Sport

Clubliefde, bestaat het nog?

06-09-2012 19:00

Salaris inleveren om terug te keren bij de club waar je een warm plaatsje voor in je hart bewaart. Waar veel voetballers jarenlang schermen met hun oude liefde, blijft het vaak bij mooie woorden. Dirk Kuijt verkoos de miljoenen in Istanbul voor een terugkeer naar Feyenoord, Ruud van Nistelrooij besloot een terugkeer naar PSV te laten schieten ten faveure van een roemloos afscheid bij het Spaanse Malaga. Clubliefde is betrekkelijk.

En toch waren er deze nazomer enkele lichtpuntjes te zien voor de mannen die met enige voetbalnostalgie jaarlijks reikhalzend uitkijken naar verloren zonen terug op het oude nest. De trend van almaar rijker, exotischer, avontuurlijk werd deze zomer hier en daar nadrukkelijk doorbroken en het waren drie Nederlanders die deze trendbreuk gestalte gaven.

Liefde voor het voetbal
Rafael van der Vaart bijvoorbeeld. Ongelukkig bij Tottenham. Hamburger SV lonkte en Van der Vaart gaf gehoor aan de club die zijn doorbraak in Europa betekende. Dat hij de helft minder gaat verdienen lijkt geen punt. Hij is 29, wil wekelijks voetballen en als dat kan bij HSV is dat helemaal mooi meegenomen.

Ryan Babel maakte het helemaal bont. Hij ontbond zijn nog een jaar lopende contract bij Hoffenheim waar hij onder Babbel volledig uit de gratie raakte. De spits die voorheen nog wel eens aangaf meer te voelen bij de rapwereld dan het voetbalveld, maakt nu een opmerkelijke wending. Ook hij wil voetballen, hij is zelfs bereid er voor in de buidel te tasten. Amsterdam lonkte, ‘Home’.

Het zijn opvallende stappen in het veelal door geld, glitter en glamour gedomineerde voetbalwereldje. Waar Winston Bogarde jaren terug nog trots verkondigde voor niemand te buigen en dus zijn contract lijdzaam uitzat, weigert Babel zo’n vroegtijdig einde van zijn voetbalcarrière te accepteren. Dat hem dat geld kost, in plaats van een lucratieve transfer oplevert, telt even niet.

Voor Rafael van der Vaart is de situatie makkelijker, hij was ongewenst in Londen, hij wilde weg, hij werd verkocht. De gelijkenis met Babel? Ook Van der Vaart wil spelen en dus is hij bereid met een aanzienlijk lager salaris genoegen te nemen. Niet clubliefde, maar liefde voor het spel lijkt de voornaamste drijfveer voor beiden te zijn.

Ware clubliefde?
Liefde voor voetbal, precies dat wat Theo Janssen zingeving biedt in het leven. Maar dan wel met een sigaretje in de rust, en een paar biertjes in het weekend. In het met brave tieners uitgeruste Ajax voorwaar geen sinecure en dus mokt Janssen, bovendien speelt hij te weinig. En dan komt Vitesse, of beter gezegd Rutten, een appèl doen op zijn clubliefde. Janssen, trekt, schmiert en zeurt. En forceert, want voor Arnhem is Theo zelfs bereid financieel flink pas op de plaats te maken.

Net als Babel en Van der Vaart drijft de liefde voor het voetbal Janssen terug naar een oude bekende. De liefde voor voetbal lijkt de afgelopen maanden een kleine overwinning te hebben geboekt. Voor echte clubliefde is het nog steeds goed zoeken op het hoogste niveau. Het is welhaast ironisch dat het dan in Hollywood aan de Rijn gevonden moet worden.