid van paragnosten, telepaten en mentalisten. Ondanks een lange lijst aan successen worden Matheson en Buckley niet helemaal serieus genomen door de faculteit waar ze werken. Om eindelijk de erkenning te krijgen die ze verdienen wil Buckley de legendarische mentalist Simon Silver (Robert de Niro), een soort Uri Geller on steroids, onderzoeken. Ondanks herhaalde waarschuwingen van Matheson graaft Buckley verder en verder tot er geen teruggaan meer is en hij op onverklaarbare dingen stuit.

Waar logica en rede het eerste deel van de film bepalen gaat hij op het einde uit de bocht door precies de regels te breken die in dat deel zijn neergezet. Dit is erg jammer want een psychologische thriller over dit onderwerp die enkel steunt op verklaarbare feiten kan heel interessant zijn. Red Lights zal de kijkers, die dat ook verwachten, waarschijnlijk teleurstellen.

Aan de acteerprestaties ligt het niet, Weaver en de wat eigenaardige Murphy spelen overtuigende cynische wetenschappers. Ook Robert de Niro is eindelijk weer op niveau als de af en toe ijskoude Silver, ook zij kunnen echter niets veranderen aan de eindconclusie.

Red Lights heeft een bewonderenswaardige opzet. Zelden wordt aandacht besteed aan het debunken van paranormale verschijnselen. In een maatschappij waarin vrijwel iedereen in ‘iets’ wil geloven is dit ook niet vreemd. Wel is het vreemd dat mensen als Derek Oglivie, die zonder ooit in een gecontroleerde omgeving hun ‘gave’hebben bewezen, keer op keer een podium krijgen. De prima opzet van het eerste deel van de film wordt op het einde losgelaten en vervangen door wat spanning en schrikeffecten en een slot wat haaks staat op de logica en rede van het begin. Zo blijft aan het einde niet de boodschap hangen ‘dat we eens goed zouden moeten kijken naar de geloofwaardigheid van deze zogenaamde paranormaal begaafden’ maar de vraag ‘of er geen kern van waarheid ligt in hun gaven’. Dat is jammer.