De laatste van de drie Grote Ronden van dit jaar is verreden en iedereen is het er over eens: deze Vuelta was van de drie de mooiste. De verklaring is simpel: volop strijd en spanning. En als bonus was er de wederopstanding van de Echte Klimmer, oogappel van de wielerliefhebber. De televisiebeelden vanuit de bergen van Noord-Spanje hebben de herinneringen aan de Tourcols al uitgewist. Daar heeft de Echte Klimmer voor gezorgd.
Nou was dat niet zo moeilijk. In de Tour werd immers niet geklommen. Er werden ploegentijdritten gereden, en die gingen soms omhoog als er eens een berg op het parcours lag. Maar klimmen? Nee, niet in de Tour van 2012. Wie won er ook alweer de bolletjestrui? Thomas Voeckler. Inderdaad, een steengoed renner, van alle markten thuis, maar toch geen klimmer?
Denk eens terug aan de pijnlijke beelden op de Galibier in 2011. Voeckler had de gele trui om en smeet woedend een bidon op het asfalt toen hij moest afhaken op de steile flanken. Dat doet een klimmer niet. Een klimmer lacht als hij op zijn pedalen staat. Hij versnelt, houdt in, en kijkt om. Hij lijkt zo enthousiast te zijn dat de weg eindelijk omhoog gaat dat hij als een Speedy Gonzalez zijn collega’s aanspoort zijn versnelling te volgen. ‘Komaan jongens, omhoog!’ ¡Ándele Ándele, Arriba, Arriba!
Spaanse vlaggetjes
Echte klimmers spreken Spaans. Een andere taal is er vooraan in de bergen van de Picos de Europa niet gesproken. Op die momenten monteerde de regisseur van de Vuelta twee afbeeldingen in beeld: een driehoeksbord met hellingspercentage en daarnaast de vlaggetjes van de nationaliteiten met de namen van de koplopers. Het waren telkens de drie Spaanse vlaggetjes van Joaquin Rodriguez, Alberto Contador en Alejandro Valverde. Soms waren de Spaanse vlaggetjes zelfs met meer dan drie. Dan was de Baskische kopman Igor Anton mee vooraan: een rasklimmer die altijd wel wat steken laat vallen tijdens een ronde. En dan hadden de kopmannen elk nog wat Spaanse hulptroepen die ze tijdens lange beklimmingen vooruit stuurden. Intxausti, Moreno, Hernández.
Exotische vlinders
Er fladderden ook nieuwe, exotische vlinders mee. Mariposas. Jonge knapen uit het land waar een klim niet eindigt maar begint op tweeduizend meter boven zee. Meer nog dan de Spaanse toppers zijn het specialisten bergop. In de afgelopen jaren reden ze hun Europese leeftijdgenoten de vernieling in tijdens de duels in de Tour de l’Avenir, de Tour de France voor beloften. Nairo Quintana, Winner Anacona en de al wat meer ervaren Sergio Henao en Rigoberto Uran. Een fantastische generatie jonge Colombianen die in de Vuelta nog eens toonde dat er nu echt sprake is van een doorbraak.
We gaan de tijden van illustere Colombiaanse voorgangers als Luis Herrera en Fabio Parra herbeleven. Bradley Wiggins van het Britse Team Sky heeft goed opgelet en zijn kans gepakt dit jaar. Volgende Tour wordt immers alles anders. Contador doet weer mee. Zijn Spaanse vlaggetje schittert onder in het beeld tijdens de zware beklimmingen. Het zal een Spaanse furie worden, zeker als de Franse parcoursbouwers zich aan zijn belofte houdt en de Mont Ventoux opneemt.
Slim als ze zijn bij Team Sky hebben ze alvast de twee meest ervaren jonge Colombianen in hun team opgenomen. Echte klimmers, ze spreken Spaans.