De tv is niet meer relevant, social media worden belangrijker dan tv, advertenties op tv zullen drastisch teruglopen…” Klinkklare onzin volgens onderzoek dat Deloitte samen met Intomart GfK en Spot uitvoerde. De nieuwe technieken verrijken juist het gebruik van televisie en zorgen voor alles behalve een terugloop. Daarentegen lijken social media wel invloed te hebben op het taalgebruik. Hoewel niet bekend hoe vaak de onderzoekers gebruik maken van social media is de geformuleerde mythe hieronder best pijnlijk. Social media zijn voor zo ver ik weet nog steeds meervoud.
Voorbarige conclusie
Oké het is misschien een beetje flauw. Wie echter onderzoek naar social media doet moet zijn taalregels wel goed op een rijtje hebben. De onderzoekers hebben 2000 consumenten van dertien jaar en ouder ondervraagd. Hierbij werden stellingen geponeerd als: “Ik kan niet leven zonder televisie”. Waarschijnlijk vanwege de klein gekozen schaal; ‘mee eens’, ‘neutraal’ en ‘mee oneens’ gaf 45 procent van de ondervraagden aan inderdaad niet te kunnen leven zonder televisie. De onderzoekers concluderen vervolgens dat ‘mensen nog steeds verliefd zijn op hun televisie’ (vrij vertaald). Hoewel inderdaad nog veel mensen het liefst naar de buis kijken is het misschien wat voorbarig om dit soort conclusies te trekken. Zeker gezien het feit we pas sinds kort nieuwe technologieën met elkaar integreren. Kranten zijn nog op zoek naar verdienmodellen voor online content en de trend van het tweede scherm zoals te zien tijdens de afgelopen verkiezingen heeft ook pas eigenlijk net een doorbraak gehad.
Tweede scherm
Dat tweede scherm dat voornamelijk bij pc’s en tablets wordt gebruikt insinueert de integratie van nieuwe technologieën met het televisie kijken. In het onderzoek stellen de onderzoekers dan ook juist dat via bijvoorbeeld de tablet ook televisie kan worden gekeken. Hetgeen de frequentie van het kijken en de mobiliteit ervan ten goede komen. Het aantal mensen dat in Nederland een tablet bezit is de afgelopen tijd dan ook explosief gestegen ; van 1 procent van de mensen in augustus 2010 naar 23 procent in juni 2012. Hiermee lijken de onderzoekers een stijgende lijn te zien in het aantal tabletgebruikers. Echter, in de staafdiagram eronder zien we dat in 2010 95 procent van de mensen een tablet heeft en de prognose voor 2015 is dat nog maar 39 procent een tablet heeft tegenover 61 procent met een andere PC. Categorie foutje-bedankt?
Geen wetenschap
Vervolgens analyseren de onderzoekers de opkomst van het 4G-netwerk waarin ze beargumenteren dat we in de toekomst overal tv kijken. Om deze voorzichtige prognose kracht bij te zetten wordt in koeienletters een quote (zie afbeelding hierboven) toegevoegd die net zo vaag een mogelijke situatie schetst. In het onderzoek wordt überhaupt weinig gerefereerd naar bestaande wetenschappelijke literatuur omtrent dit onderwerp. Wie even kijkt op Google Scholar ziet bijvoorbeeld dat Kohut et al. (2011) juist concludeerden dat de komst van internet de nieuwsconsumptie via televisie ondermijnt. De literatuurlijst van het onderzoek bestaat bijna louter uit analyses van Deloitte zelf. Hoewel dit onderzoek ogenschijnlijk niet bedoeld is als wetenschappelijke toevoeging zou de bijdrage van bestaande literatuur het verhaal beter funderen
Nieuwswaardig?
Hoewel de intentie van dergelijke onderzoeken vaak goed is, is het van belang om altijd te dubbel checken. Sites als Villamedia.nl en Dutchcowboys.nl nemen deze berichten net iets te makkelijk over. De strekking van het onderzoek kan dan goed zijn en de figuurtjes mogen er flitsend uit zien, het gaat om de inhoud. Dit lijkt dan ook tekenend voor het feit dat dit onderzoek niet door traditionele nieuwsmedia wordt opgepikt. Eigenlijk is dat zonde omdat de conclusie die de onderzoekers trekken nieuwswaardig had kunnen zijn.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de website van de faculteit communicatiewetenschap van de UvA.