WarRoom

Romneys ultieme blunder: hij beledigde zijn eigen kiezers

19-09-2012 11:46

Tijdens een bijeenkomst met rijke geldschieters liet Mitt Romney zich ontvallen dat 47 procent van de Amerikanen nooit op hem zal stemmen. Ze teren op de staat, nemen geen persoonlijke verantwoordelijkheid voor hun lot en betalen geen federale inkomstenbelasting. Dat was de redenering van Romney. Niet alleen is deze redenering politiek bijzonder onhandig, hij is ook nog eens onjuist. Een gekke ironie van de Amerikaanse politiek is dat arme en onbevoorrechte Amerikanen juist vaker Republikeins stemmen dan je zou verwachten. Waarom stemmen deze mensen niet in hun eigen belang?

We zijn geneigd om politiek te bekijken als een klassenstrijd tussen arm en rijk. De armen stemmen op de partij die de steun heeft van de vakbonden en die voor inkomensnivellering pleit want dat is in hun voordeel. In Amerika is dat de Democratische partij. Maar dat strookt niet met de feiten. Een groot deel van de armere Amerikanen stemt op de Republikeinen, de partij die meerdere belastingverlagingen heeft doorgevoerd voor de hogere inkomens en grote bedrijven steunt. De staten met het laagste gemiddelde inkomen – denk aan West Virginia, Mississippi en Arkansas – zijn de staten waar Republikeinen het meest dominant zijn. Dat zijn dus de staten met veel mensen die geen inkomstenbelasting betalen. Volgens The New York Times heeft Romney in deze staten een voorsprong van 15 procent of (veel) meer in de peilingen. Wat is hier aan de hand?

Pact tussen fiscaal conservatieven en sociaal conservatieven
Sinds de jaren zestig hebben de Republikeinen een effectieve strategie ontwikkeld om grote groepen onbevoorrechte kiezers aan zich te binden. De Republikeinse partij bestaat uit een coalitie van fiscaal conservatieven en sociaal conservatieven. Fiscaal conservatieven willen vooral een kleinere overheid: minder belasting en minder regelgeving. Sociaal conservatieven willen Amerika terugbrengen naar het ideaalbeeld van hoe Amerika zogenaamd ooit was. Abortus is daar niet toegestaan, de christelijke God staat in het midden van de samenleving en de voordeur hoefde je eigenlijk niet op slot te doen.

Republikeinen buiten de sociale onderwerpen uit om een meerderheid te krijgen voor de fiscale onderwerpen. Conservatieven Republikeinen spreken nauwelijks nog over hoe armen er financieel bovenop kunnen komen. Ze spelen op een andere manier in op het gevoel van achterstand dat arme Amerikanen doorgaans hebben. Het veranderende Amerika is de schuld van hun achterstand. De boodschap aan de kiezer is feitelijk: als Amerika nog zo was als vroeger, zat jij niet in deze positie. Dit is dus de culture war waarover vaak wordt gesproken.

Economische onderwerpen winnen altijd
Het zure voor deze kiezers is dat na de verkiezingen de economische belangen het altijd winnen van de sociaal-culturele onderwerpen. Er is veel over abortus gedebatteerd maar het wordt nooit verboden. Ook over immigratie wordt veel gesproken maar het wordt niet of nauwelijks beperkt. Belastingverlagingen voor bedrijven daarentegen hebben aan de lopende band plaatsgevonden. Uiteindelijk zijn de kiezers met lage inkomens dus slechter af door te stemmen op de Republikeinen.

Om dit uit te leggen aan hun kiezers wijzen conservatieve politici altijd naar de “liberal elite”.  De gewone man is nederig, eerbiedig, vriendelijk, vrolijk en loyaal. De liberal elite is het tegenovergestelde. Ze vinden zichzelf intelligent en kijken neer op de gewone man. Conservatieve politici werpen deze stroman op om de schuld af te schuiven voor hun eigen onvermogen vooruitgang te boeken op sociaal-culturele onderwerpen. Ook al hebben Republikeinen in sommige jaren de macht in handen van alle drie de takken van de Amerikaanse overheid, toch blijven ze zich presenteren als slachtoffers van de liberal elite.

Klassenstrijd tussen elite en gewone man
Daarmee wordt ook meteen duidelijk dat er nog steeds een klassenstrijd wordt gevoerd. De inzet ervan is niet economisch maar de waarden en identiteit van de Amerikanen. Arme Amerikanen verwijten dus niet werkgevers dat ze hen te weinig betalen. Arme Amerikanen verwijten de liberal elite dat ze neerkijken op het echte Amerika en hun macht misbruiken om Amerika te herscheppen naar hun eigen wereldbeeld.

Deze theorie werd voor het eerst opgeschreven door de journalist Thomas Frank in het veel gelezen en geprezen boek What’s the matter with Kansas? Hoewel Mitt Romney het kennelijk niet heeft gelezen, is dat wel het geval voor Barack Obama. Toen de President in 2008 een vergelijkbare blunder als Romney beging, verwees hij naar het werk van Frank.

Tijdens een bijeenkomst met geldschieters zei Obama over arme Amerikanen: “And it’s not surprising then that they get bitter, they cling to guns or religion or antipathy to people who aren’t like them or anti-immigrant sentiment or anti-trade sentiment as a way to explain their frustrations.” Hij verontschuldigde zich direct nadat de opmerkingen openbaar werden gemaakt, maar bleef wel achter zijn oorspronkelijke opmerkingen staan. Net zoals Romney beledigde Obama met zijn oorspronkelijke uitspraak een grote groep kiezers. Maar in tegenstelling tot Romney waren het in ieder geval niet zijn eigen kiezers.

Victor Vlam is redacteur van de WarRoom en voerde in 2008 campagne voor zowel Barack Obama als John McCain.

Foto CC: wtl photography