Lijsttrekkers debatteren over Europa, over de zorg, over stropdassen, over coalities. Maar geen woord over het onderwijs. Het onderwijs is simpelweg geen issue. “Dat is raar,” schrijft Ton van Haperen in de NRC van gisteren.* “Het onderwijs verkeert in een crisis. Politici kunnen hierin iets betekenen.” Van Haperens opiniebijdrage bestaat verder uit een historisch overzichtje, een uitval naar onderwijsbesturen die hun geld beleggen, en tot slot een oproep: “Potentiële volksvertegenwoordigers dienen keuzes over school, leren en leraren voor te leggen aan hun kiezers.” Welke keuzes? Leraar Ton zegt er niks over. Wat moet de politiek dan zeggen?
Het onderwijs is om meerdere redenen geen Haags probleem. Europa en de zorg zijn dat wél. Die kosten namelijk niet alleen miljarden, die kosten jaarlijks ook miljarden méér. En dat geld is er niet. Onderwijs kost veel, maar kost al jaren niks méér. Onderwijs, daar gaat elk jaar praktisch hetzelfde bedrag naartoe – wat in de praktijk betekent dat de salarissen en voorzieningen steeds schraler worden, maar dat valt alleen de leraren op. Verder draait het onderwijs knarsend en steunend rustig verder. Er is geen enkele dwingende reden voor Haagse politici om zich met onderwijs bezig te houden, en de partijprogramma’s bevatten dus niks anders dan de bekende gemeenplaatsen. Geen hond denkt na over structurele veranderingen. En ook dat is volkomen begrijpelijk, want het onderwijs weet zélf ook niet waar het moet beginnen.
Plofstudenten
In de NRC van maandag en dinsdag verscheen een opiniestuk van negen man, leden van van het InnovatieLab, een club universitaire studenten en medewerkers die ‘bij elkaar komen om over de inrichting van het universitair onderzoek en onderwijs te discussiëren’. Na een korte inleiding lezen we: “Het is tijd dat de discussie over de inrichting van het universitaire onderzoek en onderwijs weer in handen komt van de universitaire gemeenschap”. Daarna volgen de geijkte waarschuwingen voor het uiteen drijven van onderwijs en onderzoek, voor te veel nadruk (bij het onderzoek) op economisch nut, en de bekende waarschuwing voor de universiteit als ‘leerfabriek waar plofstudenten worden volgestouwd met voorverpakte kennis.’ Het stuk eindigt met de klapper: “Met de opening van het academisch jaar openen wij bij deze daarom de discussie over de rol van de universiteit in de samenleving.”
Het is werkelijk om te huilen. Ten eerste omdat die ‘waarschuwingen’ dertig jaar geleden (toen ik studeerde) al actueel waren. Toen werd er al uitgebreid geouwehoerd over ‘onderwijs versus onderzoek’ en over het toenemende ‘schoolse’ karakter van de universitaire opleiding. Er is dus al dertig jaar eigenlijk niks veranderd, daar in die o zo innovatieve broedplaatsen van het zelfkritisch denken. Ze hebben niks kunnen verzinnen. Ten tweede, ook om te huilen: het InnovatieLab dat zich hier presenteert heeft blijkbaar ook nog niks verzonnen. Het hele stuk bevat niet één concreet, laat staan origineel voorstel. In plaats daarvan schrijven de negen parmantig dat ze de discussie (die al dertig jaar oud is) ‘bij deze’ willen openen. En, we blijven nog even huilen: dat Lab heeft niet alleen geen idee waar het naartoe moet met het universitaire onderwijs, het heeft zelfs geen flauw in welke richting de oplossing gezocht moet worden. De discussie die het Lab ‘bij deze’ wil starten gaat niet over de herstructurering van het universitaire landschap. Over het bijeenvoegen van wat excellent is, het opheffen van wat mediocre is en het opschroeven van de studie-eisen waar universiteiten maar wat langs elkaar heen aanrommelen. Nee, het discussiethema zal luiden: ‘de rol van de universiteit in de samenleving.’ Hoe breed! Hoe diep! Hoe dom!
Geen clou
Dames en heren van het InnovatieLab: als de discussie bínnen de academische gemeenschap al niets oplevert, en als de discussie over de toekomst van het academisch onderwijs nog moet beginnen en ook nog eens ‘bij deze’ niet verder komt dan het vage, veel te zelfgenoegzame thema ‘de rol van de universiteit in de samenleving’, dan zal die rol de komende jaren alleen maar kleiner worden. En zolang de universitaire gemeenschap niet weet wat ze wil, geen clou heeft waar het met het academisch onderwijs naartoe moet, kan de politiek rustig achterover leunen. Het enige dat ze moeten doen, is zo nu en dan kijken of er niet een paar honderd miljoen uit de onderwijsbegroting gesloopt kunnen worden.
* De krant van woensdag, die zoals gebruikelijk voorzien is van een dubbele datumregel: ‘woensdag 5 september & donderdag 6 september 2012’. Met deze dubbele datum is de opmerking ‘de NRC van vandaag’ volkomen zinloos geworden. Dat dubbel dateren schijnt te gebeuren vanwege de losse verkoop: de krant van woensdag is zo ook in de loop van donderdag nog als ‘vers’ te verkopen. Dat kun je volksverlakkerij noemen. Anders geformuleerd: nota bene in de NRC wordt vanwege louter platte commerciële overwegingen een oeroude journalistieke traditie om zeep geholpen.
Cc-foto: Tungsten