Of Haren er nou zelf zou blij mee is valt te betwijfelen, maar het was het weekeinde van Haren. Iedereen had het over Haren. Voor vrijdag wist ik niet eens waar Haren lag, maar door Merthe heb ik mijn topografische kennis wat bij kunnen schaven. Op de radio hoorden we live-verslagen van wat beduusde reporters, op tv en internet zagen we de beelden. En wat voor beelden. Rellende, vernielende jongeren, losgeslagen als ware het boze moslims die zich de straat op haasten na het zien van een B-film.
Alleen waren dit geen moslims. Die moslims hadden tenminste nog een réden om te rellen (los van of we het inhoudelijk eens of oneens zijn met die reden). Dit waren voornamelijk blanke jongens, die naar Haren waren afgereisd, zogenaamd om te feesten, maar toch vooral om te rellen. Helemaal afreizen naar Haren of all places, om te vernielen, te drinken, te vechten, nog meer te drinken en nog meer te vernielen. Fascinerend om te zien. Een wat naïef jarig meisje, honderden jongeren en wat bier bleken de perfecte ingrediënten te zijn voor een spectaculaire avond.
Jongeren van ‘voornamelijk Nederlandse afkomst’
Terwijl ik keek naar al die boze – voornamelijk blanke – jongens kwam er geintje bij me op. Een grapje. Een gebbetje. Dus ik tweette het. Dat doe ik vaak op Twitter moet u weten, dat provoceren. Mensen uit hun tent lokken, de boel opblazen (niet letterlijk, echt niet). Nou weten de meeste mensen die mij volgen dat wel. Dus toen ik onderstaande tweet de wereld instuurde verwachtte ik vooral veel mentions met: ‘hahaha’.
Ik kan u vertellen, de ‘hahaha-tweets’ waren aanwezig, doch schaars. Het is ons allen bekend, als er een gevoelige snaar wordt geraakt is gevoel voor humor ineens ver te zoeken. De meeste reacties die ik heb gekregen zal ik u besparen. Het waren er ook gewoon teveel om allemaal te lezen. Toen ik de volgende ochtend wakker werd zag ik dat men ook ’s nachts druk had doorgetwitterd. Dat ik toch onmogelijk de schuld kon geven aan ALLE Nederlanders! En dat ik zelf ook Nederlander ben toch, of nu ineens niet?! Dat ik mijn kruit had verspeeld. Of ik blind was, want er waren genoeg Nederlanders die afstand namen!
Ik dacht niet: wat een barbaarse cultuur!
Het ironische is dat als al die boze, twitterende mensen de rest van mijn tweets hadden gelezen, ze hadden begrepen dat het om een grapje ging. Maar de meesten namen die moeite niet. Ze zagen die ene tweet en stuurden hun woede, verpakt in 140 tekens, mijn richting op. Blijkbaar ligt het gevoelig. En dat doet mij nadenken. Met wat voor gevoel had ik naar die beelden gekeken? Ik dacht niet bij mezelf: kijk die gekke Hollandse jongens daar rellen. Ik dacht niet: nu ik erover nadenk, eigenlijk zijn al die Hollanders agressief! Ik dacht niet: wat een barbaarse cultuur! Ik dacht meer: kijk die gekke jongens daar rellen. (En ik dacht: arme, arme Merthe.)
Maar stel dat het wél Marokkanen waren geweest?
Ik zal eerlijk tegen u zijn: als het Marokkanen waren geweest had afkomst voor mij wel meegeteld. Dan had ik me voor al die Marokkanen geschaamd, had ik het gevoel gehad dat ik een reactie had moeten geven waarin ik mij distantieerde van die relschoppers. Zo hypocriet ben ik dan ook weer wel. Nou kan het zijn dat ik zelf in hokjes denk – dat ontken ik niet, ieder mens denkt zo af en toe in hokjes. Wie dat ontkent is keihard aan het liegen.
Ik vraag u na te denken over het volgende. Stel dat het Marokkanen waren geweest die onuitgenodigd op een feestje waren afgekomen met honderden, en de boel kort en klein sloegen. Stel u had die beelden gezien: boze Marokkaanse jongens in gevecht met de ME, agressief om het agressief zijn. Wat had u dan gedacht? Gezegd? Gedaan? Wie had u de schuld gegeven?
Lamyae Aharouay is freelance journalist voor onder meer BNR Nieuwsradio.