Peilingen zijn altijd wispelturig en in Nederland hebben we van dichtbij gezien hoezeer ze vaak naast de waarheid zitten. Toch laten opinie-onderzoeken in diverse swing states en nationaal de afgelopen weken een consistent beeld zien: president Obama gaan aan de leiding en lijkt op weg naar een tweede termijn. Voor Democraten aller landen echter aan een vervroegde verkiezingsdans beginnen, is het goed om te realiseren wat het risico van een vroege voorsprong is.
Bij peilingen gaan onderzoekers zelf naar potentiële kiezers toe om hun mening in kaart te brengen. In Nederland zijn ze daar niet heel actief in – de meeste peilingen worden alleen online gehouden onder mensen die zich vooraf hebben aangemeld – maar in Amerika wel. Daar worden dagelijks onderzoeken aan de deur, per telefoon en online gehouden: alles om een zo breed mogelijke doelgroep te ondervragen.
Gewogen gemiddelde
Bij dergelijke onderzoeken kijken de peilers doorgaans naar zogenaamde likely voters: mensen die zelf aangeven te willen gaan stemmen en/of mensen die in een bepaald profiel passen waarvan het betreffende onderzoeksbureau denkt dat ze waarschijnlijk zullen stemmen. Daarmee proberen de onderzoekers de kans zo klein mogelijk te maken dat hun resultaten gebaseerd worden op een groep mensen die op 6 november toch niet naar de stembus gaat. Met een standaard opkomstpercentage van iets boven de 50 procent maakt het immers nog al uit welke mensen bij een peiling betrokken worden.
Nate Silver, onze favoriete politiek-wiskundige/journalist/blogger van The New York Times en weblog FiveThirtyEight, houdt een gewogen gemiddelde van alle peilingen bij. Hij beoordeelt de onderzoeksmethoden en in het verleden behaalde resultaten van alle peilingen en bepaalt op grond daarvan hoe serieus hij een peiling neemt. Zijn gemiddelde geeft nu aan dat president Obama 51,1 procent van de stemmen zou halen, ten opzichte van 47,7 procent voor Mitt Romney. Dat lijkt geen enorme marge, maar dankzij de rol die swing states spelen geeft Silver president Obama 76,1 procent kans op herverkiezing ten opzichte van 23,9 procent kans voor Romney.
Een stem tegen Romney
Daarmee lijken de verkiezingen niet meer stuk te kunnen voor de president, maar loopt hij ook een groot risico. Want de voorsprong die de president nu genomen heeft, lijkt minder met zijn populariteit te maken te hebben dan met het gebrek daaraan bij zijn uitdager. Volgens onderzoek van Gallup blijken nog altijd meer Amerikanen een negatieve mening over president Obama te hebben, dan een positieve. Een groot deel van die 51,1 procent die president Obama volgens de gewogen peilingen zou steunen, lijkt daarmee meer een stem tegen Mitt Romney uit te willen brengen dan voor president Obama.
Het logische risico is dus dat veel van die likely voters die nu in de peilingen betrokken worden, in november alsnog thuis blijven. Als president Obama immers toch op zijn sloffen gaat winnen is er weinig reden om te gaan stemmen voor die mensen die niet enthousiast zijn over de president, maar nog minder over Mitt Romney. Daarmee kunnen peilingen een self denying prophecy worden: een voorspelling die niet uitkomt juist omdat mensen hun gedrag op die voorspelling aanpassen. Met nog twee maanden te gaan begint de tijd voor Mitt Romney te dringen. Toch zou het bijzonder onverstandig zijn om de Republikein al af te schrijven. Wie op basis van de huidige peilingen zou concluderen dat het met de electorale populariteit van de president wel goed zit, kan nog wel eens van een koude kermis thuis komen.
Adriaan Andringa is hoofdredacteur van de WarRoom.